logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

Pim Kiderlen, 1885-1923

Van ‘hoge bi’ tot Lancia: Pim Kiderlen, rijwielen en automobielen 1885-1923

door Wim Zonneveld

In Amsterdam wordt op 3 januari 1896 Technisch Bureau Kiderlen & Co. opgericht. De 28-jarige naamgever-directeur kan dan al bogen op een indrukwekkende eerste levensfase: de allereerste wielrenner die vanuit Nederland internationaal aansprekende resultaten behaalt, met een zwierige, soms ronduit intimiderende, wedstrijdmentaliteit. Ook van zijn Technisch Bureau weet hij een succes te maken, met daarbij een zijlijn in de automobielbranche, met merken als eerst Bollée en later Chenard-Walker en Lancia.1

Antoine Emil ‘Pim’ Kiderlen wordt geboren op 18 januari 1868 in Rotterdam en brengt zijn jeugd door in Delfshaven. Zijn vader Emil is directeur is van een van de grootste distilleerderijen van de stad en grootvader Wilhelm Kiderlen immigreerde rond 1820 vanuit Württemberg in Zuid-Duitsland naar Nederland en bouwde in Amsterdam een succesvolle carrière in de internationale handel op. Net na de hbs heeft Pim vanaf 1885 groot succes in het wedstrijd-wielrijden, eerst nationaal, dan ook internationaal. Hij wint in Den Haag, Utrecht, Maastricht en Harlingen en op de speciaal aangelegde ovale wielerbaan van de jonge ANWB in Nijmegen. Eind november 1885 maakt hij indruk door op zo’n vervaarlijke ‘hoge bi’ in een koude nacht binnen 24 uur van Rotterdam naar Leeuwarden te rijden ‒ om te voldoen aan een weddenschap, maar ook alleen al vanwege de sportieve uitdaging.
Internationaal heeft hij succes in Antwerpen, Spa, Krefeld en op Alexandra Park bij Londen, waarbij hij zich ontpopt als veelwinnaar op de driewieler, in vaak spectaculaire races met wringen en voluit sprinten. Vanaf najaar 1885 is hij student aan de Technische School in Delft, maar dat weerhoudt hem niet van nog meer moois: tweemaal achtereen Europese Kampioen in Berlijn en in juli 1887 in Aston bij Birmingham als eerste continentale rijder ‘champion’ van de National Cyclists’ Union, op het koningsnummer, de mijl voor driewielers.

Kiderlen Afbeelding 1Pim Kiderlen naast zijn ‘hoge bi’, geposeerd voor de Rotterdamse fotograaf Carl E. Mögle, gepubliceerd in Eigen Haard 12: 25, juni 1886.

P.J. Adrian en de ‘Haagsche Automobiel Maatschappij’

Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kwamen er een groot aantal ondernemers die zich bezig gingen houden met de import en verkoop van het nieuwste snufje: de automobiel. Veel van hun bedrijven zijn al lang weer verdwenen, maar een enkeling heeft het, in min of meer aangepaste vorm, tot op de dag van vandaag uitgehouden. Een van die ondernemingen is het bedrijf dat opgericht werd door een Haagsche ondernemer, P.J. Adrian.

Philip Johannes Adrian werd geboren op 21 augustus 1874 te Amsterdam, waar hij tot 1891 op school zat. Van zijn vroege jaren is weinig bekend, alleen dat hij na zijn schooltijd uit Nederland vertrok en achtereenvolgens in Engeland, Duitsland en Frankrijk heeft gewoond. In 1894 keerde hij terug naar Nederland en vond werk bij een rijwielhandel, waarschijnlijk omdat hij op dat moment al zeer betrokken was bij de wielrensport. Ook had hij op dat moment al een rijbewijs, nummer 103, dat geldig was van 1 juni 1894 tot en met 31 maart 1895. Hij gaf bij de aanvraag op dat hij in Parijs woonde.

