Rijksnummer 1946 afgegeven op 17 augustus 1905 aan Cord H. van Erk te Enschede voor een Vivinus
volgnummers 1898-1906
Deze Dürkopp vrachtauto van de Fa. Hulstkamp & Zoon & Molijn had Rijksnummer 1811, afgegeven 13 juli 1905
Rijksnummer 1685 van dhr. Fürst uit Amsterdam
Rijksnummer 1649 afgegeven op 27 juni 1905 voor de Benz (Velo of Comfortable?) van A. Beek uit Alkmaar
Op deze foto heeft de Darracq nog het rijksnummer 7 dat op naam stond van autohandelaar Aertnijs. Op 5 december 1905 kreeg deze Darracq het rijksnummer 1636 dat op naam stond van Dhr. Eugenius Joannes Carolus Hubertus Sassen te Breda. De foto is gemaakt bij de woning van Dhr. Sassen in Breda (klik voor een vergroting). Mogelijk zit een verkoper van Aertnijs achter het stuur. (Foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).
Dhr. Sassen (Oosterhout 1877-Haarlem 1926) was de zoon van H.A. Sassen, een Bossche advocaat en lid van de Provinciale Staten. Eugenius zelf was bankier in Breda. in 1906 krijgt de auto het provinciale nummerbord N-311. Hoewel Sassen later verhuist naar Haarlem blijft hij tot zijn dood dit kenteken voeren.De Darracq in 1905 bij de woning van Sassen aan de Baronielaan in Breda (klik voor een vergroting). (Foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).
Bij een onbekend buitenverblijf (klik voor een vergroting) (foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).
Op deze foto uit The Car van 23 augustus 1905 staat de Darracq uit 1902 van dhr. M. van der Becke (van der Beeke of van der Becken) uit Antwerpen. Het Rijksnummer 1609 werd afgegeven op 22 april 1905. Het nummer 8992 is afgegeven in België. Deze auto had ook het Zeeuwse nummerbewijs Z-507 (hier niet zichtbaar).
Twee zeer wazige foto's, maar dat heeft een oorzaak. Het zijn namelijk 'stills' uit een een filmpje dat algemeen als de oudste Nederlandse 'speelfilm' wordt beschouwd. Het duurt slechts een paar minuten en is alleen een achtervolging. Het meest bijzondere is dat de achtervolgde man op een bepaald moment op een voorbijrijdende auto springt. Dit is waarschijnlijk het oudst bekende filmbeeld van een Nederlandse auto.
Het rijksnummer is 1565, wat op 24 maart 1905 werd afgegeven aan J. P. Bourdier te 's-Gravenhage. Het merk van de auto is (nog) niet bekend.
Rijksnummer 1542 werd afgegeven op 26 november 1904 aan J.J.F.H. de Wit Hzn. uit Hilversum. Deze foto is genomen in mei 1905
Rijksnummer 1541 afgegeven op 26 november 1904 aan A.L.G. Couvreur uit Rotterdam voor een 1 cyl. 7pk Renault.
Rijksnummer 1539 was toegewezen aan deze Vivinus die eigendom was van de heer J. Verheijen uit Roosendaal. Hij staat links op de foto. De man in het midden is garagehouder Emile Lemmens. De auto is later verkocht aan suikerfabrikant Caritat de Perruzis. (Foto: Gemeentearchief Roosendaal en met dank aan Jan Lemmens, kleinzoon van Emile Lemmens)
Een Gardner Serpollet 22 pk stoom omnibus uit 1905 op het traject Hardinxveld-Papendrecht met rijksnummer 1532, afgegeven op 10 november 1904 op naam van A.J.M. van Houten uit Harmelen. Klik hier voor een grotere foto. De omnibus had 16 zitplaatsen binnen plus 6 staanplaatsen op het achterdek. De man aangeduid met X is de directeur, de heer Willem Steiner. Een andere foto van deze omnibus is te vinden in het Utrechts Archief.
Rijksnummer 1460 op de De Dion Bouton van dhr. G. Lensvelt uit Vlaardingen
Rijksnummer 1424 van dhr. A. Hoboken van Hoedekenskerke uit Scheveningen.
Rijksnummer 66 behoorde toe aan P..J. Adrian & Co, autohandelaar en importeur van Delahaye te 's-Gravenhage die met deze vergunning dit nummer mocht voeren op zes motorrijtuigen. Deze Delahaye werd korte tijd nadat deze foto is gemaakt opnieuw geregistreerd onder nummer 1413. Dit is een advertentie uit De Kampioen van 23 september 1904. Hierop valt nog (met moeite) het rijksnummer 66 te lezen, maar op 23 juni 1904 werd voor deze Delahaye het rijksnummer 1413 aangevraagd door dhr. Haller, directeur van het Hotel des Indes. Op het moment dat de foto van de advertentie werd gemaakt, was de aanvraag voor het nummer 1413 vermoedelijk nog in behandeling.
Rijksnummer 1396 op een Panhard van dhr. Funke, directeur van het Nieuws van de Dag. Deze auto had eerst Rijksnummer 11 op naam van J. Leonard Lang, maar werd later omgenummerd.
Rijksnummer 11


Mevrouw Van Delden deinsde er niet voor terug om zelf reparaties uit te voeren aan haar Royal Star. Behalve het Rijksnummer 1310 droeg deze auto ook het Zeeuwse nummer Z-336
Rijksnummer 1302 op de automobiel van de heer L. Smit uit 's-Gravenhage
Rijksnummer 1294 was toegewezen aan de Oldsmobile bestelwagen van de Fa. Dyserinck uit Haarlem.
Rijksnummer 1272 op een Darracq Tonneau uit 1904. Dit nummer werd op 23 juni 1904 afgegeven op naam van P. Dorhout-Mees te Zuidlaren in Drenthe. De foto is genomen op 13 juli 1905 tijdens het bezoek van Prins Hendrik aan de Knopenfabriek J. Mulder en zoon. (Fotograaf A. D. Prummel, collectie Groninger Archieven). Klik hier voor de originele foto.
Rijksnummer 1270 (mogelijk 1461) op de Peugeot van Baron Creutz te Rozendaal Winnaar 1e prijs bloemencorso van de automobielweek (semaine automobile) te Scheveningen, juli 1905

Rijksnummer 1240 werd op 8 december 1905 afgegeven aan F.C.O.M. Hombach uit Hulst. Dit is een detail van een grotere foto uit Zeeland gemaakt in -waarschijnlijk- december 1905 (klik hier). Merk op dat de heeren-jagers allemaal een hoed op hebben en de drijvers een pet! De auto van deze foto draagt vermoedelijk het nummer Z602 (alleen de '60' is te herkennen op de foto). Dit Zeeuwse kenteken werd op 20 oktober 1905 (dezelfde dag als Z603) ook afgegeven aan Fernand Hombach, een gezworen vriend van Johan van Vredenburch, die de Z603 had. De dochter van Hombach was met Van Vredenburch getrouwd. Fernand en Johan zaten samen in het bestuur van de NAC en jaagden ook samen dat het een lieve lust was. Klik hier voor het hele verhaal over Fernand Hombach. Volgens Ariejan Bos is dit een Rochet & Schneider uit 1905, maar gebouwd door La Locomotrice te Luik. Zij hadden de eerste licentierechten voor Rochet-Schneider. (Foto collectie: Thools Archief.)

