Importeurs van personenauto's tot circa 1980
In het Conam Bulletin is door Fons Alkemade in een aantal afleveringen een lijst gepubliceerd met de Nederlandse importeurs van personenautomerken van het allereerste begin tot aan de Tweede Wereldoorlog. Een aantal van onze leden, Max Bomhof, Frans Vrijaldenhoven en Jac Maurer, hebben daarop aanvullingen op deze lijst gegeven. Deze 'oerlijst' vormt de basis voor onderstaand overzicht, die daarna door diverse anderen is aangevuld tot ongeveer 1980. Deze arbeid is nog in uitvoering. Klik op de blauwe links voor een beschrijving en de bijbehorende advertentie(s). Iedereen die opmerkingen, aanvullingen of verbeteringen op deze lijst heeft wordt van harte uitgenodigd dit door te geven aan
Nederlandse automerken/fabrikanten staan op deze pagina
Snel zoeken op deze pagina: gebruik toetscombinatie Ctrl-F, dan verschijnt rechts bovenin een zoekveld
Snel naar merken G t/m O
Snel naar merken P t/m Z
Abarth (I): H. van der Heijden's Import, Den Haag, 1960-1965; Holland Auto, Den Haag, 1962-1971;
A.C. (GB): Augustinus & Witteveen, Amsterdam, 1913-1922; Auto-Palace, Den Haag, 1948-1960; N.I.M.A.G., Leidschendam, 1974;
A.D.K. (B): Ateliers de Constuction, Brussel, 1922-1923; Schiff, Den Haag, 1923-1924;
Adler (D): Rechtstreeks af fabriek, , 1900-1906; Theod. G.J. Semmelink / Gebr. Nefkens / J.C. Schulmayer, , 1907-ca.1930; Pon's Automobielhandel, Amersfoort, 1930-1932; André J.H. Ceurvorst, Amsterdam, 1933-1939; James Nefkens' Autohandel, Den Haag, 1939-1942;
Aero (CS): Aero-Import, Den Haag, 1935-1947;
Aero-Minor (CS) - zie Minor;
A.F. (A) - zie Austro-FIAT;
AGA (D): Van Liebergen, Den Haag, 1920-1923; Mercédès-Daimler-Automobiel Mij., Den Haag, 1924-1926;
Ajax (US): Englebert, Amsterdam / Den Haag, 1925-1926;
AJS (GB): J. van Vilsteren, Den Haag, 1930;
Albert (GB): A.G.A.M., Den Haag, 1921-1923;
Alco (D) - zie Kleinschnittger;
Alcyon (F): Hugo Smit, Amsterdam, 1905-1906; Verfaille, Amsterdam, 1920;
Alfa-Romeo (I): Darracq-Palace, Amsterdam, 1911-ca.1922; Italia, Hilversum, 1921-1923; Importeur gezocht, , 1924; Continentale Automobiel Maatschappij / Haagsche Automobiel Maatschappij, Amsterdam / Den Haag, 1924-1927; Hart Nibbrig & Greeve, Den Haag, 1933-1940; A.G.A.M., Amsterdam, 1941-1952; Nefkens, Utrecht, 1954-1963; Louwman & Parqui, Leidschendam, 1961-1968; Alfa Romeo Nederland, Amsterdam, 1968-1981;
Alfasud (I) - zie Alfa Romeo Nederland;
Allard (GB): Allard Import Company, Haarlem, 1952;
Alldays (GB): Klop, Amsterdam, 1914;
Allen (US): Utrechtsche Auto-Garage, Utrecht, 1921;
A.L.P. / Automobiles Leroux-Pisart (B): Scheepbouwer, Rijswijk, 1920;
Alpha (F): Alpha Cyclecar, Paris, 1913-1914; Heijlaerts, Prinsenhage, 1916;
Alpina (D): Autobedrijf P. Oldenhof, Enschede, 1978;
Alpine Renault (F): Renault Nederland, Amsterdam, 1978-1979;
Alvis (GB): Automobiel Import- en Handelsonderneming, Arnhem, 1921-1929; Greve & Co., Den Haag, 1935; De Nederlandsche Motoren Mij., Rotterdam, 1948-1953; H.C.L. Sieberg, Amsterdam, 1954-1968;
Amédée Bollée (F): B.I. Rubens, Amsterdam, 1898-1899;
American Bantam (US) - zie Bantam;
American Motors (US): Hollandse Auto Importmaatschappij, Rijnsburg, 1968-1979;
