volgnummers 1898-1906
Op deze foto heeft de Darracq nog het rijksnummer 7 dat op naam stond van autohandelaar Aertnijs. Op 5 december 1905 kreeg deze Darracq het rijksnummer 1636 dat op naam stond van Dhr. Eugenius Joannes Carolus Hubertus Sassen te Breda. De foto is gemaakt bij de woning van Dhr. Sassen in Breda (klik voor een vergroting). Mogelijk zit een verkoper van Aertnijs achter het stuur. (Foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).
Het rijksnummer 922 werd op 23 juni 1903 afgegeven aan Alphonsus Johannes Maria Spierings (Den Bosch 1877-Veghel 1944). Zijn vader was bankier in Den Bosch en lid van Provinciale Staten, zijn moeder een telg uit het vooraanstaande geslacht Sassen. Alfons zelf bereikte niet de maatschappelijke status van zijn ouders - hij was o.a. medewerker bij de Hanzebank en muziekleraar – maar werd na de dood van zijn vader in 1897 een gefortuneerd man.
Alfons kocht in juli 1902 bij de plaatselijke autohandelaar B.A. Jansen een voertuig van onbekend merk, dat het kenteken 749 kreeg. Mogelijk was dit een door Jansen zelf vervaardigde vierwielige voiturette, voorzien van een De Dion Bouton-motor. Kennelijk was Alfons er niet zo tevreden over, want enkele maanden later verkocht hij de auto èn het kenteken aan een andere Bossche autohandelaar, F.F. Schuurmans.
In maart 1903 kocht Alfons bij diezelfde Schuurmans een andere auto waarvan alleen bekend is dat het voertuig was uitgerust met een 4,5 pk motor. Het kreeg het kenteken 922. Ook dit exemplaar voldeed niet, want amper twee maanden later werd ook deze auto weer van de hand gedaan.
Alfons schafte in juni 1903 via importeur Leonard Lang in Amsterdam een spiksplinternieuwe auto aan van Belgische makelij, een Dechamps. De auto moest uit België komen, bij het retourtransport werd zijn oude auto meteen meegenomen. Terug naar de fabriek? Of had de importeur voor deze inruilauto een nieuwe Belgische klant gevonden? Deze Dechamps kreeg het rijksnummer 922. Toen in 1906 de provinciale kentekens werden ingevoerd, kreeg deze Dechamps van Alfons het nummer N-440. Ten tijde van deze foto was de auto dus al zeker drie à vier jaar oud.
Bron: BHIC.nl
Op 20 juni 1905 diende Machinefabriek firma A.F. Smulders uit Rotterdam een aanvraag in voor het verkrijgen van een vergunning om te mogen rijden op de rijkswegen. Op 4 juli 1905 kreeg hij daarvoor het rijksnummer 874 toegewezen.
Op de aanvraag vermeldde hij dat het ging om een elektrisch aangedreven automobiel van het merk Electromotion, maar hoe en waar hij deze automobiel heeft gekocht is onbekend.
Het Amerikaanse merk Columbia had een vestiging in Parijs van waaruit de verkoop van dit merk plaatsvond, maar vanaf 1902 tot zeker in 1906 bouwden ze ook volgens een eigen, mogelijk aangepast ontwerp. Er wordt in hun advertenties dan ook niet meer verwezen naar Columbia, maar naar Electromotion. (De afbeelding is afkomstig van een advertentie van Electromotion).
Het rijksnummer 253 werd op 26 juli 1900 afgegeven aan de firma Verwey & Lugard voor een Peugeot. De firma was importeur van diverse merken, waardoor dit nummer op vele verschillende automobielen voorkomt.
Het rijksnummer 228 werd in eerste instantie afgegeven op 29 juni 1900 aan dhr. P. Malotaux te Sas van Gent voor een 7pk break van een onbekend merk. Op 14 januari 1903 werd dit nummer overgeschreven op een 1901 F.N. (foto links) op naam van de heren P. Malotaux en H. Mechelynck. Hun geschiedenis wordt beschreven in dit artikel.