adrian 1 Adrian als wielrenner in 1893Adrian als wielrenner in 1893

Louwman & Parqui

1929rai louwmanP.W. Louwman (karikatuur uit het blad ‘De Autohandel’, 1929)

Het bedrijf Louwman & Parqui werd in 1923 opgericht door Pieter (Piet) Wijnand Louwman (1902-1964) samen met zijn toenmalige zakenpartner Arie Parqui (1900-1972). Aanvankelijk werden motorfietsen geïmporteerd en waren de beide firmanten Ford-dealer in Den Haag. Het bedrijf was gevestigd aan de Rijnstraat, dicht bij het toenmalige Staatsspoor, nu Den Haag Centraal Station.

W.J. Stokvis’ Koninklijke Fabriek van Metaalwerken N.V. te Arnhem

stokvis in 1910Wolf Joseph Stokvis werd op 23 maart 1840 geboren in Rotterdam. In 1865 richtte hij in Arnhem W.J. Stokvis’ Koninklijke Fabriek van Metaalwerken N.V. op. De fabriek was gevestigd aan de Oude Kraan 62 te Arnhem, maar in haar lange bestaan waren er ook nog vestigingen in andere delen van de stad, aan de Verlengde Rijnkade en de Oeverstraat. Bovendien had het bedrijf filialen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.



foto links: W.J. Stokvis in 1910 (bron: Geheugen van Nederland)

J.J. Molenaar, Amersfoort

Johannes Jacobus Molenaar werd geboren op 23 april 1891 te Amsterdam. Op 19 mei trouwde hij met Agnes Gerardina Meeuwissen. Het echtpaar kreeg twee kinderen, een dochter Gerarda Anna Molenaar (31 mei 1912) en zoon Johannes Leonardus (28 maart 1910). Begin jaren twintig opende Johannes Jacobus Molenaar een kleine garage in Hoevelaken en na een uitbreiding van deze garage in 1923 kwam er in 1924 in Hilversum een tweede garage bij.

molenaar 19240523 emma garageadvertentie in de Gooi- en Eemlander van 23 mei 1924

British Leyland Nederland C.V., Gouda

bln 19750000 goudaHet pand van British Leyland Nederland in Gouda, 1975

Nadat in 1968 in Engeland de fusie tussen British Motor Holding (British Motor Corporation + Jaguar) en Leyland (Leyland + Rover en Triumph) tot stand was gekomen, werd het ook in de Europese exportorganisaties duidelijk dat men tot integratie moest komen.
Op 18 maart 1970 kondigden in een gezamenlijk perscommuniqué British Leyland Europa en R.S. Stokvis & Zonen aan dat zij British Leyland Nederland C.V. hadden opgericht. Tot dan toe verkochten zes onafhankelijke importeurs met hun eigen dealerorganisaties op de Nederlandse markt personenwagens en bedrijfswagens van de merken die in 1968 onder de vlag van British Leyland waren samengebracht. Deze zes importeurs waren:

- Stokvis & Zonen in Rotterdam voor het merk Austin en BMC-bedrijfswagens
- Lagerwij in Den Haag voor het merk Jaguar/Daimler
- Molenaar in Amersfoort voor de merken Morris en MG
- Leyland Motor Corporation in Gouda voor het merk Triumph, Leyland bedrijfswagens en autobussen
- Sieberg in Amsterdam voor het merk Rover en Land Rover
- Van der Mark in Amsterdam voor de merken Riley en Wolseley.