Rijksnummer 1205 op de Peugeot 66 limousine van H. Meursing (koekjesfabrikant) uit Amersfoort. (Opmerking webmaster: wat lijkt op een "J" is in werkelijkheid een "1")
Een F.N. uit circa 1900. Waarschijnlijk zijn de coupé en motorkap er later opgebouwd/aangepast. Op 23 februari 1904 verkreeg notaris G.D. Boerlage uit Velsen voor deze auto het Rijksnummer 1199. Korte tijd later, op 17 september 1904, ruilt Boerlage de F.N. met W.J. van Hout uit Helmond voor een Simplex (Rijksnummer 1164). De F.N. behoudt het nummer 1199.
Een Darracq 15 PK 1904 met daarin het echtpaar Maria Louisa Jacoba Cecilia van de Poll (1858-1928) en Maurits Willem Raedinck van Vollenhoven (1882-1976). (Bron foto: Beeldbank RKD)
Rijksnummer 1188 van dhr. Fürst te Amsterdam
Rijksnummer 1187 afgegeven op 5 november 1903 voor de De Dion Bouton Voiturette uit 1903 van mevrouw A. van Hoboken, villa Pepita, Scheveningen. (Bron foto: de Auto d.d. 1 januari 1904).
Ariejan Bos meldt dat de aanvraag van het rijksnummer dateert van 19 oktober 1903 en dat daarin staat dat de auto was gekocht bij W.J. Stokvis en geleverd was via P.J. Adrian. Dit is op zich wel opvallend, omdat in een advertentie in De Kampioen van 13 november 1903 H. Englebert in Den Haag had gemeld dat al op 15 oktober het hoofdagentschap door hem was overgenomen!
Rijksnummer 1181 op de De Dion-Bouton 6pk van dhr. L van Aubel uit Wijk-Maastricht
Een Simplex uit 1902. Deze auto was eigendom van Th. Egbers uit Nijmegen (zie rijksnummer 85). Deze heeft in 1903 de auto overgedaan aan W.J. van Hout uit Helmond die voor deze auto het Rijksnummer 1164 krijgt. In 1904 stond de Simplex op naam van notaris G.D. Boerlage uit Velsen met Rijksnummer 424.
Rijksnummer 1161 op een White steamcar uit 1904-1905. Het nummerbewijs was afgegeven aan mevr. wed. J.A.L. Holle - van Motman uit Olst (Overijssel). De foto is gemaakt op de binnenplaats van de ERAG-garage aan de Noordsingel te Rotterdam. Klik hier voor de hele foto waarop ook een Vivinus uit 1905 staat. (Foto collectie Tom Smits, Beekbergen)
Rijksnummer 1142 op een Cudell van de Fa. Nijgh & Zn. te Rotterdam, uitgever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rijksnummer 1111 werd op 3 september 1903 afgegeven aan W.J. Jochems te ’s-Gravenhage voor een Peugeot. Hij zou deze wagen maar kort hebben gebruikt en vervolgens hebben teruggegeven aan importeur Verwey & Lugard. Daarna is deze auto met dit nummer doorverkocht aan baron R.F. van Heeckeren van Wassenaer, ook uit Den Haag. Het rijksnummer werd op 4 juli 1904 overgeschreven op naam van de baron, die op deze foto achterin zit.
Aangezien dit een Peugeot 4 cylinder 1903 model is, kan dit alleen maar een van de modellen 42, 43 of 44 zijn. Deze zijn uiterlijk niet te onderscheiden, alleen het technische gedeelte verschilde. Het koetswerk is overigens niet standaard, normaal liepen de lijnen van de carrosserie nogal recht, terwijl deze uitvoering meer lijkt op een Roi-des-Belges.
Deze foto’s zijn genomen op het landgoed Twickel. Landgoed en kasteel waren van 1347 tot 1953 in het bezit van de familie Van Heeckeren van Wassenaer. Achter het stuur zit Freule Ludo Schimmelpenninck van der Oye. Haar broertje Willy en de baron zitten achterin.
Rijksnummer 1101 op een Spijker. De foto is genomen bij het verlaten van de Boterhal te Utrecht tijdens een betrouwbaarheidsrit van de NAC in 1903.
Rijksnummer 1087 op de De Dion Bouton uit circa 1903 van de gemeentesecretaris, de heer Mr. M.C. de Vries van Heyst uit Leiden
De 1903 Peugeot van dhr W.G. Most uit Nijmegen
Rijksnummer 1074 op een Dürkopp
Rijksnummer 1074 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht
Rijksnummer 1070 op de Peugeot 1903 van dhr. W.B. van Liefland, architect en lid van de gemeenteraad van 's-Gravenhage. De foto's zijn genomen tijdens het bloemencorso te Leiden op 19 april 1904
Bloemencorso Leiden 1904
De Clément van dhr. L.R.E.W. Hartog van Banda uit Baarn met Rijksnummer 1065 afgegeven op 7 juli 1903. 1e Prijs tijdens het bloemencorso te Haarlem in maart 1904. Klik op de foto voor een grotere weergave (klik hier voor een grotere foto).



Rijksnummer 1059 op de Peugeot van de heer E.L.C. Schiff uit Scheveningen.
Detail van een grotere foto genomen op 26 september 1903 voor kasteel 'De Haar' te Haarzuilens. (De afdruk is afkomstig uit het Prentenkabinet van de RU Leiden (R.P.K.L. 56.216).
Rijksnummer 1053 op de Orient-Buckboard van Fietsenhandelaar Klaas Baving. Hij verkocht deze auto's onder de naam Success.
Rijksnummer 1051 was toegekend aan de lichtblauwe auto van de bekende ingenieur de heer G.F. Steinbuch.
Rijksnummer 1024 werd op 19 juni 1903 afgegeven aan Willem Willink uit Enschede. Willem Willink was met Rento Hofstede Crulle stichter van de Heemaf, later Holec, een electrotechnisch bedrijf van belang te Hengelo. De auto is een 1903 Peugeot, een 7pk model, type 56. Op deze foto, die dateert van circa 1905, zit Willem Willink achter het stuur. De passagiers zijn Tricot-Jan en Manke Jan Willink en Benjamin ter Kuile. Bron: Dr. Bastiaan Willink, schrijver van 'Heren van de Stoom'.
Rijksnummer 1020 geparkeerd in de garage van Verwey & Lugard (klik hier voor de hele garage). Volgens Jan Bakker is dit een Peugeot. Het rijksnummer 1020 werd op 19 juni 1903 afgegeven aan de Gebrs. Windhoff uit Rheine in Duitsland. Windhoff werd in 1908 zelf autofabrikant, maar wat deed hij bij Verwey & Lugard? Inspiratie opdoen?
Op deze auto valt geen rijksnummer te ontwaren, maar als we dit krantenartikeltje (klik!) moeten geloven was dit was dit de eerste auto in het Groningse Foxholsterbosch 1898. Helemaal correct is dit niet, maar volgens de lijst met rijksnummers is de enige auto die in die periode in Foxhol is afgegeven rijksnummer 1017, op 18 juni 1903 aan M. Damhof. Deze heer Damhof geeft in zijn aanvraag aan dat het om een Benz 6 pk gaat, maar ook dat het om "een binnenlands fabrikaat" gaat. Ariejan Bos ziet, kijkend naar de aandrijving, grote overeenkomsten met Lutzmann: de laaggelegen poelies met het kleine kettingwiel vrij ver naar voren (dat is niet Benz in elk geval). Wielen en spatborden zouden wel weer Benz kunnen zijn. Zou dit een samenstelling kunnen zijn van een van de oude Lutzmannen van Van Dam en een oude Benz? Verder speculerend zou wellicht Rademaker er nog een hand in hebben kunnen gehad. Groningen en Foxhol lagen tenslotte maar op een steenworp afstand van elkaar verwijderd.
Bron: krantenartikel collectie Jan Bakker

Rijksnummer 1008 werd op 16 juni 1903 afgegeven aan Joh. F.J. Huysser uit Bloemendaal. De automobiel is een Darracq 12pk. Achterin zit Frits Koolhoven.
Bron foto: Jacques Huijsser
Zeer waarschijnlijk is dit rijksnummer 1006 op een 1903 Darracq 12 pk. Dit rijksnummer werd op 18 juni 1903 afgegeven op naam van Samuël John van Tuyll baron van Serooskerken (Arnhem, 6 januari 1874 - Kasteel Heeze, 20 februari 1955), kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina. Hij liet onder andere de garages bij Eymerick bouwen en ook de tuinmanswoning aan de noordkant van het kasteel Heeze. Waarschijnlijk is de foto, waarbij de baron achter het stuur zit, genomen bij een van de bijgebouwen van het kasteel.
Op deze foto de tweede eigenaar, Janus van der Meulen. Waarschijnlijk heeft hij bij de firma Grund er een Aster motor in laten zetten. De foto dateert uit 1908. Naast Janus van der Meulen zitten ook Jan van Nunen, Mathij van der Meulen en Jan Jansen in de auto.
Darracq met rijksnummer 992, afgegeven op 3 oktober 1903 aan Dr. M. Rutgers uit Scheveningen. Detail van een grotere foto genomen op 26 september 1903 voor kasteel 'De Haar' te Haarzuilens. (De afdruk is afkomstig uit het Prentenkabinet van de RU Leiden (R.P.K.L. 56.216).
Rijksnummer 985 afgegeven op 22 juni 1903 aan H.A.G. Venema te 's Gravenhage voor een Peugeot. Dhr. Venema was commissaris bij de firma Verwey en Lugard. De auto is hier gefotografeerd tijdens een tochtje door Den Haag van de 'Bond van inspecteurs van Gemeentelijke Politie in Nedrland' na hun vergadering op 17 juni (1904?). De auto's waren beschikbaar gesteld door Verwey en Lugard. Klik hier voor een grotere foto.
Rijksnummer 953 afgegeven op 17 april 1903 voor de Peugeot 7/8 pk van dhr. H. Hagen uit Rotterdam.
Rijksnummer 944 afgegeven op 15 april 1903 voor de Déchamps 8pk van dhr. S.P.D. May uit Amsterdam. (Foto uit de Kampioen 2 oktober 1903)
De Déchamps gefotografeerd aan de 's Gravenweg te Rotterdam. Deze foto is genomen tijdens de Betrouwbaarheidsrit van de NAC, gehouden van 21-24 september 1903. Den Haag werd gepasseerd op de eerste dag, dus dat zou dan ook de dag van de foto geweest moeten zijn. Op het moment van deze foto stond de auto op naam van importeur J. Leonard Lang. Bron: Stadsarchief Rotterdam (de datering is 1910, maar moet dus 1903 zijn).
Klaas Limborgh was directeur van het Apeldoornse filiaal van de fa. Verwey en Lugard. Hij kreeg op 6 april 1903 rijksnummer 934 toegewezen voor een Benz Victoria met 6-pk motor.
Rijksnummer 925 werd op 26 september 1903 afgegeven aan Willem Hoosemans, textielfabrikant te Tilburg. Willem Hoosemans gaf daarbij aan dat hij een Darracq bezat, maar of dat de auto op deze foto is wordt betwijfeld. De auto wordt door sommigen een Peugeot genoemd, terwijl anderen het houden op een "verbouwde" Darracq. Op deze foto zit Willem Hoosemans met zijn echtgenote voorin. Achterin zitten zijn zwager Noud Meijs met verloofde.

