Ahw. en Opleggers (beschrijvingen)
We kenden al geruime tijd onderstaande advertentie:
Verdere gegevens waren niet beschikbaar. Wel was met enig zoeken op internet nog een tweede advertentie te vinden:
Daarop dook Hans Klomp in de geschiedenis van dit bedrijf. Zijn artikel daarover verscheen in het Conam Bulletin van Winter 2024.
Columbusstraat 196
Het adres Columbusstraat 196 in Den Haag ligt in de wijk waarin ik opgroeide en wekte mijn verwondering, want het gaat hier om een bovenwoning met een voordeur, een smalle gang gevolgd door een even smalle trap naar boven. Onderzoek in het Haagse bevolkingsregister levert op dat hier sinds 1946 de weduwe Elisabeth Maria Toutenburg-Landman woont. Wijlen haar man Saake Toutenburg, overleden in 1937, was kantoorbediende en zijzelf ooit stenotypiste van beroep. Er is dus ook hier geen duidelijke verbinding met aanhang- en landbouwwagens.
Maar er woonde nog iemand in dit pand; Charles Toutenburg, de zoon van Saake en Elisabeth. Geboren in 1918 en in 1938 afgestudeerd als vliegtuigbouwkundig constructeur.
Voor iemand met deze opleiding zullen aanhang- en landbouwwagens weinig technische geheimen hebben. Maar overeind blijft de constatering dat het pand Columbusstraat 196 volledig ongeschikt is om dit soort wagens te produceren of te verhandelen. Maar … de advertenties geven een tweede telefoonnummer!
Thiessens garage, Stephensonstraat 92-98
Dat tweede telefoonnummer brengt ons naar de garage van de familie Thiessens in de Stephensonstraat, enige straten verwijderd van de Columbusstraat. Sinds begin jaren dertig heeft Jan Folkert Thiessens hier zijn bedrijf in een ruimte die oorspronkelijk is gebouwd als stallingsruimte voor de melkkarren van Melkinrichting De Landbouw. Na het overlijden van Jan Folkert in 1941 neemt zijn zoon Jan Thiessens de zaak over. De Beeldbank van het Haags Gemeentearchief heeft een mooie foto van het bedrijf:
De foto toont duidelijk het uithangbord Autostalling en latere advertenties van het bedrijf geven alleen maar aan dat hier auto's worden gestald en verhandeld.
Aldus nog steeds geen duidelijkheid over wie de daadwerkelijke producent van de aanhang- en landbouwwagens is. De twijfel slaat toe of er inderdaad ooit wel van deze wagens zijn vervaardigd. Maar o.a. de kranten bieden uitkomst!
TREWA in de pers
Langdurig zoeken naar de officiële registratie van de handelsvereniging TREWA leverde niets op. TREWA zal een afkorting zijn, maar een afkorting van wat? Staat de T van TREWA voor Toutenburg en/of Thiessens? Wel vinden we TREWA terug bij daadwerkelijke demonstaties van aanhangwagens. Zo is in het ‘Verslag der Handelingen van de gemeenteraad van Delft’ over 1950 de volgende passage te vinden:
Ook in diverse kranten wordt TREWA genoemd. Zo zijn er demonstraties van muziektenten in Leerdam, Zaanstad, Kerkrade en Rockanje*. Waarbij het krantenartikel over Zaanstad verrassende nieuwe informatie geeft!
*Leerdam De Gecombineerde 12-05-1951
Zaanstad De Zaanlander 09-09-1950
Kerkrade Limburgsch Dagblad 28-06-1950
Rockanje Nieuwe Brielsche Courant 07-11-1950
Spijkstaal?
De krant De Zaanlander van 9 september 1950 meldt:
‘Spijkenisse’ is hier de plaatsnaam die onze aandacht vraagt. Spijkenisse is immers de vestigingsplaats van Spijkstaal. En Spijkstaal maakte juist in deze jaren vele muziektenten.