Amilcar (F): Snitsler & Co., Den Haag, 1923; Peltenburg, Den Haag, 1924; Automobiel-Maatschappij Telos, Amsterdam, 1924-1927; Olanda, Bussum / Hilversum, 1927-1932; H.C.L. Sieberg, Amsterdam, 1939;
Amphicar (D): Schöne & Co., Groningen, 1964-1969;
Ansaldo (I): Grund & Co., Utrecht, 1921-1924; Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1926; Wiemann, Den Haag, 1926-1927;
Apollo (D): Kieft, Den Haag, 1913-1914; Haagsche Automobiel- & Machine-Handel, Den Haag, 1919-1920; Auto Boxen-Garage Apollo, Rotterdam, 1922-1923;
Apperson (US): W.J. Stokvis, Arnhem, 1919; Englebert, Den Haag, 1920-1922;
Argyll (GB): Lanen, Den Haag, 1907;
Ariel (GB): Cavalini & Springer, Amsterdam, 1924-1925;
Ariès (F): Tasche, Nijmegen / Amsterdam, 1907-1922; Autohuis Jan Verhoeff, Rotterdam, 1924; Geytenbeek, Amsterdam, 1927-1928;
Armstrong-Siddeley (GB): Haagsche Automobiel-Maatschappij, Den Haag, 1919-1921; The British Autocars, Den Haag, 1926; Van Poelje's Handelsmaatschappij, Rotterdam, 1932; Import- en Handelmaatschappij Holland-Auto, Den Haag, 1946; Wervo, Den Haag, 1948-1953; Minerva Automobielen, Amsterdam, 1953-1958;
Arrol-Johnston (GB): Internationale Automobiel Maatschappij v/h M. Adler, Amsterdam, 1912-1913; Witlich-Hoek, Schiedam, 1921;
Aston Martin (GB): Hart Nibbrig & Greeve, Den Haag, 1950; Nieuwe Automobiel Mij, Amsterdam, 1954-1956; Louwman & Parqui, Leidschendam, 1968-1974; H.C.L. Sieberg, Amsterdam, 1975-1976; Hollandse Auto Importmaatschappij, Rijnsburg, 1979;
ATA (B/P): L.C. Vervooren & Co., Rotterdam, 1920;
Auburn (US): v/h Gebr. H. en F. Kimman, Haarlem, 1923-1928; Van Genderingen, Amsterdam, 1927-1928; Egcam / Eggelmeijer, Rotterdam, 1928-1938;
Audi (D): Hönemann, Amsterdam, 1912-1916; Dürkopp Automobielen, Amsterdam, 1921; Audiwerke A.G., Zwickau, 1921; De Fremery & Burlage's Automobiel Mij., Den Haag, 1922-1923; Nederlandsche Mij. voor Exporthandel, Rotterdam, 1930; Auto-Palace, Den Haag, 1934-1940; Hart Nibbrig & Greeve, Sassenheim, 1965-1974; Audi NSU Import Nederland v/h Firma van Oorschot, Rotterdam, 1972-1974; Pon's Automobielhandel, Leusden, 1974-1979;
Audibert Lavirotte (F): L.J. Otto, Dordrecht, 1898-1899; John D. Diehle Jr., 's-Gravenhage, 1901;
Austin (GB): Riemer's Auto-Maatschappij, Den Haag, 1919-1921; G. Riemer, Den Haag, 1921-1925; Autocars Import, Amsterdam, 1925-1930; Olanda, Hilversum, 1931-1933; Sieberg, Amsterdam, 1933-1936; R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1937-1970; British Leyland Nederland, Gouda, 1970-1979;
Austin-Healey (GB): R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1955-1967;
Austro-Daimler (A): Harmsen, Arnhem, 1911-1914; Auto Exploitatie Maatschappij / Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, Amsterdam, 1919-1927; Ingenieurskantoor v/h Haersolte & Co., Den Haag, 1930-1936;
Austro-FIAT (A): Autogarage Archipel, Den Haag, 1921-1926;
Autobianchi (I) - zie Fiat;
Auto-Mixte (B): Richard Linn, Renkum;
Automoto (F): B.A. Jansen, Den Bosch, 1899;
Auto Union (D): Hart Nibbrig & Greeve, Den Haag, 1958-1965
AWO (DDR): De Binckhorst, Den Haag, 1951;
A.W.Z. (D) - zie Zwickau;
Baer (D): Baer Motoren- en Automobielfabriek, Den Haag, 1922;
Barclay (GB): M.F.A. Barclay Europe, Helmond / Stiphout, 1971;