Het rijksnummer 922 werd op 23 juni 1903 afgegeven aan Alphonsus Johannes Maria Spierings (Den Bosch 1877-Veghel 1944). Zijn vader was bankier in Den Bosch en lid van Provinciale Staten, zijn moeder een telg uit het vooraanstaande geslacht Sassen. Alfons zelf bereikte niet de maatschappelijke status van zijn ouders - hij was o.a. medewerker bij de Hanzebank en muziekleraar – maar werd na de dood van zijn vader in 1897 een gefortuneerd man.
Alfons kocht in juli 1902 bij de plaatselijke autohandelaar B.A. Jansen een voertuig van onbekend merk, dat het kenteken 749 kreeg. Mogelijk was dit een door Jansen zelf vervaardigde vierwielige voiturette, voorzien van een De Dion Bouton-motor. Kennelijk was Alfons er niet zo tevreden over, want enkele maanden later verkocht hij de auto èn het kenteken aan een andere Bossche autohandelaar, F.F. Schuurmans.
In maart 1903 kocht Alfons bij diezelfde Schuurmans een andere auto waarvan alleen bekend is dat het voertuig was uitgerust met een 4,5 pk motor. Het kreeg het kenteken 922. Ook dit exemplaar voldeed niet, want amper twee maanden later werd ook deze auto weer van de hand gedaan.
Alfons schafte in juni 1903 via importeur Leonard Lang in Amsterdam een spiksplinternieuwe auto aan van Belgische makelij, een Dechamps. De auto moest uit België komen, bij het retourtransport werd zijn oude auto meteen meegenomen. Terug naar de fabriek? Of had de importeur voor deze inruilauto een nieuwe Belgische klant gevonden? Deze Dechamps kreeg het rijksnummer 922. Toen in 1906 de provinciale kentekens werden ingevoerd, kreeg deze Dechamps van Alfons het nummer N-440. Ten tijde van deze foto was de auto dus al zeker drie à vier jaar oud.
Bron: BHIC.nl
Rijksnummer 910 op een F.N. uit waarschijnlijk 1901. Hier op de foto uit april 1904 in het bezit van Piet van Hengstum uit Soest. Bron: Verdwenen Soest
Volgens Ariejan Bos is de auto terug te voeren op dhr. Sweris uit Baarn, die op 28-4-1902 al een aanvraag voor een F.N. deed, maar daar blijkbaar nooit mee is gaan rijden?
Rijksnummer 904 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht. Het rijksnummer 904 werd op 24 januari 1903 afgegeven aan de heren H. Bingham en S. Bingham Jr. te Rotterdam voor een Oldsmobile waarvan zij de importeur waren.

Bron: Jacques Huijsser
Rijksnummer 879 op de 1903 De Dion Bouton Populaire van J.W. Most uit Nijmegen.
Rijksnummer 872 (afgegeven op 12 januari 1903) op een Locomobile stoomauto van 1901. Omdat de foto is gemaakt op 8 mei 1903 moet op dat moment de eigenaresse de Jonkvrouwe A.J.J. Brantsen uit De Steeg zijn. Zij zal ongetwijfeld aan het stuur van deze Locomobile zitten (klik hier voor een grotere foto).
Rijksnummer 858 afgegeven op 7 oktober 1902 aan H.A.W. Janssen te 's-Gravenhage.
Rijksnummer 857 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht.
Het is moeilijk te zien op deze foto, maar zeer waarschijnlijk is dit rijksnummer 835, op 6 september 1902 afgegeven aan dhr. N.P. Wolff te Baarn. De foto is een uitvergroting van een prentbriefkaart uit de collectie van fons Alkemade. Volgens Ariejan Bos is dit een Vivinus. Het is namelijk een licht voertuigje en vanaf de achterzijde lijkt er onder het chassis niet veel aan de hand. Daarom vallen De Dion, Peugeot en Darracq al af. Het is een spider (op dit achterzitje is de reserveband gelegd). De iets naar voren gebogen houding van de linkerpersoon in de auto lijkt erop te wijzen dat de besturing links zit. Vivinus was een van de weinige merken waarbij dat in die tijd zo was. Volgens de lijkst met rijksnummers heeft nummer 835 precies dezelfde afmetingen als de Vivinus met nummer 421 van Wurfbain.
Rijksnummer 832 werd op 18 september 1902 afgegeven aan van Baron E.L.L. van Tuyll van Serooskerken uit 's-Gravenhage. De auto is een Mercedes, een 40pk Simplex van 1902. Deze foto is een detail van een grotere foto genomen op 26 september 1903 voor kasteel 'De Haar' te Haarzuilens. (De afdruk is afkomstig uit het Prentenkabinet van de RU Leiden (R.P.K.L. 56.216).

Ariejan Bos vond het merk van deze automobiel aan de hand van het hulpwieltje onder het stuurwiel, dat meestal voor schakeldoeleinden werd gebruikt. Daar zijn verschillende voorbeelden van in de vroege autohistorie. Echter de motorkap met de twee reservoirs links en rechts is een unicum. Daardoor vond hij in het boekje 'Der Automobilbau in Aachen' door Günther Schnuer dat dit een Scheibler moet zijn. Het merk Scheibler komt niet voor op onze lijst van Nederlandse importeurs, maar dat is niet zo gek, want de eigenaar van deze Scheibler woonde in Sittard en dat is bijna 'om de hoek' van Aken waar de auto werd gemaakt. Later maakte Scheibler vrachtwagens onder het merk Mulag en dat merk kennen we weer wel.
Detail van de grotere foto hieronder. Rijksnummer 817 was toegewezen aan een F.N. uit 1899. Het nummer stond op naam van J.E.A.E. Wijnans uit Gulpen. In 1904 is het nummer opnieuw uitgegeven aan A.J.M. Smits te Oosterhout, Noord-Brabant.
Rijksnummer 816 op een Renard-trein. De vergunning om met deze Renard te rijden werd afgegeven op 23 oktober 1905 aan Johan Rudolf Jacobs, te 's Gravenhage. De verlening werd voorafgegaan door uitvoerige correspondentie, testritten, uitnodigingen voor demonstraties etc. b.v. 21/11/1904; 02/12/1904; 06/12/1904. Vergunning is verleend voor drie Renard-treinen voor het traject Rijksweg 's-Gravenhage- Leiden. Afm.: locomoteur 4.80x1.70; volgwagens 5.00x1.70. Jacobs was oud luitenant-kolonel en directeur van de N.V. Nederlandsche Fabriek van Oorlogsmaterieel te 's Gravenhage. De foto (klik hier voor grotere versie) dateert van 16 februari 1906.
In 1905 werd J.R. Jacobs Commissaris bij de NV Maatschappij tot Exploitatie van Renard-treinen. Waarschijnlijk staat hij op deze foto bij een van de drie Renard-treinen.