De Spijkstaal-webpagina van de Conam daarover:
Tachtig werknemers zijn er bezig met de productie van landbouwwagens, aanhangwagens, ramen, constructiewerk en verplaatsbare muziektenten. Tussen 1950 en 1965 worden er 130 van die opvouwbare podia gemaakt.
Het heeft er dus alles van dat TREWA een samenwerkingsverband was tussen Spijkstaal, Thiessens en Toutenburg. Mogelijk weet een Spijkstaal-kenner hier meer te melden? .
Tenslotte
Na 1951 is er geen melding meer van TREWA. Charles Toutenburg vestigt zich in Brabant en overlijdt daar in 2011. Jan Thiessens overlijdt in 1971. De garage wordt vervolgens benut door Autobedrijf van Santen en door Cor Car Classics. In 2020 worden de ruimtes grotendeels omgebouwd. Van de muziektenten van Spijkstaal zijn er nog steeds enkele in gebruik; de Stichting Oranjefeesten Heenvliet bezit er één. Zie hiervoor hun website Stichting Oranjefeesten Heenvliet.nl met foto's en tekeningen van hun Spijkstaal-muziektent.
Het bedrijf is na de Tweede Wereldoorlog gestart in Slochteren met de bouw van aanhangwagens en opleggers. Zij hebben honderden stuks geleverd, door het hele land maar vooral ook in de Noordoostpolder. Rond 1968 is het bedrijf verkocht en ging verder onder de naam Gebr. Brekeling v/h Steenhuis Aanhangwagen- en trailerbouw.
Floor’s Handel en Industrie was een fouragehandel en transportbedrijf dat zich al voor de Tweede Wereldoorlog in Hilversum had gevestigd. Na de oorlog werd het bedrijf hervat, waarvoor in 1947 een Mack werd gekocht voor het transport van bakstenen. Gewone aanhangwagens bleken onvoldoende sterk hiervoor en dus besloot Floor zelf een aanhangwagen te bouwen. Deze bleek zo goed, dat er vraag naar kwam en dus startte Floor in 1948 met de bouw van aanhangwagens en vanaf 1953 ook opleggers.
(bron: Buurman, Gerlof, De historie van Mack truck in Nederland, 2004)
Groenewegen startte in 1931 aan de Schans 150-152 in Rotterdam. Vanaf het begin heeft Groenewegen zich toegelegd op de productie van wegtransportmiddelen. In 1957 werd de productie uitgebreid met een tweede productielocatie in Etten-Leur, dat in de jaren daarna uitgroeide tot de hoofdvestiging van de onderneming.
Zie voor de geschiedenis van Broshuis hun website
Polynorm begon na de Tweede Wereldoorlog met de fabricage van aanhangwagens voor het Nederlandse leger. Deze waren bestemd voor de ”kleinere” legervoertuigen binnen de krijgsmacht. De Polynorm aanhangers werden geproduceerd in verschillende gewichtsklassen. De kleinste aanhanger, ”de jeeptrailer”, werd in grote aantallen (onder licentie) geproduceerd. Het enige verschil met de jeep aanhangers is dat Polynorm ronde spatborden erop heeft gezet. De wielbasis is gelijk gebleven. (Deze aanhangers werden ook bij Pennock en en Roset gemaakt).
Polynorm assembleerde ook vanaf 1955 de Britse Standard en later de Zweedse Volvo. Tegenwoordig houdt Polynorm zich voornamelijk bezig met het vervaardigen van plaatwerk en chassisdelen voor automobielen, onder andere voor Daimler Benz.
In 1926 werd het bedrijf voor het eerst officieel geregistreerd. De grootvader van Van den Dijssel vervaardigde in een schuur achter zijn woonhuis degelijke boerenwagens in zijn wagenmakerij. Zijn zoon nam het bedrijf in 1955 over. Het einde van paard en wagens als transportmiddel was al ingezet, hij concentreerde zich op vrachtwagens. Zo begon hij in 1963 met tankwagens, een activiteit die tot op de dag van vandaag een kern vormt van de activiteiten. Daar bleef het niet bij. Vrachtwagens voor duiventransport of camptrailers voor in de woestijn.