Ballot (F): Greve & Co., Den Haag, 1922-1932;
Bambino (D/NL): Handelsmaatschappij Hostaco, Rotterdam, 1955;
Bantam (US): De Nieuwe Haagsche, Den Haag, 1939-1940;
Barré (F): Zeguers & Camp Autohandel, Maastricht, 1913-1917;
Bayard (F) - zie Clément-Bayard;
Beacon (US) - zie Continental;
Bean (GB): Witmondt, Amsterdam, 1919-1924;
Bédélia (F): G. Timp, Den Haag, 1912; Eerste Heemsteedsche Sporthandel, Heemstede, 1913;
Bedford-Buick (GB): Bakels, Amsterdam, 1916-1926;
Beeston (GB): J. Brouwers, 's-Hertogenbosch, 1898; Julius Holz / Hugo Smit, Arnhem / Amsterdam, 1899-1900;
Beeston Humber (GB) - zie Humber;
Belgica (B): Gebrs. Willink, Amsterdam, 1903; Tasche, Nijmegen, 1907-1914;
Bellanger (F): R. Visser, Utrecht, 1913; Automobiel & Motor-Import, Den Haag, 1921-1922;
Benjamin (F): Broekman & v.d. Ven, Amsterdam, 1922; Ch. de Koff, Utrecht, 1927;
Bentley (GB): Greve & Co., Den Haag, 1926-1931; Automobielhandel v/h Grund & Co., Utrecht, 1936-1971; Renault Nederland, Utrecht, 1972; Hessing's Autobedrijven, De Bilt, 1972-1979;
Benz (D): Aertnijs, Nijmegen, 1897-1903; Benz Auto / Algemeene Motoren-Compagnie, Arnhem, 1909-1910; Benz & Cie. afd. Nederland, Amsterdam, 1911-1925; Nederlandsche Automobiel Maatschappij, 's-Gravenhage, 1912-1913;
Benz Söhne (D): Auto Rijtuig Onderneming M. Schutter, Rotterdam, 1916-1919;
Bergmann / Bergmann-Métallurgique (D/B): J.C. Schulmayer, Amsterdam, 1912; Bergmann, Den Haag / Amsterdam, 1916-1921;
Berliet (F): Thijssens, Maastricht, 1907-1909; Grund & Co., Arnhem / Utrecht, 1907-1922; Automobiel Imp. en Handelsonderneming / A. Broshuis / H. Maan / Monopol Garage / Th. Vlemmings / Venema / Garage Mercurius, , 1926-1931;
Bertone (I): Hans Maasland, Valkenburg (ZH), 1968-1970;
B.G.S. (Bouquet Garcin en Schivre) (F): Aertnijs, Nijmegen, 1898-1899; Algemene Nederlandse Autocar Maatschappij (A.N.A.M.), Den Haag, 1899-1900;
Bianchi (I): W.W. Haalmeijer & Co., Amsterdam, 1913; D.A.G.O., Enschede, 1914; Autogarage T.R.A.M., Enschede, 1919-1924;
Bianchina (I) - zie Fiat;
Bignan (F): Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1921-1926;
Bijou / Byou (A): K.C. over de Linden, Haarlem, 1922-1923;
Biota (GB): Prescott Hill, Woudenberg, 1971;
Bitter (D): Bitter Automobielen Te Riet, Winterswijk, 1979;
BMC (GB): W.J. Stokvis, Arnhem, 1899;
B.M.W. (D): Ir. Chr. Gosch, Den Haag,1927-1929; Greve & Co., Den Haag, 1933-1936; R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1937-1938; Hart Nibbrig & Greeve, Den Haag, 1938-1961; Alimpo, Den Haag, 1961-1979; BMW Nederland, Rijswijk, 1979-heden;
Boby (D ?): Motor Car Company, Amsterdam, 1920;
Bolide (F): C.E. Wolff, Maarssen, 1907-1908;
Bond (GB): I.A.M., Den Haag, 1950-1970; Reliant Import Nederland, Veenendaal, 1971;
Bonito - zie FT Bonito;
Borgward / Borgward Hansa (D): Rosier, Rijswijk, 1939-1961; Englebert, Den Haag, 1960-1961;
Brasier (F): Englebert, Den Haag, 1905-1909; Nefkens, Amersfoort, 1906-1915; Firma Brasier, Baarn, 1912-1918; Het Centrum, Den Haag, 1919; Auto-Palace, Amsterdam, 1921; Penders, Rotterdam, 1928;
Brennabor (D): K. Nieukerke, Den Haag, 1908-1913; Haagsche Automobiel-Maatschappij, Den Haag, 1910-1911; Limborgh, Apeldoorn, 1911-1918; Antoon Nefkens, Amsterdam, 1921-1924; Union, Den Haag, 1927; Garage Nieuw Wassenaar, Wassenaar, 1928-1932; H.G.A. Ackmann, Zwolle, 1928-1929;