Deze F.N. heeft tevens het Zeeuwse nummer Z-204.
Lang werd gedacht dat het witte bord met de halfronde bovenzijde met het cijfer 228 een Belgisch kenteken was, maar omdat de plaat geen aanduiding heeft van een Belgisch rijkswapen en ook niet de tekst ‘Belgique’ bevat, moet dit het rijksnummer 228 zijn.
Blijft over de vraag, waarom dan dat nummer 228 op een plaat met onmiskenbaar de vorm van een Belgische kentekenplaat uit die tijd terecht is gekomen. We moeten ons realiseren, dat beide heren zowat op de Nederlands-Belgische grens in Sas van Gent woonden en werkten. Voor België hadden zij ongetwijfeld ook een (onbekend) Belgisch kenteken nodig, zoals gebruikelijk in die eerste jaren van de vorige eeuw. Het is heel goed voorstelbaar, dat zij een ‘oude’ Belgische plaat hebben (laten) overschilderen met daarop het Nederlandse rijksnummer. Het kan misschien ook nog zijn, dat ze een blanco Belgische plaat voor dit doel beschikbaar hadden.
Een Gelria, type dogcart, van dhr. G.J. Jannink uit Goor. Dhr. Jannink had twee Gelria's waarvoor het rijksnummer 222 was afgegeven (afgiftedata 23-6-1900 en 1-8-1900). (Klik hier voor een grotere versie)
Een Benz Dogcart waarvoor op 16 juni 1900 Jhr. mr. R. A. P. Sandberg tot Essenburg uit Colmschate het rijksnummer 219 kreeg toegewezen. Klik hier voor een grotere foto. Deze is gemaakt op de buitenplaats De Bannink, bij Deventer.
Een Vivinus uit 1899/1900 waarop in 1900 het Rijksnummer 188 is afgegeven aan W.A. Laan te Wormermeer. Waarschijnlijk is deze auto later verkocht, want dit is een uitvergroting van een foto uit 1902 die hangt in het Purmerend Museum. Het bijschrift luidt: "Notaris Bar uit Wormerveer op rondreis door de streek, reed in 1902 de eerste auto de Kaasmarkt over. Fotograaf Coppens vereeuwigde de volksoploop op een prentbriefkaart."
Het rijksnummer is niet meer te zien, wel is voorop een vergunning voor het berijden van provinciale wegen geplakt.
Rijksnummer 165, afgegeven op 13 maart 1900 aan J. le Minjé te Amsterdam voor een Benz Landaulette.
De rijksnummers 161, 162 en 163 werden op 3 maart 1900 afgegeven aan de Maatschappij tot Exploitatie van Automobielendiensten in Nederland, gevestigd in Dongen. Deze onderneming werd opgericht door Jac. Aarts en was – ondanks de landelijke pretenties in de naam – in eerste instantie vooral bedoeld voor een busdienst tussen de havenplaats Waspik, Dongen en Rijen met zijn treinstation. De motortram-omnibus bood plaats aan twintig personen binnen en tien mensen buiten. Behalve een tekening in een prospectus is er geen verder bestaansbewijs in bijvoorbeeld de vorm van een foto van deze omnibus.
Klik hier voor het volledige verhaal van Jac. Aarts en zijn onderneming.
Rijksnummer 156 werd op 25 januari 1900 afgegeven aan Charles Francois Testas tot Oud-Wulven uit Houten (hier op de foto) voor een Mors. Op 21 november 1903 verkocht hij de Mors inclusief rijksnummer aan autohandelaar A.G. Immink te Utrecht, die de auto -wederom inclusief rijksnummer- op 19 augustus 1904 verkocht aan A. Brom te Utrecht.
Rijksnummer 138 (afgegeven op 15 december 1899) op de Vivinus (of een onder licentie van Vivinus gebouwde De Dietrich) van de heer J. Francken die werkzaam was bij Vivinus-importeur Firma B.J. Rubens & Co.