Rijksnummer 755 gemonteerd op de Peugeot van Mr M.A.H.L. van Lier uit Amsterdam
Detail van de foto hierboven
Op 6 april 1903 tijdens de poststaking (klik hier voor een vergroting)
Rijksnummer 749 van dhr. F.F. Schuurmans uit 's-Hertogenbosch (foto is genomen voor het station van Breda, ca. 1902). Volgens Ariejan Bos is de auto een Mors van vermoedelijk 1899. Karakteristiek is de aan de achterzijde naar binnen aflopende motorkast. Zie ook rijksnummer 81. De achterzijde is vrijwel identiek, en het zou dus ook een Veth-product kunnen zijn. Mors had in die tijd ook eenzelfde stuurhendel als de Decauville: een horizontale, aan de linkerzijde teruggebogen hendel overlopend in een verticaal deel (let op de positie van de handen van de bestuurder). Wat er met de voortrein is gebeurd is onduidelijk. De vering is vaag en niet zoals bij Mors gebruikelijk.
De heer M.W.L.J. Aertnijs kreeg als autohandelaar Rijksnummer 7 toegewezen. Deze Darracq 1902 werd later omgenummerd naar 724 t.n.v. M. van Vollenhoven. De foto is gemaakt voor hun huis, Buitenplaats Sparrendaal te Driebergen-Rijsenburg.
Dezelfde auto, gefotografeerd voor het koetshuis van Buitenplaats Sparrendaal.
Rijksnummer 718 werd op 3 juli 1902 afgegeven aan L.C. Middendorp uit Amsterdam. Hij reed eerst met een F.N. Een jaar later een Darracq.
Rijksnummer 705 op de Darracq (een 1 cyl. van 1901) van de heren E. Veening Hz. en J.P. Veening uit Amsterdam.
De tweede Darracq (een 2 cyl. 12pk van 1903) van de arts Veening
Hier poseert de heer Houttuin voor zijn garage in Arnhem bij Rijksnummer 698 die geregistreerd stond op naam van mevrouw Houttuin-Zegers.

Rijksnummer 695 op de Cudell van dhr. D.J.A. Duynstee uit Voorburg tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht.

Rijksnummer 665 op de Peugeot van de heer H. Th. Verkerk uit Utrecht
Op een prentbriefkaart van het Kasteel Keukenhof bij Lisse staat de auto van Graaf J.M.D. van Lynden, van de familie die er toen woonde. Duidelijk is de 6 van het kenteken te zien, dus moet dit rijksnummer 650 zijn, dat op 16 mei 1902 is afgegeven aan de Graaf. Het zou kunnen dat de auto een Delahaye is. (Klik hier voor de prentbriefkaart).
Rijksnummer 634 werd op 13 mei 1902 afgegeven aan dhr. M. Senator uit Amsterdam. De auto is een Peugeot Type 26, gebouwd tussen 1899 en 1902. De foto is genomen op de buitenplaats Slangevegt te Breukelen. Achter de stuurhandel zit (naar alle waarschijnlijkheid) de bewoner van Slangevegt, Leonard Corneille Dudok de Wit alias Kees de Tippelaar.

Rijksnummer 617 (niet 817) op waarschijnlijk de 1902 9hp Darracq van J.K. Brands uit Amsterdam Foto genomen op 6 april 1903 tijdens de poststaking.
Rijksnummer 601 werd afgegeven op 18 april 1902 aan J.E. Goffin te Wijk-Maastricht. Deze Joseph Edmund Goffin is de man met het baardje en de bestuurder van het voertuig op de foto. De vrouw rechts van hem is zijn echtgenote en de andere personen zijn familieleden. Dhr. Goffin is in 1872 geboren in Maastricht en overleed in Breda in 1958 op 85-jarige leeftijd. Hij was een zeer begaafd technicus, mecaniciën, electriciën. Deze foto is waarschijnlijk gemaakt in de omgeving van Maastricht.
Rijksnummer 600 werd afgegeven aan dhr. Konings uit Swalmen voor deze door hem zelf vervaardigde automobiel.

Dit Rijksnummer 592 ten name van Anderheggen is afgegeven voor deze door Konings uit Swalmen gefabriceerde automobiel.

Op 11 september 1903 werd het nummer 587 overgezet op een viercilinder 24pk Darracq, hier geparkeerd in de garage van Houttuin.
Detail van een grotere foto genomen op 26 september 1903 voor kasteel 'De Haar' te Haarzuilens. (De afdruk is afkomstig uit het Prentenkabinet van de RU Leiden (R.P.K.L. 56.216).
Rijksnummer 575 afgegeven op 14 maart 1902 aan de Gebr. P. en J. Thijssens uit Maastricht. Thijssens importeerde Renault, Delage en Berliet. De Renault is gefotografeerd voor het pand van de Wielrijschool van J.J. en L.R. Goettsch (de pijl op de foto wijst naar hem) te Utrecht.
Rijksnummer 567 afgegeven aan dhr. A.A.H. Boissevain uit Lage Vuursche. (Bron foto: Alkemade, Fons: Het beeld van de Auto, verslag van een speurtocht door Nederlandse collecties. Kluwer 1996. ISBN 90 201 2964 3, pag. 106)

Hoewel de auto op deze foto (een Corre uit 1901 of 1902, van Jos Schoenmakers uit Uden) het provinciale kenteken N-205 draagt, had deze auto eerder het Rijksnummer 563, afgegeven op 1 februari 1902. Foto collectie Jan Bakker.


De in januari 1902 geregistreerde De Dion Bouton Vis-à-Vis van wijnhandelaar Herman Pillot uit Zundert. Het Rijksnummer staat vermeld op het glas van de petroleum koplamp. Naast Herman zit zijn zus Mathilde. De auto werd in april 1904 verkocht aan autohandelaar Dirk Roeloffs uit Nieuw Helvoet. Op deze auto was ook de Zeeuwsche vergunning Z-79 afgegeven.
Rijksnummer 558 op een De Dion-Bouton van Jhr. Vivian Brantsen uit Rhedersteeg (nu gem. Rheden, Gld.) (Foto collectie F. Louwaard)
De Darracq met tentdak uit 1901 van J. Manger Cats in een winters landschap te Driebergen.
Rijksnummer 553 van dhr. Jos van Aubel uit Wijk-Maastricht. De auto is een eigenbouw.
Het rijksnummer 546 werd op 23 november 1901 afgegeven aan Mr. B.P.G. van Diggelen uit Zwolle. De automobiel is een Darracq tonneau van 1901, een 6,5 pk model. Kenmerkend voor dit vroege model zijn o.a. (i.t.t. het 1902 model) de louvres op bovenzijde van de motorkap, de uitvoering van het koelsysteem en het ontbreken van de V-vormige steun voor de aanzetslinger. Op 23 mei 1905 werd het rijksnummer nogmaals aan Van Diggelen afgegeven voor een andere auto.
Rijksnummer 533 werd op 26 oktober 1901 afegeven aan dhr. F.F.W.A.G. Snoek (of Snoecke) te Utrecht. Zijn Peugeot werd eind 1902, begin 1903 gefotografeerd bij de Wielrijschool van J.J. Goettsch. Bij het vergroten van de foto valt het rijksnummer 533 nog net te lezen.
Dhr J.P. van Hulzen bij aankomst op het Leidsche Plein in Amsterdam tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903.

Decauville uit 1904 met rijksnummer 500 van autohandelaar H. Englebert
Tijdens de automobielweek te Scheveningen, juli 1905
De Peugeot type 50 (?) die als Rijksnummer 499 had en op naam stond van dhr M. Onnes. Het bijschrift bij de foto luidt: Z.Exc. de Minister van sport dhr C.A.A. Dudok de Wit maakt in de auto van den heer C. Onnes den behendigheidrit mede in het "concours d'adresse".
Rijksnummer 498 tijdens wedstrijden op de Boulevard in Scheveningen. In de lijst met Rijksnummers staat 498 op naam van A. Stork uit Scheveningen. Hij geeft aan dat op dit nummer 498 twee rijtuigen staan geregistreerd. De ene is blijkbaar de in de aanvraag beschreven Peugeot type 42, zie hieronder. De hier afgebeelde automobiel kan volgens Ariejan Bos een kleine Mercedes van circa 1903 zijn. Alles klopt: vorm van de radiateur, vorm van de veerhanden, vorm van de starthendel, vorm van de vooras. Er waren twee typen radiateurs: met 4 of met 5 horizontale segmenten, en daarmee resp. 3 of 4 horizontale segmentlijnen. Voorzover hij kan nagaan hebben de kleinere typen 4 (zoals 498), de grotere 5 segmenten (lijkt logisch, nietwaar, ze hadden tenslotte meer koeling nodig). In de meeste gevallen is de vulopening op de radiator vrij hoog en heeft een verbreding naar boven.


Moeilijk te lezen, maar dit is de F.N. met rijksnummer 493 van dhr. L.J. Geelhoedt uit Zaamslag (nu gemeente Terneuzen). Dit rijksnummer werd afgegeven op 30 augustus 1901. De afbeelding is een detail van een grotere foto.