R.S. Stokvis & Zonen

R.S. Stokvis en Zonen was een Rotterdamse handelsmaatschappij die in 1849 werd opgericht. Enige jaren daarvoor, in 1844, begon Rafaël Samuel Stokvis (1807-1889) met zijn “Handel in Engelsche IJzerwaren, Gereedschappen en Brabantsche Gegoten Ornamenten in het groot”. Op 1 mei 1849 wordt de firma voortgezet onder de naam “R.S. Stokvis en Zoon”, gevestigd aan de “Oostzijde van het Delftschevaart, Nr. 321 te Rotterdam”. De “zonen” zijn Samuael Rafaël (1827-1908), bijgenaamd S.R. senior en Salomon Raphaël (1833-1905), genaamd S.R. junior (1827-1908).

stokvis 18490503 ijzerwaren NRCadvertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant d.d. 3 mei 1849

Vanaf 1859 gaan de beide broers verder onder de bestaande naam, zonder hun vader. Vanaf het eind van de 19de eeuw doen zonen van S.R. senior en junior hun intrede in het familiebedrijf dat in 1904 wordt omgezet in een NV: NV Handelsmaatschappij van R.S. Stokvis en Zonen. Op het hoogtepunt heeft het bedrijf in Nederland 18 filialen, later Verkoopkantoren genoemd.

Deze handelsmaatschappij importeerde en verkocht tal van technische goederen, uiteenlopend van smeermiddelen tot consumentenproducten als rijwielen en bromfietsen. Voor de afzet en service ontwikkelde Stokvis in de loop van de 20ste eeuw een landelijk net van vestigingen met magazijnen, met daarnaast een aantal regiokantoren. Het bedrijf (met het hoofdkantoor te Rotterdam) zelf telde in de jaren vijftig twintig handelsafdelingen.
(bron: Wikipedia)

In de loop der jaren heeft R.S. Stokvis & Zonen een groot aantal automerken en motorfietsmerken geïmporteerd. Klik hier voor een overzicht!

stokvis 19000317Advertentie maart 1900

Een zeer uitgebreide beschrijving van de firma Stokvis is te vinden op Archieven.nl (klik!)

H. Englebert, Den Haag

Henri EnglebertDe Belg Henri Englebert was één van de Nederlandse auto-importeurs van het eerste uur. Hij begon in 1898 vanuit zijn éénkamerwoning in de Nieuwsteeg in Leiden producten van het Belgische F.N. (Fabrique National d’ Armes de Guerre) in Nederland te vertegenwoordigen.
Hij verkocht fietsen in een tijd dat deze nog velocipèdes heetten. Nog in hetzelfde jaar werd er verhuisd naar een woning op één-hoog in de Papegracht 23, waar de éne kamer dienstdeed als kantoor en de andere als werkplaats, met al snel een vaste monteur. Nog in 1898 bezat hij een motorfietsgroothandel aan de Apothekersdijk en werd daarmee ongemerkt het oudste importhuis van Nederland. Weer een jaar later importeerde hij als proef ook een paar automobielen, waaronder ook een F.N.

Jos van der Schoot en Peugeot

Door Frans Kense

In Tilburg is DESTIL een bekend en bloeiend bedrijf. Minder bekend is dat de naam DESTIL afkomstig is van de samenvoeging ‘van DEr Schoot TILburg’.

Ruim honderdvijftig jaar geleden was de grondlegger van het bedrijf, Willem v.d. Schoot in de Heuvelstraat als messenmaker begonnen. Zijn zonen, zes in totaal, hebben zijn bedrijf met succes uitgebreid. Zoon J.A.M. (Jos) van der Schoot (1873-1953), in 1901 getrouwd met A.M. Hoofs, was degene die zich op fietsen, motorfietsen en auto’s ging toeleggen. Rond 1903 is hij onder de naam Schoot-Hoofs gestart met een werkplaats in de Kuiperstraat bij het Wilhelminapark.