Briggs & Stratton (GB): Martin C. van der Wal, Amsterdam, 1920;
Briggs-Detroiter (US) - zie Detroiter
Briscoe (US): A. Brunting, Den Haag, 1916; Scheveningse Automobiel Mij., Scheveningen, 1915-1916; J. Witmondt, Amsterdam, 1919-1923;
Briton (GB): Van der Molen, Amsterdam, 1913-1919; Briton-House, Den Haag, 1920-1921; Van Dam Van Polanen, Arnhem, 1916;
Bristol (GB): R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1948-1956;
Brouhot (F): Central-Automobile, Amsterdam, 1904-1905; Willink, Amsterdam, 1906-1915;
B.S.A. (GB): Handel- en Industrie Maatschappij voorheen M. Adler, Amsterdam, 1914-1917; I.A.M., Den Haag, 1915-1919; Hugo Smit, Amsterdam, 1921-1922; John Moos, Den Haag, 1933-1936;
Buchet (F): Handel- en Industrie Maatschappij voorheen M. Adler, Amsterdam, 1913-1914; I.A.M., Den Haag, 1915-1920;
Bugatti (D/F): Holland Automobile, Den Haag, 1911-1917; Importeur gezocht, , 1920; Amsterdamsche Verzinkerij, Amsterdam, 1921; Van Messel, Amsterdam, 1921-1923; Stam, Soestdijk, 1925-1931; Albatros, Amsterdam, 1931-1951;
Buick (US): The Sale Agentship of The Buick Motors for Holland, 's-Gravenhage, 1908-1909; Auto-Palace, Den Haag, 1909; Bakels, Amsterdam, 1916-1926; Diverse importeurs, , 1925 tot circa 1932; General Motors Continental, Antwerpen / Rotterdam, 1923-1979;
Cadillac (US): Continentale Automobiel Mij. / Haagsche Automobiel Mij., Den Haag, 1926-1927; Landeweer, Utrecht, 1908-1954; General Motors Continental, Antwerpen / Rotterdam, 1950-1977;
Calthorpe (GB): Itala, Amsterdam, 1914-1916; Witlich-Hoek, Schiedam, 1919; Scheepbouwer (agent), Den Haag, 1919; Adriaan Beers, Den Haag, 1924;
Cambier (F): B.A. Jansen, 's-Hertogenbosch, 1899;
Carden (GB): Briton-House, Den Haag, 1921-1922;
Case (US): A.G.A.M., Den Haag, 1921-1922;
Ceirano (I): Automobiel-Maatschappij Rotterdam, Rotterdam, 1917;
C.F. (F) - zie Fournier;
C.G.V. / Charron Girardot & Voigt (F): Holland Automobile, Den Haag, 1905-1906; zie verder Charron;
Chaigneau-Brasier (F): Penders, Rotterdam, 1929;
Chalmers (US): Englebert, Den Haag, 1917-1922;
Champion (D): H.C.L. Sieberg, Amsterdam, 1952;
Chandler (US): Tasche, Amsterdam, 1916-1919; Scheveningsche Automobiel Mij., Scheveningen, 1919; Nederlandsche Technische Handelsvereeniging, Den Haag, 1920; The Chandler Motor Car Company, New-York, 1922; Willy van der Drift, Den Haag, 1923-1929; Eggelmeijer, Rotterdam, 1927-1928;
Charron / Charron Girardot & Voigt (F): Holland Automobile, Den Haag, 1905-1916; Nederlandsche Technische Handelsvereeniging, Den Haag, 1920-1922; Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1925; Eerste Voorburgsche Autohandel, Voorburg, 1926-1927;
Chaumont (F): Utrechtse Auto-Garage v/h Fa. Immink, Utrecht, 1911-1912 en 1916;
Checker (US): Louwman & Parqui, Leidschendam, 1978;
Chenard-Walcker (F): Daimler-Mercédès-Motoren en Automobielen Maatschappij, Amsterdam, 1905; Kiderlen & Co., Amsterdam, 1908-1920; Het Centrum, Den Haag, 1919-1922; Adriaan Beers, Den Haag, 1923-1932; Eerste Amersfoortsche Automobiel Mij., Amersfoort, 1938-1939;