Rijksnummer 492 afgegeven op 29 augustus 1901 aan de Helmondse textielfabrikant E. (Egidius) Swinkels voor een Darracq uit 1901. Hier poseert dhr. Swinkels met zijn familie in de achtertuin van zijn huis in een Mors van 1903 die hij waarschijnlijk, net als de Darracq, bij Aertnijs zal hebben gekocht. (Bron: foto bij een artikel van Giel van Hooff over de firma Van der Meulen Ansems in een blad over het industriële verleden van Helmond.)

Rijksnummer 476, gefotografeerd in de werkplaats van de firma Otten aan de Havermarkt in Breda. 1910-1915. Dit zou volgens het register de 1901 Georges Richard zijn van A.H.M. de Bruyn uit Breda. Deze auto had eerder Rijksnummer 40.

Bron foto: Jacques Huijsser
Rijksnummer 461 op de Delahaye van W.R.A.C. Graaf van Rechteren Limpurg, woonachtig te Den Haag in 1903.
Hoewel het rijksnummer niet goed leesbaar is, zou dit ook nr. 461 van Van Regteren Limpurg kunnen zijn. De foto is genomen op de boulevard van Scheveningen ter hoogte van het Kurhaus. Bron: Haagse Beeldbank (detail).
Zeer waarschijnlijk is dit rijksnummer 460 op een Pieper. De foto is genomen op de openbare weg voor hotel De Nederlanden in Wildervank, omstreeks 1905, maar in elk geval vóór 13 december 1909. Door de beschadiging van de foto valt alleen het nummer 60 te lezen, maar als we een gedeelte iets uitvergroten lijkt het eerste cijfer een vier te zijn. De auto zou dan rijksnummer 460 kunnen hebben. En dat lijkt een 'hit' op te leveren, want dat nummer is aangevraagd op 14 september 1900 door R.W.H. Hofstede-Crull uit Hengelo (O). De aanvraag werd ingediend voor een 'rijtuigje van 140 kg', waarvoor geen vergunning nodig bleek. Op 5 augustus 1901 is dit nummer toch afgegeven aan Hofstede-Crull. Helaas is niet bekend voor welke auto dit was, maar er bestaat een foto van deze man waarbij zijn auto achter een paard is gespannen. Dat lijkt exact dezelfde auto te zijn als die met het rijksnummer 460. De chauffeur is garagehouder Jobing uit Wildervank; de man met bolhoed is fabrikant Ten Horn uit Veendam, waarschijnlijk de eigenaar van de auto; de man met de strohoed slager is R. (Rudolf) Vos en geheel rechts met pet R. (Roelf) Wind, eerste monteur/lijnwerker bij de Electriciteits Maatschappij Veenkoloniën in Veendam. En Roelf Wind is de tweede overeenkomst, want R. Hofstede-Crull was directeur van de Heemaf, een elektriciteitsmaatschappij uit Hengelo. Het is dus goed mogelijk dat beide mannen elkaar hebben gekend. (Foto collectie Groninger Archief).
Zeer waarschijnlijk is dit Rijknummer 457 op een Darracq van 1901. Het nummer werd op 22 augustus 1903 afgegeven aan Mr. Baron A.G.W. Bentinck uit Olst (Overijssel) voor een 3.5 pk Benz. Deze zal hij later (mits vóór 1 januari 1906!) hebben ingeruild voor deze Darracq. Vermoedelijk is de foto rond 1905 genomen (klik hier voor een grotere afbeelding).
Rijksnummer 444 werd op 24 juli 1901 afgegeven aan W.R. Ferwerda J.Dz. te Amsterdam voor een Benz 3 PK.
Een De Dion Bouton Vis-a-Vis van de heer Harmens uit Harlingen met Rijksnummer 443 (foto collectie: Tresoar).
Rijksnummer 438 op de bestelauto van Blikman & Sartorius. In 1905 werd deze Darracq geleverd en van een carrosserie voorzien door Simplex
Een stereofoto van de Darracq-Simplex van Blikman & Sartorius. Op deze foto is geen rijksnummer te zien, al lijkt de foto in dezelfde sessie genomen te zijn (vgl. achtergrond).
Rijksnummer 437 op een 1901 Darracq t.n.v. dhr A. van den Eelaart.
Rijksnummer 425 op een Peugeot, gezien in het interieur van de 'Eerste Utrechtsche Wielrijschool' van de gebroeder Goettsch te Utrecht, waar men ook kon leren autorijden. Rijksnummer 425 werd op 5 juli 1901 afgegeven aan dhr. A.R. Sloos te Amsterdam.
Rijksnummer 424 werd afgegeven op 3 juli 1901 aan Mr. Ridder Th. M. G. van Rappard te Oosterbeek voor een Benz. Op 29 oktober 1904 werd het rijksnummer overgeschreven op naam van notaris G.D. Boerlage uit Velsen die het gebruikte voor de Simplex uit 1902 op de foto links. Deze Simplex was eerder eigendom van Th. Egbers uit Nijmegen (zie rijksnummer 85). Deze heeft in 1903 de auto overgedaan aan W.J. van Hout uit Helmond die voor deze auto het rijksnummer 1164 krijgt. Vanaf 1904 rijdt notaris Boerlage met deze Simplex met rijksnummer 424.
De oudst bekende auto met rijksnummer 423 is deze Benz Victoria van 1899. De heer Van Ogten lijkt hier het stuur te hanteren.
Vervolgens een 2 cyl. F.N. 3,5 PK van 1900/1901 met ditmaal dhr L.A. Moll aan het stuur, naast hem wederom dhr J.C. van Ogten, beiden directeuren van de N.V. Moll te Nijmegen. Deze F.N. maakt tegenwoordig deel uit van de collectie in Museum Louwman.
Een Decauville met nummer 423
Terug in Nijmegen na deelname aan de auto-concourswedstrijd in Scheveningen. (Bron: Regionaal archief Nijmegen).
Rijksnummer 421 werd op 3 juli 1901 afgegeven aan J. Wurfbain te Amsterdam. De auto is een Vivinus 3pk Voiturette.

Rijksnummer 414 op de De Dion Bouton Populaire van G.M. Dee uit Leiden.

Rijksnummer 410 op de Peugeot van dhr O.Z. van Sandick uit Amsterdam. Foto: Spoorwegstaking 1903 bewaking waterleiding Vogelenzang
Op 6 april 1903 tijdens de poststaking (klik hier voor een vergroting)
Rijksnummer 381 (afgegeven 29 mei 1901) op de Cudell van dhr. A.K. Spanjaard te Borne. (Klik hier voor een grotere weergave).
Rijksnummer 397, gefotografeerd in 1904 op de Wilhelminasingel in Breda. Waarschijnlijk is dit de Darracq 6.5 pk van A. H. M. de Bruyn uit Breda.
De Darracq met rijksnummer 362 van dhr. A.L.S. Spiering uit Voorburg (Z.H.), gefotografeerd tijdens het bloemencorso te Leiden op 19 april 1904. Hij had de auto in 1901 gekocht bij Aertnijs.
Rijksnummer 362 op een prentbriefkaart (bron: "Nijmegen in oude ansichten" 1974)
Detail
Rijksnummer 352 werd afgegeven op 3 mei 1901 aan A.C. Willink te Amsterdam, handelaar in rijwielen en automobielen (vertegenwoordiger van Belgica en Brouhot). De automobiel zou een verbeterde versie van de Konings van 1899 kunnen zijn. Zie rijksnummer 600.
Rijksnummer 350 op de De Dion Bouton Vis-à-Vis van H.D. van Gelder tijdens het bloemencorso van Leiden in 1904.