Anton G. Immink uit Utrecht: hoofdagent van Chaumont

Hoewel Anton Immink wellicht strikt genomen geen importeur was, verdient hij toch een plek in deze rubriek. Hans Waldeck schreef onderstaand artikel dat gepubliceerd werd in Het Conam Bulletin van juli 2015. Het is aangevuld met nieuwe informatie die later beschikbaar kwam en gepubliceerd werd in het Conam Bulletin van juli 2016

In het Conam Bulletin 1994/2 beschreef Ariejan Bos drie Utrechtse garagebedrijven tot 1914, waaronder het bedrijf van Anton Gerardus Immink (Utrecht, 21 maart 1870 - Hengelo, 28 januari 1949[1]) aan de Ridderschapstraat 1-3 en 4 op de hoek van de Wittevrouwenstraat.[2]

immink afbeelding 1afbeelding 1 Het pand van Anton G. Immink aan de Ridderschapstraat 1 in 1906. (bron: Het Utrechts Archief / Ridderschapkwartier.blogspot.nl)

Jan Inpijn en de ‘Eerste Haarlemsche Automaatschappij voorheen J. Inpijn’

inpijn-1913-img336-1

Jan Inpijn werd geboren in Haarlem op 5 november 1878. Op 16 november 1899 trouwde hij met Hillegonda Geertruida Bannink te Haarlem, hij was toen 21 jaar oud, zij 19 jaar.

In diezelfde maand november 1899 vestigt Jan Inpijn zich in Haarlem als smid, maar we komen hem voor het eerst tegen in een advertentie uit 1900 waarin hij wordt genoemd als agent van Swift fietsen. Tevens heeft hij een Rijwielschool.

swift-cycles-1900-06-01-inpijn

 

 

Dirk van der Mark

dirk-mark-01-rai-1908Dirk van der Mark in 1908.

Dirk van der Mark Senior werd geboren op 19 mei 1877 te Amsterdam. In 1893, op 16-jarige leeftijd, krijgt Dirk een baan als jongste bediende bij de Technische Handels Onderneming J.L. Lang, een handel in fietsen, fietsonderdelen en onderhoudsmiddelen van Leonard Lang, autopionier van het eerste uur. Leonard Lang was erg ingenomen met zijn nieuwe hulpje, die zes dagen per week op de zaak keihard werkte, en op zijn vrije zondag als vrijwilliger op de fietsschool lesgaf, of te vinden was achter de kassa van de wielersportbaan. Samen met zijn zes jaar oudere broer Sam van der Mark wist Dirk ook op menig wielrenevenement succes te halen in de tandemklasse.

Tasche en Co.

Tasche-1917-01-10-2

Over de vroege levensgeschiedenis van Hendrik Albrecht Tasche uit Nijmegen is tot nu toe niet veel bekend. Wel dat hij op 11 juni 1901 een voertuig kocht. Dit was waarschijnlijk een 'Zwaluw' die hij, compleet met het rijksnummer 78, kocht van de bouwer Carel van Rosendael, ook uit Nijmegen. Anderhalf jaar later, op 3 oktober 1902, verkocht Tasche dit voertuig weer door aan de in Helmond wonende Engelsman E.A. (Ernest) Archer (de latere importeur van Morris automobielen in Amsterdam).

Voordat hij tot de kern van de echte autopioniers gerekend kon worden bezat Tasche in Nijmegen een fietsenwinkel, eerst in een klein pand aan het begin van de Gerard Noodtstraat en vanaf 1902 een aanzienlijk groter bedrijfspand aan de St. Jorisstraat. Hier produceerde hij zelf fietsen onder het merk 'Achilles'. Ook op dit adres startte hij met de verkoop van 'Magnet' motorrijwielen. Hij was in Nijmegen lid van de wielerclub 'Vooruit'.

Naast de interesse voor de opkomende motorisering richtte hij een succesvol elektrotechnisch bureau op dat gespecialiseerd was in het omschakelen op stroom en aansluiten van verlichting in gebouwen. Toch was hij ook al vroeg met automobielen in de weer, want in 1904 en 1905 adverteerde hij in het blad 'De Auto' met autobanden van de merken 'Dunlop' en 'Gaulois'.

Door uitbreiding van zijn zaken verhuisde hij in juli 1906 naar een nieuwgebouwd pand aan de Van der Brugghenstraat 6-8. Uit advertenties valt te concluderen dat naast de verkoop en reparatie van automobielen hij nog lang het agentschap en hoofdagentschap van verschillende fiets- en motorrijwielmerken bleef voeren, waaronder het eerdergenoemde merk Magnet.