Chevrolet (US): Bakels, Amsterdam, 1919-1924; Vlemmings, Eindhoven / Geldrop, 1924; H.A.B., Den Haag, 1928-1930; Nefkens, Amersfoort, (1924) 1931-1932; General Motors Continental, Antwerpen / Rotterdam, 1921-1979;
Chrysler (US): Willgo, Amersfoort, 1924-1927; André J.H. Ceurvorst, Amsterdam, 1927-1948; R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1948-1957; Chrysler, Antwerpen, 1957-1963; zie ook Nekaf assemblage, Rotterdam, 1960-1971; Chrysler Benelux S.A., Antwerpen, 1963-1970; Simca Nederland, Rotterdam, 1971-1972; Chrysler Nederland, Rotterdam, 1973-1979; CDP Import, Rotterdam, 1980-??;
Chrysler (F): Simca Nederland, Schiedam, 1969-1976; Chrysler Nederland / Talbot, Rotterdam, 1973-1979; vanaf 1979 zie Talbot;
Chrysler (GB): Chrysler Nederland, Rotterdam, 1978-1979; vanaf 1979 zie Talbot;
C.I.D. (F): Querido & Zeldenrust, Amsterdam, 1913;
Citroën (F): De eerste advertentie uit 1914?, London, 1914; John Moos, Haarlem, 1919-1921; Martin C. van der Wal, Amsterdam, 1921-1924; Automobiles Citroën, Amsterdam, 1924-1970; Citroën Nederland, Amsterdam, 1971-1979;
Clan (GB): Delta Trading, Amsterdam, 1974;
Clément / Clément-Bayard (F): Johan van Doornik, Baarn, 1903; Alex Hiel, Den Haag, 1905-1907; W.J. Stokvis, Arnhem, 1904-1919; Spoormaker, Rotterdam, 1919-1921;
Clement-Talbot (GB): Eerste Nederlandsche Automobiel Maatschappij, Den Haag, 1924;
Cleveland (US): Willy van der Drift, Den Haag, 1923-1926;
Club (D): H.F.C. Richten & Co., 's-Gravenhage, 1922;
Clyno (GB): Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1925; Louwman & Parqui, Den Haag, 1926; Antoon Nefkens, Amsterdam, 1926-1928;
Cole (US): Monopol Automobiel Import Maatschappij, Rotterdam / Breda, 1916-1919; Englebert, Den Haag, 1920;
Colibri (D): Harmsen, Arnhem, 1910-1911;
Columbia (US): Martin C. van der Wal, Amsterdam, 1919-1920; Witlich-Hoek, Schiedam, 1920-1921;
Comet (US): Selwa, Den Haag, 1921;
Comiot-Eadie (F/GB): Verwey & Lugard, Den Haag, 1900;
Commonwealth (US): W.J. Wesling, Amsterdam, 1917; J. Vermeulen & Co., Ginneken, 1919; H.A.B.O., Den Haag, 1921;
Continental (i) (US): Pon's Automobielhandel, Amersfoort, 1933-1934;
Continental (ii) (US): Ned. Ford Autom.fabr., Amsterdam, 1956-1959;
Cord (US): Egcam / Eggelmeijer, Rotterdam, 1929-1938;
Corona / Coronamobil (D): Boots, Maastricht, 1912-1918;
Corre (F): B.A. Jansen, Den Bosch, 1901; Thijssens, Maastricht, 1903; Rotterdamsche Automobiel Mij., Rotterdam, 1914-1923; Croon, Rotterdam, 1927-1930;
Cottereau (F): Kievenaar, Den Haag, 1899; B.A. Jansen, 's-Hertogenbosch, 1905-1914;
Cottin-Desgouttes (F): Cobor, Amsterdam, 1921-1922; Gebr. v.d. Harst, 's-Gravenhage, 1926-1930;
Crosmobile (US) - zie Crosley (US)
Crosley (US): Pon's Automobielhandel, Amersfoort, 1946-1948; Louwman & Parqui, Den Haag, 1950;
Crossley (GB): Auto-Palace, Den Haag, 1914; Crossley Motoren, 's-Gravenhage, 1914-1919; Scheveningsche Automobiel Mij., Scheveningen, 1920-1924; A.J. Stikkel jr., Alkmaar, 1924-1933;
Crow (CAN): Catz, Amsterdam, 1917;
Cubitt (GB): Overseas Sales Limited, Londen, 1921; Riemer's Auto-Maatschappij, Den Haag, 1921-1922;
Cudell (D): A. Tönnies (firma J.T. Otte), Groningen, 1899; Robbert Kalff, Amsterdam, 1900; Fr. Brincker, Rotterdam, 1900; D.J.A. Duijnstee, Voorburg, 1902; C. Houttuin, Arnhem, 1902-1905;