Deze fraaie foto toont de 'motoromnibus' met het rijksnummerbewijs 123 van Pennock. Dit nummer werd afgegeven op 25 september 1899. Deze omnibus reed in 1900 een aantal maanden op het traject Den Haag-Wassenaar. Eerst zelfs nog als dubbeldekker. Hij werd voortbewogen door een stoommachine van het Engelse The Liquid Fuel Engineering Company. Het voertuig was aanvankelijk uitgerust met vier houten wielen met stalen banden, die later vervangen werden door massieve rubberbanden van Peters Union. De bus vond na een half jaar een nieuwe eigenaar in Papendrecht, die ook maar kort plezier van deze bus heeft gehad. Deze foto is genomen op 16 juni 1902 (klik op de foto voor een grotere afbeelding).
N.J. Kamperdijk uit Heelsum deed zijn aanvraag voor een rijksnummer op 25 juli en kreeg op 4 september zijn vergunning met nummer 119, na een kleine 1,5 maand dus. Verder blijkt de Vincke van Kamperdijk op exact dezelfde locatie te zijn gefotografeerd als de auto met rijksnummer 126 van kolonel Mulder. Dus is het de vraag of het wel een andere auto is: alleen de voorste lampen lijken te ontbreken. Een andere optie is dat Mulder op dat moment al aan het handelen was en twee identieke auto's had gekocht waarvan er een naar Kamperdijk werd doorverkocht.
Detail van een foto genomen tijdens de eerste N.A.C. clubtocht op 15 augustus 1899. Links dhr. J.D. Waller v.d. Kasteele op de Benz 3 PK, het is onbekend wie naast hem zit.
Dhr. J Goettsch op de Benz 3PK met rijksnummer 113. De foto is een detail van een grotere foto genomen tijdens de eerste N.A.C. clubtocht op 15 augustus 1899. Vóór de Benz zit dhr. W.J. v.d. Elst op een 1/4 PK De Dion-Bouton tricycle. (Info afkomstig van Hans van Groningen uit een interview met autopionier dhr. M.W. Aertnijs)
Rijksnummer 107 op de Benz van Mr. W.J. Blanckenhagen uit Zeist. Dit nummer werd afgegeven op 5 augustus 1898.
Rijksnummer 106 gezien in het interieur van de 'Eerste Utrechtsche Wielrijschool' in het bedrijf van de gebroeders Goettsch te Utrecht. Hier kon men ook leren autorijden. Het rijksnummer is op 5 augustus 1899 afgegeven aan dhr. H.Th. Verkerk uit Utrecht, maar werd op 28 augustus 1902 overgeschreven op naam van Dr. N.G. Huffel, ook uit Utrecht, waarschijnlijk zien we hem hier op de Benz.
Rijksnummer 95 op een Benz Comfortable uit 1898-1901 die eigendom is geweest van F.E. van der Valk uit Rotterdam (klik hier voor voor een vergroting). De foto -uit 1913- komt uit het Groninger Archief en is gemaakt bij de Historisch-allegorische optocht ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsfeesten (Vervaardiger: Kramer, P.B.)
Rijksnummer 86 werd afgegeven op 21 juli 1903 aan W. J. H. Furnée uit Scheveningen (ZH) voor een De Dion Bouton 9 HP. Dhr. Furnée was bankier te Den Haag.
8 augustus 2016: Een kleine kanttekening van Ariejan Bos: "De aanvraag van Furnée geldt voor een 9pk model, maar in alle officiële lijsten en boeken komt een 9pk model niet voor, wel een 8pk of een 10pk. Hij bestond wel want in een Italiaanse (!) advertentie van 1903 wordt melding gemaakt van een 9pk. De auto heeft verder wel het uiterlijk (zoals bv. de sterk gebogen veerhanden) van een 1 cylinder 8pk (type O), dus mogelijk heeft het pk-verschil iets te maken met nationale pk-berekeningen.