Het bedrijf wordt sinds medio 2019 geleid door ir. Henri en van Dijssel en zijn zoon Lukas van den Dijssel. Met zijn jarenlange ervaring in de elektrotechniek en werktuigbouwkunde neemt Henri te technische leiding op zich, en Lukas brengt buiten zijn frisse blik ook zijn kennis en kunde op het gebied van IT in om het bedrijf hernieuwde energie te geven.
Tekst overgenomen van de website junior99.nl
N.V. Machinefabriek 'Kampen' te St.-Annaparochie, Aanhangwagen en opleggerfabriek.
PKA staat voor 'Piet Kampen Aanhangwagen'. In de Heerenveensche Koerier van 22 oktober 1948 staat een uitgebreid artikel over Pieter Kampen en zijn landbouwwerktuigenfabriek waar hij op 1 januari mee startte door de overname van een klein smederijtje. De fabriek ging in 1951 failliet. In de advertentie van het daaropvolgende boelgoed werden twee auto's genoemd: een 1-tons gesloten bestelauto "Chevrolet" en een 4-persoons luxe auto "Ford Prefect". Op naam van Pieter Kampen uit St. Annaparochie stonden de kentekennummers B-32002 , B-34496 en B-40901.
Uit een advertentie in het Fries Landbouwblad blijkt dat bij het Faillissements-Boelgoed op 24 januari 1952 van P. Kampens Landbouwwerktuigefabriek annex Smederij te Sint Annaparochie de moderne inventaris en de gehele voorraad landbouwwerktuigen, gereedschappen en materialen worden verkocht. O.a. 4 hooitransporteurs (8, 10 en 12 m), bietentransporteur op verstelbaar onderstel (5,5 m), aanhangwagens, veldeggen, aardappellichters, ploegen, weideslepen, een grote partij landbouwmachine-onderdelen, enz.
Het bedrijf maakte een doorstart onder de naam N.V. Machinefabriek 'Kampen' te St.-Annaparochie, Aanhangwagen en opleggerfabriek. Verder was er ook de mogelijkheid om trucks op te bouwen met aanhangwagens in dezelfde stijl. Op een gegeven moment werkten er 50 man. PKA (de garage) was dealer van Fiat personenwagens en had ook het dealerschap voor Henschel vrachtwagens. PKA maakte meer dan 1000 opleggers en aanhangwagens. Het waren goede producten en zelfs Defensie kocht een serie van 5 stuks.
Op de RAI-tentoonstelling van 1962 toonde Renova onder andere de lichtgewicht 'REKA-TRAILER', die in samenwerking met de trailerfabriek P. van Kampen (P.K.A.) te St.-Annaparochie werd vervaardigd. De trailer was opgebouwd met een gesloten aluminium carrosserie volgens het 'RENO'-systeem. Dit was een nieuw aluminium profiel in kokeruitvoering. De zijbeplating was uitwendig monteerbaar en demonteerbaar. Door zijn kokerprofiel gaf dit een grote zijdelingse stijfheid, terwijl geen houtopvullingen of dergelijke meer nodig waren voor het aanbrengen van de binnenbetimmering.
Met dank aan Eric van Dijk.
Artikel uit Bedrijfsvervoer d.d. September 1958: Edbro Kipinstallaties
"Bij de hier in Nederland beschikbare kipinstallaties is een nieuw exemplaar gevoegd, de Edbro kipinstallatie. Men moet nu echt niet denken, dat dit een geheel nieuwe apparatuur- is. Niets is minder waar. Deze Edbro apparatuur is al tientallen jaren in de productie en ook in ons land in gebruik, waar zij op geruisloze wijze is binnengekomen. In de eerste plaats denken wij hier aan sommige Edbro-installaties, die na de tweede wereldoorlog met de dumpgoederen binnenkwamen, en meer in het bijzonder aan de Edbro-apparatuur op de Karrier vuilniswagen-eenheden, die door ondeskundigen vaak voor Commer-apparatuur wordt aangezien. Het feit dat Commer -die, zoals bekend, de bedrijfsauto-afdeling is van de grote Britse Rootes groep- op haar Karriermodellen, en dan voornamelijk op haar huisvuil-ophaalmodellen, deze Edbro kipapparatuur als standaard monteert, zegt overigens wel het een en ander over de kwaliteit hiervan.