Cunningham (US): Holl. Ind. en Handelmaatschappij, Den Haag, 1922;
Cyklon / Cyclonette (D): B. en A. Lanfers, Groningen, 1904; J.L. Geidt, Amsterdam, 1908-1914; Cyklon / Cykloon, Amsterdam, 1914-1920; Amsterdamsch Technisch Handelskantoor, Amsterdam, 1921; J. Waldeck, Amsterdam, 1928;
Dacia (RO): Englebert, Voorschoten, 1978-1979;
DAF (NL) - zie lijst met Nederlandse fabrikanten;
Daihatsu (J): Daihatsu Nederland / Daihatsu Holland, Rotterdam, 1978-2013;
Daimler (D): DMG (Daimler-Motoren-Gesellschaft) via Teding van Berkhout, Amsterdam, 1893; Willem Remmers & Co., Amsterdam, 1896-1903;
Daimler (GB): W.J. Stokvis, Arnhem, 1898-1901; Adler, Amsterdam, 1909-1912; I.A.M., Den Haag, 1915-1924; The Daimler Company, Coventry, 1919; Gebrs. Kimman, Haarlem, 1932-1933; J. Leonard Lang, Amsterdam, 1938-1960; Lagerwij, Den Haag, 1963-1970; British Leyland Nederland, Gouda, 1971-1979;
Darracq (F): Automobiel Import Maatschappij v/h Aertnijs, Nijmegen, 1899-1907; John D. Diehle Jr., 's-Gravenhage, 1900-1901; C. Houttuin, Arnhem, 1905; A. Darracq Co., Amsterdam / Nijmegen, 1908-1912; Darracq-Palace, Amsterdam, 1907 en 1911-1912 en 1915; J. Leonard Lang, Amsterdam, 1916; John Moos, Haarlem, 1919;
Darracq (F) - zie ook Talbot-Darracq;
Datsun (J): Datsun Nederland, Sassenheim / Lisse, 1966-1982;
Davis (US): W.J. Wesling, Amsterdam, 1917-1919;
D.B. / Deutsch et Bonnet (F): H.C.L. Sieberg, Amsterdam, 1949-1950;
Decauville (F): H.J. van Ewijk, Amsterdam, 1898-1902; J. Leonard Lang, Amsterdam, 1899; Englebert, Den Haag, 1904-1906;
Déchamps (B): J. Leonard Lang, Amsterdam, 1901-1905;
De Dietrich (F): B.I. Rubens, Amsterdam, 1898-1905;
De Dion-Bouton (F): Aertnijs, Nijmegen, 1897-1898; B.A. Jansen, Den Bosch, 1898-1899; W.J. Stokvis, Arnhem, 1899-1903; Thijssens, Maastricht, 1902; Englebert, Den Haag, 1903-1906; L.A. Moll's A.T.I.M., Nijmegen, 1906-1935;
Delage (F): Thijssens, Maastricht, 1907-1910; Haagsche Auto Centrale / Automobielgarage ‘Central’, Den Haag, 1915-1921; Hollman & Schellens, Den Haag, 1921-1922; Nefkens, Utrecht / Amsterdam, 1923-1932; Auto Import Huis, Amsterdam, 1933-1934; A. I. Monsantofils, Scheveningen, 1934; Honders, Utrecht, 1935-1940; Lagerwij, Den Haag, 1950-1960;
Delahaye (F): Algemene Nederlandse Autocar Maatschappij (A.N.A.M.), Den Haag, 1900-1901; Haagsche Automobiel-Maatschappij, Den Haag, 1901-1929; Van der Lip’s Automobiel Bedrijf, Den Haag, 1930-1933; Snitsler & Co., Den Haag, 1934-1936; René Hinlopen / Hilversumsch Automobielbedrijf, Hilversum, 1937-1938; Garage Gooiland, Hilversum, 1938-1940; Lagerwij, Den Haag, 1940-1960;
Delaunay-Belleville (F): J. Leonard Lang, Amsterdam, 1909-1919; Snitsler & Co., Den Haag, 1924-1932;
Delin (B): Van Gink, Amsterdam, 1900;
Dellow (GB): Washmobile Holland, Amsterdam, 1954;
De Marçay (F): Van Klaveren & Co., Amsterdam, 1920-1921;
Demeester (F): E. Branbergen, 's-Gravenhage, 1906;
Derby (F): Fissette & Co., Maastricht, 1926-1927; Ch. de Koff, Utrecht, 1927-1928;
Der Dessauer (D): J.H. Feldberg & Zoon, Amsterdam, 1912-1915;
DeSoto / De Soto (US): Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, Amsterdam, 1928-1930; André J.H. Ceurvorst, Amsterdam, 1930-1936; G.I.V.A., Den Haag / Leidschendam, 1937-1956; N.I.M.A.G., Leidschendam, 1956; Chrysler Antwerpen, Rotterdam, 1957-1960;