Rijksnummer 327 op een Delahaye van de Haagsche Automobiel Mij.
Rijksnummer 326 is 21 februari 1901 afgegeven aan A. Brunting te 's Gravenhage. De eerste auto op zijn naam was een Vivinus, maar daar is geen afbeelding van. Dhr. Brunting was directeur van de Scheveningsche Carrosserie fabriek en handelde daarnaast in tweedehandsauto's. Daarom kreeg hij een algemene vergunning, waarop meerdere voertuigen konden rijden. Deze vergunning dateert van 3 februari 1903. Er kunnen dus allerlei auto's met nummer 326 hebben rondgereden.
Hierboven (waarschijnlijk) een Clément. Deze foto komt uit Archief Eemland met als beschrijving: 'Handelsdrukkerij en advertentiebureau J.v.d.Kolk, Van Weedestraat 22 (later 48) in Soest. Op de voorgrond de auto van de heer Cancrien dan wel van de heer Siem - de eerste auto in Soest'.
4 december 2011: Eduard Hattuma vond op een beurs deze kaart van Rijksnummer 326, waarvan het hierboven ingekleurde fragment al langer op de website stond. De kaart is in 1904 verstuurd. De auto is een Darracq uit 1902.
Deze foto van rijksnummer 326 is genomen op 3 oktober 1906 en volgens de tekst op de achterkant zou dit een Renault zijn, maar het is toch echt een Darracq (foto collectie Robert Sipkens).
Een Darracq tonneau van 1904 (vermoedelijk een tweecilinder) ook met Rijksnummer 326. Klik hier voor nog een foto van deze auto.
Rijksnummer 323 op de Linon van de heer K.L. Reepmaker uit Aardenburg. Op deze auto is ook het Zeeuwsche nummer Z-24 te zien.
Mogelijk een Miesse type Tourisme maar verder niets over bekend. Waarschijnlijk is nummer 322 uitgegeven geweest aan een inwoner van België.
December 2010: Volgens informatie van Anton Janssen is dit waarschijnlijk de Antoine uit 1901 van dhr. G.H.W. Eilers uit Brussel. Zie voor verdere gegevens Conam Bulletin Jaargang 20, nummer 4, pg 27 e.v.
Rijksnummer 321 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht

Rijksnummer 316 stond vanaf 19 januari 1901 op naam van Johan Wilhelm Ankel uit Arnhem. Hij was sinds 1900 groothandelaar in automobielen en kreeg dit nummerbewijs voor meer dan één automobiel: een soort handelaarsvergunning. Hij voerde toen ook het hoofdagentschap voor Vincke. Vermoedelijk rond 1902 heeft Ankel samen met zijn monteur Baars zelf een auto gebouwd die voorzien was van een Duitse Fafnir-motor. De auto had een tonneau-carrosserie. De passagiers stapten dus achterin. Tot de productie van meerdere automobielen door Ankel is het vermoedelijk nooit gekomen. De auto op de foto draagt dus waarschijnlijk het nummer 316. J.W. Ankel zit achter het stuur. Naast hem zijn monteur Baars en achterin een onbekende. De foto is gemaakt voor de (achter?)deur van zijn bedrijf in de Bakkerstraat 60 te Arnhem rond 1902 (bron: Collectie C. Poel jr.)
De als 308 gekentekende Mors geparkeerd in de duisternis van garage van de heer C. Houttuin in Arnhem.
Het op 7 november 1900 uitgegeven rijksnummer 308 staat eerst op naam van Mr. Graaf J.P.A. van Limburg Stirum uit Oosterbeek. Na zijn overlijden komt de Mors terecht bij autohandelaar W. Gerth in Utrecht. Op 10 oktober 1902 het rijksnummer 308 verstrekt aan Jo(h)annes Maria van der Drift in Ginneken bij Breda (foto links). Hij noemt zich autofabrikant. Vanaf 1906 heeft hij geen auto meer op zijn naam staan. (Klik hier voor een vergroting; foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).

Rijksnummer 297 op een vroege Benz. Dit is een zogenaamde stofzuigerauto, waarop een ketel en een haspel met slang was gemonteerd die tot op de derde etage reikte, waarna tegen betaling het huis gestofzuigd werd. Bron: de Autokampioen 1904, blz. 739-740.
Volgens Ariejan Bos is dit waarschijnlijk geen Rijksnummer, maar een Amsterdams registratienummer.
De eerste F.N. van Henri Englebert. Achterin zit de heer Sciaroni, die vanaf het eerste uur aan het bedrijf verbonden was. (Volgens Ariejan Bos is dit een Belgisch nummerbord, maar het zou kunnen dat het NL-nummer op een B-plaat is geschilderd.)
De heer Englebert uit Leiden met Rijksnummer 294 op zijn F.N. (foto collectie A.J. Janssen)
Nummer 281 zou volgens de lijst mogelijk een Panhard Levassor zijn. Er is echter materiaal voorhanden wat er meer op wijst dat dit een Vincke zou zijn. Zie onderstaande beelden van de Vincke van dhr Alphonse Servais. De Vincke hieronder lijkt tot in detail op de 281 op de foto hierboven. De andere foto waarop ook de Rijksnummer 64 is te zien is door Servais in een artikel gewaarmerkt met een kruis als zijnde zijn Vincke.
Een uitsnede uit een betere afdruk van hetzelfde beeld maar zonder Servais's kruisje laat 281 zien. Op deze foto is een ander koelblok gemonteerd, wat verwarrend werkt.
Rijksnummer 281 (en met Belgische nummer 93) van dhr. Alphonse Servais op een Germain uit 1902
Rijksnummer 271 uitgegeven op 18 augustus 1900 hier op de Pieper van J.W. Koopman te Haarlem.
In 1903 kocht dhr Koopman een Peugeot, hier gefotografeerd op de Lage Duin en Daalseweg bij de stal van villa "de Karmel". De heer met bolhoed is J.W. Koopman. Klik op de foto voor een grotere weergave van de auto. (bron: J.F. Cassee, "Bloemendaal in oude prenten").
Nogmaals de Peugeot. Klik op de foto voor een grotere weergave.
Hoewel de Renault op de foto hierboven het provinciale kenteken H-3 op de motorkap heeft staan, mogen we aannemen dat -gezien het de vroege datum van uitgifte- deze automobiel eerder het rijksnummer 257 droeg. Dit nummer werd op 30 september 1905 afgegeven aan Jacobus Schoneveld van der Cloet uit Gouda. De foto hieronder is gebruikt als prentbriefkaart uit 's Gravenhage, maar opmerkelijk is dat we dezelfde foto later tegenkomen als prentbriefkaart uit Berg en Dal bij Nijmegen. Deze afbeelding is niet gephotoshopt, maar duidelijk geretoucheerd met een penseel. De houten paal is verdwenen en een van de passagiers heeft een -getekend- veertje op zijn hoed gekregen. Wellicht om de indruk te wekken dat het om een jachttafereel gaat? In ieder geval maken de beide foto's duidelijk dat 'gerommel' van alle tijden is, alleen heeft de ontmaskering bijna 100 jaar geduurd.
Na het overlijden van Jacobus Schoneveld van der Cloet hertrouwde zijn weduwe in 1911 met de weduwnaar van de zuster van Jacobus Schoneveld van der Cloet. Dit verklaart waarom het kenteken H-3 in de lijst van 1914 is vervallen.
Rijksnummer 254 werd op 26 juli 1900 afgegeven aan de Firma Verwey & Lugard, de Peugeot importeur. Deze Peugeot werd eind 1902, begin 1903 gefotografeerd in de Wielrijschool van J.J. Goettsch. Op 8 augustus 1903 werd dit rijksnummer overgeschreven op naam van dhr. J.B. Rossmark te Almelo voor een Benz Comfortable.
Het rijksnummer 253 werd op 26 juli 1900 afgegeven aan de firma Verwey & Lugard voor een Peugeot. De firma was importeur van diverse merken, waardoor dit nummer op vele verschillende automobielen voorkomt.Majoor der Grenadiers Jhr. L.C. van den Brandeler (1855-1911) en eerste-luitenant der Grenadiers L.W.J.K. Thomson in actie tijdens de poststaking van 1903 in een Peugeot van Verwey en Lugard met Rijksnummer 253.
Dezelfde Peugeot, maar nu als ingekleurde prentbriefkaart
Nogmaals Rijksnummer 253 op eenzelfde type Peugeot van Verwey en Lugard maar nu met een gesloten carrosserie. Links geparkeerd in hun garage en hieronder tijdens een trouwpartij van een personeelslid van deze firma in Den Haag (klik op de foto voor de hele garage)
Een reclameauto met het nummer van Verwey en Lugard
Tijdens de Spoorwegstakingen van 1903 werden onder andere door Verwey & Lugard automobielen ingezet om de postzakken door het land te bezorgen. Uiteraard werd hier ook reclame mee gemaakt om de snelheid van de auto's aan te tonen. Hieronder rijksnummer 253 op een Peugeot van Verwey & Lugard. Deze foto is de voorzijde van een reclamekaart over de postrit. De tekst op de voorzijde luidt: 'Vertrek van 't Binnenhof te 's-Gravenhage naar 't Loo.'Op de achterzijde van de reclamekaart staat: 'Extra sneldienst van Den Haag naar het Loo - op Maandag den 6en April - Vertrek 6 1/2 uur. Aankomst Apeldoorn 11 1/2 uur. Terug 't Loo Dinsdag 7 April 10 uur. Aankomst Utrecht - 11 3/4. Vertrek 12 3/4. Aankomst Haag 2 1/2. Dienende tot vervoer van een Regeringsambtenaar met staatsstukken van H.M. de Koningin.
Hierboven nogmaals twee Peugeots van Verwey & Lugard. Beiden hebben het rijksnummer 253, omdat omdat Verweij & Lugard als importeur van Peugeot met meerdere auto's onder dit nummer mocht rijden. De foto is genomen op 16 april 1903 toen beide Peugeots door Verwey & Lugard werden ingezet tijdens de tweede spoorwegstaking. De locatie is het 'stations-postkantoor' te Utrecht (klik hier voor een grotere versie van deze foto)
Hieronder eenzelfde fotoRijksnummer 253 bij een militaire patrouille tijdens de poststaking in 1903
Rijksnummer 253 bij de bewaking van de waterleiding tijdens de poststaking in 1903
Rijksnummer 253 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903. Foto's genomen in de Boterhal te Utrecht
In april 1904 deed de firma Verwey & Lugard mee met het bloemencorso te Leiden. Ook deze automobiel zal op dat moment het rijksnummer 253 hebben gehad. Opmerkelijk is dat toen al de naam 'VLAM' werd gebruikt, een aantal jaren voordat met een eigen auto onder die naam introduceerde. (bron foto: tijdschrift 'de Prins' d.d. 19 april 1904)
De foto hierboven werd ook gemaakt tijdens het bloemencorso te Leiden dat op 9 april 1904 werd gehouden (klik hier voor een grotere versie). Verwey & Lugard scheen een groot aandeel gehad te hebben in het deelnemersveld. Deze reclame-auto komt in vrijwel alle publicaties rond Verwey & Lugard in 1903 en 1904 voor, maar wat precies de basis van deze automobiel is geweest is niet bekend.Rijksnummer 253 in 1904
Detail
Rijksnummer 253 tijdens een bezoek van Koningin Wilhelmina aan Vriezenveen op 27 mei 1905 naar aanleiding van de grote brand. Klik hier voor een grotere foto.
Rijksnummer voor Logement de Roskam te Katwijk a/d Rijn. Klik hier voor een grotere afbeelding. Let ook op het grote aantal belangstellenden voor deze automobiel!
Rijksnummer 253 op een Peugeot. De foto komt uit een artikel d.d. 29 juli 1905 over een automatische snelheidsmeter. De tekst luidt:
"Om den snellen gang van automobielen te controleren is een zeer vernuftig toestel uitgevonden door den heer Hendrik J. Rutters en vervaardigd in de werkplaats van de Naamlooze Vennootschap H. Jonker en Zn. Dit toestel is zoodanig ingericht, dat onverschillig welke snlheid de maximale is, deze niet kan overschreden worden of dit is te zien en te hooren. De beweging van de auto op het toestel wordt overgebracht door twee conische schijven en een buigbare as. Het is echter verreweg het verstandigst dit zoo te plaatsen dat de chauffeur het steeds in het oog heeft, daar een wijzer het aantal K.M. aangeeft. Even voordat het maximum bereikt is, doet een electrische bel zich hooren en waarschuwt den chauffeur. Wordt het maximum echter overschreden, dan begint automatisch een andere bel te werken en deze werkt door zoolang de auto loopt. Te groote snelheid is steeds aan te toonen. Ten eerste blijft de wijzer op de maximumsnelheid staan. Ten tweede is door een opening in het deksel van de doos een stalen pen gekomen en heeft daarbij een zegel verbroken; deze pen kan niet worden ingedrukt of het toestel moet geopend worden en daar de sluiting verzegeld is, kan dit onmogelijk geschieden. Ten derde blijft de electrische schel doorwerken. De werking van het toestel zelf moet natuurlijk voorlopig nog geheim blijven. De persoon met X gemerkt is de uitvinder, de heer H.J. Rutters."
Rijksnummer 237 was een nummer toegekend aan B.A. Jansen, garagehouder te 's Hertogenbosch. Hier gemonteerd op een Linon.
Rijksnummer 232 op een Vivinus.
Rijksnummer 232 op een Darracq van dhr. Brands te Tilburg