In 1907 trok Tasche compagnons aan en er kwam een tweede pand bij aan de Gerard Noodtstraat 135-141. Dit Jugendstilpand, dat speciaal als garage was ingericht, bestaat nog steeds. Via de achterzijde was het in een L-vorm verbonden met het pand aan de Van der Brugghenstraat 6-8. Ook stond Tasche tot en met 1907 in de autohandboeken genoteerd als benzinedepot in Nijmegen aan de Gerard Noodtstraat 55-57. Tasche noemde zijn bedrijf 'Garage Nijmegen'. Beide panden lagen vrijwel in elkaars verlengde en bevonden zich langs een van de belangrijkste invalwegen van Nijmegen.

Toen Darracq importeur Aertnijs naar Amsterdam verhuisde nam H.A. Tasche het agentschap van Darracq op zich. Onder de naam Tasche en Co. werd begonnen met het hoofdagentschap van Ariès en Mors automobielen, snel gevolgd door de merken Belgica, Stoewer, Wolseley en Rochet-Schneider. Men deed goede zaken en de activiteiten werden uitgebreid met filialen in Soerabaya en Medan (Sumatra). In 1908 waren er 25 man in dienst.

H.C.L. Sieberg

sieberg-img034

Henri Constant Louis Sieberg was afkomstig uit een van oorsprong Duits-Tsjechische familie. Vroegtwintigste eeuw had hij als handelaar zijn beginkapitaal gemaakt met de import van Boheems kristal, glas en aardewerk.
Naarmate de jaren verstreken ging hij zich steeds meer bezighouden als projectontwikkelaar en als handelaar en belegger in onroerend goed.
In 1912 werd hij in die hoedanigheid benaderd of hij een geschikte ruimte wist voor een snel groeiend bedrijf, dat handelde in het automerk Ford. Dit bedrijf had kort daarvoor zijn activiteiten verplaatst van Utrecht naar Amsterdam, maar was niet tevreden met de huidige behuizing. Met het aannemen van dit verzoek kon H.C.L. Sieberg niet voorzien dat dit de eerste stap zou zijn op automobielgebied en dat zijn naam een lange tijd hiermee in verband zou worden gebracht.

Klaas Landeweer, Utrecht

Klaas Landeweer opende op 25 augustus 1908 de poorten van de 'Internationale Automobile Centrale' te Utrecht, welke volgens de Kampioen van 11 september van dat jaar tot één der grootste automobiel zaken van Nederland gerekend mocht worden.
Het gebouw werd door de 'Revue der Sporten' geprezen vanwege "zijn gezellige uiterlijk" en volgens dit blad was "het bewijs dat de eigenaardige doch wel Hollandsche bouwtrant van de architect A. Rijksen Gzn. direct de aandacht had getrokken, dat de heer Landeweer dezer dagen reeds een verzoek uit Engeland kreeg om een paar teekeningen of foto's van het gebouw te zenden". De garage was van alle gemakken voorzien. De modernste werktuigen werden aangedreven door een 5pk elektromotor. De garage bezat een 'Adam's creec', een krik op wieltjes, zoals je ze nu ook nog wel eens ziet. Verder was er een wasinrichting (voor automobielen) en een 'benzine-huisje', waarin een opslagreservoir met een inhoud van 1000 liter (explosievrij, systeem Salzkotten).

Een deel van de website van Koen Ongkiehong is gewijd aan Klaas Landeweer.