De firma Netam -opgericht door dhr. B.H. van Rijn in 1932- had voor de oorlog al een goede naam als bouwer van kippers en speciale opbouw op bestaand chassis en de bouw van opleggers en aanhangers. In de oorlog lag dat soort werk praktisch stil, daarom kreeg Ir. Stein de opdracht om elektrische voertuigen te ontwerpen voor goederenvervoer en personenvervoer. Met dit project is Netam even autofabrikant geweest maar na de oorlog keerden ze weer terug naar aanhangers en opleggers. In 2002 is het bedrijf failliet verklaard.
Van der Ploeg's Fabrieken te Nieuwerkerk aan de IJssel, Pacton
In 1928 begonnen de broers Hub en Wim een constructiewerkplaats, waar zij auto's en motorfietsen konden repareren. Daarnaast vervaardigen ze onder andere werktafels, transportbanden en magazijnrekken. Twee jaar later besloten zij om ook aanhangwagens te gaan fabriceren en dat werd een groot succes. In 1932 werd de naam van hun bedrijf dan ook gewijzigd in 'Van Doorne's Aanhangwagenfabriek N.V.', kortweg D.A.F.
Voor DAF vrachtwagens en personenautos klik hier
Vanaf 1939 gaf Anton Nooteboom leiding aan het familiebedrijf. Het groeide in de navolgende jaren voorspoedig uit tot producent van moderne transportmiddelen.
In de oorlogsjaren 1940-1945 ontwikkelde Nooteboom een formule die een doorbraak voor het bedrijf zou gaan betekenen. De productie van moderne landbouwwagens op luchtbanden en assen op kogellagers bleek zeer succesvol. In 1945 had Nooteboom 10 man in diens en werden er 80 wagens per jaar verkocht. In 1949 volgde de productie van kiepers en opleggers.
In datzelfde jaar ontwierp Anton Nooteboom de laadlift. Het bedrijf specialiseerde zich in kippers, kranen, laadliften, aanhangwagens en opleggers. De hydraulische kipper was het paradepaardje. Dat bleek wel uit de slogan "Wij zijn onbetwist Kipperspecialist".
Door de vernieuwingen en uitvindingen groeide het bedrijf in Kethel uit zijn jas. In 1953 werd geïnvesteerd in een bedrijfsterrein met een enorme loods in Utrecht. Deze vestiging werd het toeleveringsbedrijf voor de productie van hydraulische kippers.
Na de Watersnood in Zeeland in 1953 werd gestart met de opbouwwerkzaamheden en daardoor ontstond een grote vraag naar diepladers en dragliners. In 1953 bouwde het bedrijf de eerste dieplader met afneembare assen.
Bij de volgende order kwam Anton Nooteboom op het idee om de dieplader te voorzien van uitzwenkbare wielstellen. De eerste dieplader met pendelassen was een feit. Deze transportoplossing is in die tijd de absolute top in de diepladertechnologie. Nooteboom gaf alle voertuigbouwers het nakijken met deze innovatie. De uitvinding van Anton Nooteboom was een grote mijlpaal voor het bedrijf. Feitelijk was hert de eerste stap van Nooteboom in het segment van uitzonderlijk wegvervoer.
In Utrecht werd gestart met de ontwikkeling en productie van trailers voor extreme ladingen. Dat Nooteboom zich prominent op de kaart heeft gezet bleek wel uit de order van de Koninklijke Landmacht voor 30 diepladers voor het transport van AMX-tanks.
(Tekst brochure Nooteboom)