Het rijksnummer 228 werd in eerste instantie afgegeven op 29 juni 1900 aan dhr. P. Malotaux te Sas van Gent voor een 7pk break van een onbekend merk. Op 14 januari 1903 werd dit nummer overgeschreven op een 1901 F.N. (foto links) op naam van de heren P. Malotaux en H. Mechelynck. Hun geschiedenis wordt beschreven in dit artikel.
Deze F.N. heeft tevens het Zeeuwse nummer Z-204.
Lang werd gedacht dat het witte bord met de halfronde bovenzijde met het cijfer 228 een Belgisch kenteken was, maar omdat de plaat geen aanduiding heeft van een Belgisch rijkswapen en ook niet de tekst ‘Belgique’ bevat, moet dit het rijksnummer 228 zijn.
Blijft over de vraag, waarom dan dat nummer 228 op een plaat met onmiskenbaar de vorm van een Belgische kentekenplaat uit die tijd terecht is gekomen. We moeten ons realiseren, dat beide heren zowat op de Nederlands-Belgische grens in Sas van Gent woonden en werkten. Voor België hadden zij ongetwijfeld ook een (onbekend) Belgisch kenteken nodig, zoals gebruikelijk in die eerste jaren van de vorige eeuw. Het is heel goed voorstelbaar, dat zij een ‘oude’ Belgische plaat hebben (laten) overschilderen met daarop het Nederlandse rijksnummer. Het kan misschien ook nog zijn, dat ze een blanco Belgische plaat voor dit doel beschikbaar hadden.
Een Gelria, type dogcart, van dhr. G.J. Jannink uit Goor. Dhr. Jannink had twee Gelria's waarvoor het rijksnummer 222 was afgegeven (afgiftedata 23-6-1900 en 1-8-1900). (Klik hier voor een grotere versie)
De tweede Gelria met achter het stuur dr. Engbert Helmich Jannink, geb. 4 juni 1883, med. dr., internist te Utrecht. Hij was overigens (minimaal) aandeelhouder van een taxibedrijf achter zijn tuin aan de Plombetorengracht. Achter hem links zit zijn vader Gerrit Jan Jannink (R.O.N.), geb. 8 juni 1844, lid Prov. Staten Overijssel en textielfabrikant te Goor (info van André Jannink d.d. 11-1-2012).
Peugeot tonneau met rijksnummer (2)22. Het lijkt erop dat deze Peugeot identiek is aan de Peugeot met nr. 1174 van collega-fabrikant W.H. van Heek (uitgiftedatum 19-10-1903!). Ariejan Bos heeft op basis van het door van Heek (of eerder Verweij & Lugard) opgegeven serienummer 3402 deze Peugeot gedetermineerd als een type 50 (alleen in 1903 geproduceerd). Deze datum past echter niet bij de afgiftedatum 21-8-1902 voor de derde auto van Jannink, maar het is natuurlijk de vraag of Jannink alle latere wijzigingen wel doorgaf aan de autoriteiten. (Klik hier voor een grotere versie)
Foto's met dank aan Engbert Jannink en Derk Jordaan.
Een Benz Dogcart waarvoor op 16 juni 1900 Jhr. mr. R. A. P. Sandberg tot Essenburg uit Colmschate het rijksnummer 219 kreeg toegewezen. Klik hier voor een grotere foto. Deze is gemaakt op de buitenplaats De Bannink, bij Deventer.
Rijksnummer 215 op een auto van Machine-Rijwiel-en automobielfabriek Simplex van het merk Kriéger, uit Amsterdam. Zie ook de Kriéger advertentie bij Nederlandse importeurs.
Rijksnummer 215 op een Gladiator. Hoewel de "Bos" lijst Simplex aangeeft, is het nummer 215 in een later stadium waarschijnlijk overgeschreven naar Holland Automobiel te Den Haag, eigenaar Henri Enthoven. (klik hier voor een vergroting).
Rijksnummer 212 heeft op de 1896-1897 Leon Bollée van dhr. G.E. Neumann uit Amsterdam gezeten. Deze foto dateert uit ongeveer 1910. (foto uit Tuf-Tuf, jaargang 56, maart 2011).
De heer Venema met zijn Peugeot 2 cylinder 7 PK.
De Benz Comfortable van W.A.L. van der Lande uit Nijmegen voor Hotel 'De Plasmolen' te Mook.
Het betreft hier een omgebouwde Bolleé koets die een neusje heeft gekregen, stuurstand en stuur verraadt de echte leeftijd. Gezien de herkomst van de foto waarschijnlijk ten tijde van de foto eigendom van A. Alt. 16-02-2011: Volgens Henk Schuuring is het onwaarschijnlijk dat auto na drie jaar (1903-1900) dermate verbouwd is dat de motor dwars gemonteerd is. "Kijkend naar de tekening realiseer ik me dat een "lokale smid" de haakse overbrenging inrichting tbv naar rijrichting in 1903 zowel technisch als economisch verantwoord moeilijk voor elkaar kon krijgen. Waarschijnlijk is het een Rochet uit 1900.
Rijksnummer 201 werd op 2 juni 1900 afgegeven aan J. Adriaanse te Hulst in Zeeland voor een Benz Comfortable. Z-6 is een aparte vergunning om op de Zeeuwse wegen te mogen rijden.