De Tomaso (I): Autobedrijf W. Jansen, Amsterdam, 1969-1972; Hessing's Autobedrijven, De Bilt, 1972-1979;
Detroiter (US): The New Dutch American Motor Car Comp, Den Haag,1914; Van Dam Van Polanen, Arnhem, 1915-1917;
Deutz (D): Deutz, Amsterdam, 1909;
Devaux (US): Pon's Automobielhandel, Amersfoort, 1931-1932;
D.F.P. / Doriot-Flandrin-Parant (F): Haagsche Auto Centrale, Den Haag, 1909-1914; Ekker, Hengelo, 1921-1922; Amsterdamsche Garage Mij., Amsterdam, 1924;
Diana (US): Continentale Automobiel Mij. / Haagsche Automobiel Mij., Amsterdam / Den Haag, 1926; General Autocars, Den Haag, 1927;
Diatto (I): Verweij & Zonen, Den Haag, 1913; C.J. Nefkens, Den Haag, 1920; Agenzia Diatto, Rotterdam, 1921-1923;
Dinos (D): Peltenburg, Den Haag, 1920-1922;
Dixi (D): Klaas Baving, Zwolle / Amersfoort, 1912-1919; Nefkens, Amersfoort, 19??; Ch. de Koff, Utrecht, 1919-1920;
Dixie Flyer (US): Coolen, Breda, 1920-1922; G. Riemer, Den Haag, 1922;
DKW (D): Ned. Mij. voor Export-Handel, Rotterdam, 1928-1932; W.J. Mijnlieff, , 1931; De Fremery & Greeve, Den Haag, 1932; Hart Nibbrig & Greeve, Den Haag, 1932-1965;
Dodge Brothers / Dodge (US): Scheveningsche Rijtuig- en Automobielenfabriek, Scheveningen, 1916; W.J. Stokvis, Arnhem, 1917-1923; General Motor Import Co., 's-Gravenhage, 1924; Louwman & Parqui, Den Haag, 1924-1957; Chrysler, Antwerpen, 1957-1963; Chrysler Benelux S.A., Antwerpen, 1963-1970; Simca Nederland, Rotterdam, 1971-1972; Chrysler Nederland, Rotterdam, 1973-1979;
Donnet / Donnet-Zedel (F): Snitsler & Co., Den Haag, 1926; Automobiles Donnet, Amsterdam, 1926; Automobiel Mij. Donnet, Den Haag, 1928; De Sutter, Rotterdam, 1929-1934;
Dort (US): Manufacturers and Exporters Agency Mea, Amsterdam, 1924;
Dougill (GB): J.C. van der Harst, Middelburg, 1905;
Douglas (GB): Croes & Co., Bussum, 1920-1921;
Duhanot (F): C.E. Wolff, Maarssen, 1907-1908;
Dumond (F): Willem Gerth, Utrecht, 1898-1900;
Dunamis (B): Automobile Dunamis, Antwerpen, 1923;
Duo (GB): Victor, Den Haag, 1913-1914;
Durant (US): Bouvy & Co's Automobiel Maatschappij / Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1922-1925; W.A. Janssens & Zoon, Rotterdam, 1925; Van Genderingen, Amsterdam, 1929; J. Witmondt, Amsterdam, 1929-1930; A. van der Velden, Rotterdam, 1930-1931; Peerless Motor Import, Rotterdam, 1930-1932;
Dürkopp (D): Bayer, Rotterdam, 1903-1911; Klisser & Citroen, Amsterdam, 1912-1913; Vlemmings, Geldrop, 1919-1921; Amstel Export Kantoor, Amsterdam, 1920; Dürkopp Automobielen, Amsterdam, 1921-1924;
Dux (D): Dux Automobil Werke A.G., Leipzig, 1910-1919; Motor Car Company, Amsterdam, 1919; H.F.C. Richten & Co., 's-Gravenhage, 1920-1922; Geesink & Zonen, Weesp, 1923;
Eagle (GB): J. Victor, Den Haag, 1913-1914;
Earl (US): J. Witmondt, Amsterdam, 1922-1924;
Edsel (US): Nederlandse Ford Automobiel Fabriek, Amsterdam, 1957-1959;
Ego (D): Auto-Unie / Haersolte, Amsterdam, 1921-1923;
Ehrhardt (D): Eduard Tas / Heinrich Ehrhardt, Amsterdam, 1911-1914;
Eisenacher (D) - zie Wartburg;
Elcar (US): R.E.M. v/h H. Croon, Rotterdam, 1926-1932; Hofstad, Den Haag, 1927;
Electromotion (F): importeur onbekend;
E.M.F. (US): Handel- en Industrie Maatschappij voorheen M. Adler, Amsterdam, 1912;