(De afbeelding hierboven is een detail van een ansichtkaart, collectie Gijsbert den Hollander)
Rijksnummer 85 op de Benz van dhr. Th. Egbers uit Nijmegen
Dhr. Egbers was ook carrosseriebouwer
Hieronder een stereofoto van de Peugeot Type 15 van dhr. D. Siem. Gezien de uitgiftedatum van Siem’s nr. (30-06-1899) zal de foto van dat jaar of wat later moeten zijn. (uit: L. de Vries: Nederland 1857-1920 gezien door de stereoscoop, SDU, Den Haag, 1989)
Rijksnummer 83 op de De Dion-Bouton van dhr H. van der Tak uit Boskoop. Dit is blijkbaar zijn tweede auto (uitgiftedatum van de vergunning 16-6-1904)
Rijksnummer 81 op een Mors chassis gebouwd door Veth in Arnhem. Het nummer was afgegeven op 20 juni 1899 aan de makelaar in effecten/bankier J.W. Berends te Arnhem.
Rijksnummer 80 op de 1899 'Groninger Motorrijtuigenfabriek' (systeem Lutzman) van dhr. W.C.P. van Kleef uit 's-Gravenhage.
Electricit, Nederlandse Metaalwarenfabriek te Amsterdam ±1900. Zie het artikel over deze auto.
Rijksnummer 72 (De Darracq van dhr. Nahuys uit Limmen?) tijdens de RAI-tentoonstelling van 1905. De zes bestuursleden van de RAI poseren met hoge hoeden ter gelegenheid van het feit dat de eerste zescilinder auto werd geëxposeerd.
Rijksnummer 70 op de Benz 1899 van Willem Helmich van Heek (zie A. Bos: Wilhelm Gassner - De eerste garagehouder van Enschede, in: n Sliepsteen, 1996 nr. 45)
Rijksnummer 69. De Benz van Jhr. de Brauw staande in de garage van Verweij en Lugard in Den Haag (vergroting van foto op een advertentie van V&L, ca 1900).
Rijksnummer 67, op 25 mei 1899 uitgereikt aan Johan Anthony Stoop, mededirecteur van de Dordtsche Petroleum Maatschappij. De foto is vermoedelijk gemaakt aan de Tasmanstraat te Den Haag. Links voor de auto staat J.H. Scheffer (* 1 november 1884). Achter het stuur zit ‘Ome Willem (Scheffer?) met daarnaast de monteur Jan de Gelder.' (Foto: collectie Van Groningen-Waldeck).
De auto is een Peugeot type 24, gebouwd van 1898 tot 1902. Stoop was de tweede Dordtenaar aan wie een Rijksnummer was uitgereikt. Daarvoor was hij misschien wel een der eerste autopioniers in Nederlands-Indië. De Dordtsche Petroleum Maatschappij had in de kolonie een paar grote concessies. Toen Stoop hoorde dat er in Europa voertuigen uitgevonden waren die zich met benzine voortbewogen (tot dan toe in het raffinageproces nog een afvalproduct) liet hij dan direct ook zo’n voertuig overkomen. Na zijn terugkomst in Nederland kocht hij hier ook een auto. Dat hij techniek een warm hart toedroeg blijkt uit het feit dat hij ook medeoprichter was van de plaatselijke M.T.S.
Rijksnummer 66 stond op naam van Ph.(P).J. Adrian & Co, autohandelaar en importeur van Delahaye te 's-Gravenhage die met deze vergunning dit nummer mocht voeren op 6 motorrijtuigen.
Rijksnummer 61 werd afgegeven aan Baron M. van Randwijck uit Rossem voor een Métropole. Dat hij een Métropole had weten we uit De Kampioen van 21 sept. 1900, waarin een lijst van de autobezitters tot dat moment stond afgedrukt. Zijn rijvergunning dateerde evenwel al van 9 mei 1899. Darracq kwam pas in juni 1899 in de pers met zijn Bollée-licentie, dus het is niet waarschijnlijk dat Randwijck's eerste auto al zoiets was. Het ligt dan voor de hand dat hij als eerste automobiel de hiernaast afgebeelde Cambier had, en daarna overstapte op de Darracq-Bollée-Métropole (verkocht door Aertnijs).