In Het Utrechtsch Nieuwsblad van 25 augustus 1908 stond dit bericht:

I. A. C. K. Landeweer.

Het zal de aandacht onzer lezers niet ontgaan zijn, dat de entrée der Goedestraat vanaf de Biltstraat, er zeer veel op verbeterd en verfraaid is, sinds daar een smaakvol, flink gebouw is verrezen, waarin heden­morgen 11 uur geopend is de Internationale Automobiel-Centrale, eig. de heer K. Landeweer Een aantal genoodigden waren in de ruime garage bijeengekomen om aan de hand van zaakkundige uitleggingen van den ondernemer het gebouw met deszelfs machinerieën enz. hedenmorgen te bezich­tigen. 
Van de garage zelf is uit den aard der zaak weinig meer te zeggen, dan dat ze volkomen voldoet aan de eischen, welke tegenwoordig aan een dergelijke inrichting gesteld mogen worden nl. gemakkelijk in te rijden, ruim, licht en frisch, een cementen vloer en in de onmiddellijke nabijheid der eigenlijke reparatieinrichting, waarin alsmede verschillende machinerieën zijn ge­plaatst, welke door een electro-motor in beweging worden gebracht.
Dat deze machines van de nieuw­ste vindingen zijn behoeft geen betoog, wanneer men weet dat de heer Landweer de nieuwste door de praktijk als deugdelijk be­wezen snufjes in zijn centrale heeft aangebracht. De verschillende ma­chines, boor-, schaaf-, draai- en zaag-machines mochten wij in wer­king zien en... bewonderen. 't Is haast niet te gelooven met welk een gemakkelijkheid en zuiverheid de hardste stukken ijzer en staal onder de ,,handen" der moderne uitvin­dingen , de gewenschte bewerkin­gen ondergaan.
Ter rechterzijde van den doorrit bevinden zich de etalageruimte, en ontvangkamer, in smaakvol oud- Hollandschen stijl en dito kan­toor. In ’t laatstgenoemde compartment werd den genoodigden een glas champagne aangeboden en de onderneming bij monde van éen hunner een flink succes toege- wenscht.
Maar genoeg, een ieder ga de inrichting eens bezichtigen, althans de etalage, waarin zich behalve een prima motorrijwiel merk “Eysink” bevinden twee auto’s der fabriek Nagant uit Luik, een fabrikaat welks deugdelijkheid eenvoudigheid in behandeling en uitvoering ons vanmorgen werd ge­demonstreerd.
Wij wenschen den heer Landeweer succes met zijn onderneming en hopen, wanneer wij wederom eens een kijkje bij hem komen ne­men, de groote garage te klein voor alle tuf-tufs te bevinden.
Nog zij gemerkt, dat den genoodigden een alleraardigst souvenir werd aangeboden.

 Aankondiging uit de TelegraafAankondiging uit de Telegraaf

Klaas Landeweer in 1945Klaas Landeweer in 1945 (foto familiearchief Landeweer)

J. Leonard Lang

leonard-lang-1967-02

Op 15 Maart 1892 vestigde Johan Leonard Lang, nog geen 23 jaar oud, zich met een rijwielzaak op de Nicolaas Witsenkade nr. 45 te Amsterdam. Hij had het agentuur van de Humber en Rambler fietsen, die aanvankelijk nog met massieve banden waren uitgerust. De zaken verliepen voorspoedig en de bedrijfsruimte moest worden vergroot. Dit kon door ruimten aan de begane grond van de panden 39 en 40 erbij te trekken. Ten opzichte van zijn concurrenten was de kracht van Leonard Lang dat hij naast zijn werklust ook een goede en betrouwbare service verleende, plus dat hij zijn klanten persoonlijk les gaf in wielrijden.

André J.H. Ceurvorst

Ceurvorst-19250421--SIB

Andreas (André) Johannes Hermanus Ceurvorst werd geboren in Amsterdam op 27 maart 1882 als zoon van een café-restauranthouder. Hij begon zijn carrière met een fietsenwinkel in de Albert Cuypstraat, waar hij rijwielen verkocht van de firma Adler van de Prinsengracht. Daar kwamen later Belgische motorfietsen bij, de Sarolea en de Berkley.