E.M.W. (D): De Binckhorst, 's-Gravenhage, 1952-1960;
Enfield / Enfield-Allday (GB): J. Witmondt, Amsterdam, 1910-1916; Klaas Baving & Swaagman, Zwolle, 1913; Enfield Autocar Import Cy., Wageningen (=Van Wijk?), 1917-1922;
Erskine (US): I.A.M., Den Haag, 1926-1931;
Essex (US): Hudson Automobile Company / Automobielgarage Central, Den Haag, 1920-1921; Haarlemsche Rijwiel- en Automobiel Maatschappij / Ed Kimman & Co., Haarlem, 1921-1930; Hollman & Schellens, Den Haag, 1921-1923; A.G.A.M., Den Haag, 1923-1933;
Excelsior (B): Haarsma van Oucoop & De Jong, Alkmaar, 1910; Adriaan Beers, Den Haag, 1923-1924; Wiemann, Den Haag, 1926-1929;
Facel Vega (F): Marel's Autobedrijf, Wassenaar / Arnhem, 1960;
Fadag (D): Gelria, Arnhem, 1920-1921;
Fafnir (D): Harmsen, Arnhem, 1911-1917; Automobielzaak Assen, Assen, 1916; Straatman, Driebergen, 1922;
Falcon-Knight (US): General Autocars, Den Haag, 1927-1928;
Farman (F): H.J. Kila, Den Haag, 1920; G.J. v.d. Wansem, Den Haag, 1922; Martin C. van der Wal, Heemstede, 1925; Antoon Nefkens, Amsterdam, 1928;
Fasto (F): Autocars Import, Amsterdam, 1926;
Faun (D): Faun Werke, Scheveningen, 1924;
Ferrari (I): G. Swart, Den Haag, 1951; S. Maasland, Voorburg, 1952-1959; J.J. Molenaar, Amersfoort, 1965-1968; Drs. P.F. Schouwenburg, Amsterdam, 1969-1970; Ferrari Import Kroymans, Hilversum, 1973-1987;
FIAT (I): Verwey & Lugard, Den Haag, 1905-1916; J. Leonard Lang, Amsterdam, 1916-1984;
Fischer (CH): Helvetia, Den Haag, 1910-1911;
F.L. (F): A. Brunting, Den Haag, 1916;
Flanders (US): M. Adler, Amsterdam, 1908-1912;
Flint (US): Amsterdamsche Automobiel Mij., Amsterdam, 1924; Het Centrum, Den Haag, 1924; W.A. Janssens & Zoon, Rotterdam, 1925; Jean Goldwurm, Amsterdam, 1926;
Florentia (I): L. Goettsch & Co., Utrecht, 1907-1909;
Flying Standard (GB) - zie Standard
F.N. (B): Englebert, Den Haag, 1900-1923; W.A. Janssens & Zoon, Rotterdam, 1921; F.N. België / F.N. Holland, Voorburg / Den Haag, 1924-1933;
Ford (US): Diverse Ford importeurs, , 1906 tot circa 1924; Ford Motor Company of Holland, Rotterdam, 1924-1931; Ned. Ford Automobielfabriek, Amsterdam, 1932-1981;
Ford (GB): Nederlandse Ford Automobielfabriek / Ford Nederland, Amsterdam, 1931-1981;
Ford (D): Nederlandse Ford Automobielfabriek / Ford Nederland, Amsterdam, 1931-1981;
Ford (F): Nederlandse Ford Automobielfabriek / Ford Nederland, Amsterdam, 1948-1958;
Ford (I): Ford Nederland, Amsterdam, 1966;
Ford-Montier (F): zie Montier-Ford
Fournier (F): Heijlaarts, Princenhage, 1913;
Framo (D): Eerste Noord Nederlandsche Automobiel Mij. / E.N.N.A.M., Groningen, 1933-1935; E. Friedlaender, Den Haag, 1934;
Franklin (US): Nederlandsche Automobielhandel, Rotterdam, 1920-1924; Louwman & Parqui, Den Haag, 1929-1931; Beynes Bruinsma, Amsterdam, 1931-1932;
Frazer (US) - zie Kaiser-Frazer;
Frazer Nash (GB): R.S. Stokvis & Zonen, Rotterdam, 1946-1950;
Freia (D): H.G.A. Ackmann, Zwolle, 1921-1922;
Frick (GB) - zie Dougill;
FSO (Pl): Englebert, Voorschoten, 1980-1983; De Binckhorst, Voorschoten, 1983-1987; Abimex, Ridderkerk, 1987-2007;
FT Bonito (D): Emves Import, De Bilt, 1969-1976;
Fuldamobil (D): M.V.H.-Producten, Deventer, 1955; Handelsmaatschappij Hostaco, Rotterdam, 1955-1957;