(Bron foto: Streekarchief Bommelerwaard)
Rijksnummer 57, afgegeven op 8 april 1899, op de Benz 1899 van Jacobus Spijker, fabrikant van automobielen te Amsterdam (Trompenburg)
Rijksnummer 42 werd op 9 januari 1899 afgegeven aan dhr. H.J. van Ewijk uit Amsterdam voor een Decauville 3pk.
(bron foto: Motor Cahier van Henk Sickens de Wal)
Mevrouw P.F. van Lelyveld had een gaatje in de wettelijke instructies gevonden, en nam de vrijheid het haar toegewezen nummer 40 in Romeinse cijfers op haar Georges Richard te vermelden. Klik hier voor het hele verhaal.
Waarschijnlijk is deze foto genomen in de garage / opslagruimte van T.J.J.H. de Wit uit Hilversum die importeur was van Vivinus. De Wit's eerste auto was een Benz, overgenomen van De Bont, waarmee de Wit ook in de lijst met rijksnummers staat. De voorste auto op de foto, die waarschijnlijk genomen is voordat hij overstapte naar Vivinus, is een F.N. uit 1901 (klik hier voor een grotere versie).
Rijksnummer 28 op een Benz Comfortable uit 1898. Het nummer was op 10 oktober 1898 afgegeven aan B. Veth van de gelijknamige carrosseriefabriek te Arnhem. Veth maakte hier een eigen carrosserie 'calèche' op. Verkocht in maart 1903.
Rijksnummer 27 is een 1903 Renault 14pk van F. Jurgens uit Oss. Hij verkocht zijn Darracq met nummer 1047 aan H. Jurgens en kocht zelf een nieuwe Renault. Hij kreeg het nummer 27 dat blijkbaar vrijgekomen was. Het is maar de vraag of hij dit (ook toen al begeerde lage) nummer via connecties kreeg.
Op 3 september 1898 kreeg Theodorus (Thei) Hubertus Cox uit Roermond Rijksnummer 24 voor zijn Benz Comfortable. De foto is genomen voor het bedrijfspand van Thei Cox op de Godsweerdersingel. Hij zit zelf achter het stuur, naast hem zijn tweede vrouw Agnes Walraven en tegenover hem zijn oudste zoon Harry (Henri).
Rijksnummer 11 op de Decauville van Jan Leonard Lang. Hij kreeg dit lage nummer op 22 november 1902 (lees hier waarom).
Zie ook deze advertentie
Rijksnummer 10 afgegeven op 26 april 1898 op de Benz Confortable van dhr. H.A. Mos uit Nijmegen. De Benz was aangeschaft via Aertnijs. De foto is genomen op zaterdag 9 juli 1898 tijdens de rit Parijs-Amsterdam-Parijs vanaf de veerstoep in Lent met de Waal en Nijmegen op de achtergrond. Vanaf het pontveer komen de eerste deelnemers aan de wegwedstrijd aanrijden. Mos was bij deze gelegenheid wedstrijdcommissaris. Vermoedelijk is hij de man op de foto die naast de driewieler loopt met de witte band om zijn arm (klik hier voor een grotere versie). Foto Pierre Weijnen; collectie Anton J. Janssen.
De heer M.W.L.J. Aertnijs kreeg als autohandelaar Rijksnummer 7 toegewezen. Hier onder worden de door hem verkochte auto's in volgorde van bouwjaar weergegeven:
Hieronder een brief, gedateerd 1 maart 1898, van dhr. H.L. Manson uit Amsterdam aan de Minister voor het verkrijgen van een vergunning voor het berijden van de Rijkswegen. Op kreeg 26 april 1898 kreeg dhr Manson het Rijksnummer 5 toegewezen.
De allereerste auto die een vergunning met volgnummer kreeg uitgereikt was van W.A. van Dam uit Groningen. De 'auto' was ook gelijk een Nederlands product in 1898 gefabriceerd door de Groninger Motorrijtuigen Fabriek volgens Systeem Lutzmann. De foto is genomen in Zoutkamp (foto coll. Mevr. H.W.S. Mansholt). De officiële afgifte van rijksnummer 1 aan W.A. van Dam op 26 april 1898 bevindt in de collectie van Museum Louwman.