Circa 1910 kocht hij een auto van het Belgische merk Vivinus en later een driecilinder Panhard & Levassor en een Humber. Niet voor de verkoop, maar voor verhuur met chauffeur. Die chauffeur was André Ceurvorst zelf. Zijn bedrijf heette The Express Garage' en was gevestigd aan de Albert Cuypstraat 240. In zijn jaren als chauffeur leerde hij het vak grondig kennen en kwam als vanzelf in de automobielhandel terecht

Gremi, Groningen

Gremi - Groningse Rijwiel En Motor Industrie

Gremi-balhoofd

De basis voor dit bedrijf werd gelegd in 1903 toen Pieter Wouda een pand kocht aan de Poelestraat 27 in Groningen om er een rijwiel- en motorrijwielen bedrijf te beginnen. Op verzoek begon men ook automobielen te repareren en niet veel later werden auto's ook in het verkoop assortiment opgenomen.

Kort na de Eerste Wereldoorlog werd samen met een broer van dhr. Wouda een extra pand aangekocht, om zowel de zaken te splitsen als vanuit dit tweede pand uitsluitend automobielen te verkopen. Het bedrijf werd omgezet in een Naamloze Vennootschap onder de naam GREMI (Groningse Rijwiel En Motor Industrie). De aandelen werden geplaatst bij enkele vooraanstaande Groningers, onder wie de heren Wouda en de tot directeur van de Gremi benoemde Piet Been, die er al zijn spaargeld in stak.

Na jarenlang agent en dealer van vele auto- en motorfietsmerken te zijn geweest ging men begin jaren dertig over om import-schappen van zowel diverse bekende als enkele obscure motorfietsmerken te verwerven.

Pas toen het bedrijf al ruim een halve eeuw bestond kwam men via de scooterwereld in contact met Hans Glas die in Duitsland de dwergauto's van het merk Gogomobiel op de markt bracht. Gremi verwierf het importeurschap voor heel Nederland en de verkopen van de Gogomobielen overstegen enkele jaren ruim de verwachtingen. Enkele jaren later ontwikkelde Glas de Isar, die beschouwd werd als een wat meer volwassen auto. Door deze ontwikkelingen werd Gremi automatisch een volwaardige auto-importeur.

Helaas ging in de tweede helft van de jaren zestig de vooruitstrevende Glas failliet. De fabriek werd opgekocht door BMW, welk merk in Nederland al werd vertegenwoordigd door Alimpo. In allerijl werd naar een nieuw merk gezocht. Ironisch genoeg werden wegens onbekendheid met de producten en de onwennige markt enkele Japanse merken afgewezen, merken die later jarenlang hoog de Nederlandse verkooplijsten zouden aanvoeren.

Door de overname van het importbedrijf IMOCA, dat in Nederland Oost- Europese producten aan de man bracht, werd Gremi importeur van de merken Scaldia, Volga en Jalta. Helaas liet de kwaliteit van deze producten zowel bij de aflevering als bij het gebruik te wensen over. Dit kostte Gremi veel geld aan garantiekwesties. Nadat de verkopen te ver waren ingezakt om nog winstgevend te zijn, schakelde men over op het Russische merk LADA (gebouwd op verouderde FIAT mallen) en de Zastava (later Yugo) uit het vroegere Joegoslavië.

In 1970 werd een tweede en meer serieuze poging ondernomen door daadwerkelijk het importeurschap op zich te nemen van Subaru, een merk uit de snelgroeiende Japanse automarkt. Toch werd al na korte tijd de import weer afgestoten na geruchten/berichten dat het bedrijf last zou hebben met de financiering/groeistuipen.

De verkopen van de relatief succesvolle Lada deden het bedrijf weer een tijdje opnieuw opbloeien. In de jaren negentig zakten de verkopen opnieuw dramatisch in omdat concurrerende merken in een voor Oost-Europa te snel veranderende wereld ten opzichte van prijs/kwaliteit verhouding aantrekkelijkere auto's maakten. Eind jaren negentig werd Gremi meegetrokken in het faillissement van EuroLada GMBH in Hamburg en werden de zaken beëindigd.