Rijksnummer 197 op een Clement-Bayard van de firma W.J. Stokvis uit Arnhem met Ph. Stokvis aan het stuur.
Een Engelse Daimler die vermoedelijk ook onder Rijksnummer 197 op naam van W.J. Stokvis uit Arnhem heeft gereden. Bron: Motor Cahier van Henk Sickens de Wal.
Rijksnummer 195 op de De Dion Bouton (?) van G.H. Sijthoff.

Een Vivinus uit 1899/1900 waarop in 1900 het Rijksnummer 188 is afgegeven aan W.A. Laan te Wormermeer. Waarschijnlijk is deze auto later verkocht, want dit is een uitvergroting van een foto uit 1902 die hangt in het Purmerend Museum. Het bijschrift luidt: "Notaris Bar uit Wormerveer op rondreis door de streek, reed in 1902 de eerste auto de Kaasmarkt over. Fotograaf Coppens vereeuwigde de volksoploop op een prentbriefkaart."
Het rijksnummer is niet meer te zien, wel is voorop een vergunning voor het berijden van provinciale wegen geplakt.
Volgens De Kampioen van 1901 p. 473 is dit een Darracq. De eigenaar is dhr. G.D. Ribbius, handelaar in effecten uit Deventer.
Rijksnummer 184 werd afgegeven op 1 mei 1900 aan dhr. Zeger van Duyl te Leeuwarden. Hij was daarmee een van de eerste automobilisten in die plaats. Zijn eerste auto was een Benz 3pk. Op 3 september 1903 werd het nummer 184 overgeschreven op zijn Darracq 9pk (hier is helaas geen foto van). En op 16 november 1905 kocht hij opnieuw een Darracq, ditmaal een 12/14pk (zie foto hieronder).


Rijksnummer 166 werd afgegeven op 17 maart 1900 aan A. Dawans Preud'homme te Luik. De automobiel is vermoedelijk een Anderheggen.
Rijksnummer 165, afgegeven op 13 maart 1900 aan J. le Minjé te Amsterdam voor een Benz Landaulette.

De rijksnummers 161, 162 en 163 werden op 3 maart 1900 afgegeven aan de Maatschappij tot Exploitatie van Automobielendiensten in Nederland, gevestigd in Dongen. Deze onderneming werd opgericht door Jac. Aarts en was – ondanks de landelijke pretenties in de naam – in eerste instantie vooral bedoeld voor een busdienst tussen de havenplaats Waspik, Dongen en Rijen met zijn treinstation. De motortram-omnibus bood plaats aan twintig personen binnen en tien mensen buiten. Behalve een tekening in een prospectus is er geen verder bestaansbewijs in bijvoorbeeld de vorm van een foto van deze omnibus.
Klik hier voor het volledige verhaal van Jac. Aarts en zijn onderneming.
Rijksnummer 156 werd op 25 januari 1900 afgegeven aan Charles Francois Testas tot Oud-Wulven uit Houten (hier op de foto) voor een Mors. Op 21 november 1903 verkocht hij de Mors inclusief rijksnummer aan autohandelaar A.G. Immink te Utrecht, die de auto -wederom inclusief rijksnummer- op 19 augustus 1904 verkocht aan A. Brom te Utrecht.

Ariejan Bos heeft gezocht naar de locatie van het ongeluk. Hieronder een afbeelding van de Javastraat in Arnhem, met de Solostraat op de voorgrond. De betreffende straatlantaarn moet deze zijn geweest. Dat moet echt een harde klap zijn geweest! De zoektocht naar manufacturier W. leverde helaas niets op ;-)

Rijksnummer 139 werd in eerste instantie uitgeven op 19 december 1899 aan W. Meischke Smith voor een Lifu Stoomwagen (bron foto: NCAD).
Op 17 september 1904 werd het rijksnummer 139 overgeschreven op naam van dhr. C.J. Dekkers uit Baarn, van beroep handelaar in effecten. Dhr. Dekkers is hier te zien met zijn Clément-Bayard 10/12 pk. (bron: Dekkers, H.P.W. "Historische belevenissen van een automobilist rond de eeuwwisseling", uitgave PAC 1979)
Rijksnummer 138 (afgegeven op 15 december 1899) op de Vivinus (of een onder licentie van Vivinus gebouwde De Dietrich) van de heer J. Francken die werkzaam was bij Vivinus-importeur Firma B.J. Rubens & Co.
Dit is een Bouquet, Garcin & Schivre (B.G.S.) met het rijksnummer 133, afgegeven op 15 november 1899 op naam van de Algemeene Nederlandsche Autocar Mij. te 's-Gravenhage.
Bron: TUF TUF 1-1974 van de Pionier Automobiel Club

Rijksnummer 126 afgegeven voor de Vincke van kolonel J.H. Mulder uit Voorburg. De kolonel handelde in auto's, hij zei hoofdagent van Vincke te zijn en hij verkocht later waarschijnlijk ook het merk Decauville (zie foto's hieronder). Mulder deed zijn aanvraag op 22 augustus 1899 en kreeg zijn vergunning pas op 24 januari 1900, maar liefst 5 maanden later!
Rijksnummer 126 op de Vincke uit 1900
Rijksnummer 126 op de Decauville van kolonel J.H. Mulder uit Voorburg
Rijksnummer 126 op de Decauville van kolonel J.H. Mulder uit Voorburg

Deze kwalitatief niet fraaie foto toont de Reinaart stoomomnibus met het rijksnummerbewijs 123 van Pennock. Dit nummer werd afgegeven op 25 september 1899. Deze omnibus reed in 1900 een aantal maanden op het traject Den Haag-Wassenaar. Eerst zelfs nog als dubbeldekker. Hij werd voortbewogen door een stoommachine van het Engelse The Liquid Fuel Engineering Company. Het voertuig was aanvankelijk uitgerust met vier houten wielen met stalen banden, die later vervangen werden door massieve rubberbanden van Peters Union. De bus vond na een half jaar een nieuwe eigenaar in Papendrecht, die ook maar kort plezier van deze bus heeft gehad. Deze foto is genomen op 16 juni 1902.
Opvallend is de overeenkomst tussen de naam Reinaart en het Franse Renard. Zou 'Reinaart' een verbastering van 'Renard' kunnen zijn en als algemene benaming voor dit soort omnibussen zijn gebruikt?

N.J. Kamperdijk uit Heelsum deed zijn aanvraag voor een rijksnummer op 25 juli en kreeg op 4 september zijn vergunning met nummer 119, na een kleine 1,5 maand dus. Verder blijkt de Vincke van Kamperdijk op exact dezelfde locatie te zijn gefotografeerd als de auto met rijksnummer 126 van kolonel Mulder. Dus is het de vraag of het wel een andere auto is: alleen de voorste lampen lijken te ontbreken. Een andere optie is dat Mulder op dat moment al aan het handelen was en twee identieke auto's had gekocht waarvan er een naar Kamperdijk werd doorverkocht.
De Vallée van W. Gerth uit Utrecht, die het rijksnummer 116 had.
Henk Sickens de Wal schreef ook de linker automobiel van onbekend merk aan W. Gerth toe.
Beide foto's bron: Motor Cahier van Henk Sickens de Wal.
Detail van een foto genomen tijdens de eerste N.A.C. clubtocht op 15 augustus 1899. Links dhr. J.D. Waller v.d. Kasteele op de Benz 3 PK, het is onbekend wie naast hem zit.
Dhr. J Goettsch op de Benz 3PK met rijksnummer 113. De foto is een detail van een grotere foto genomen tijdens de eerste N.A.C. clubtocht op 15 augustus 1899. Vóór de Benz zit dhr. W.J. v.d. Elst op een 1/4 PK De Dion-Bouton tricycle. (Info afkomstig van Hans van Groningen uit een interview met autopionier dhr. M.W. Aertnijs)

De gebroeders J.J. en L.R. Goettsch uit Utrecht bezaten een automobielbedrijf annex rijwielschool, genaamd 'Eerste Utrechtsche Wielrijschool' gevestigd aan de Maliebaan 35. Op deze interieurfoto van de Wielrijschool staat in een hoekje de Benz met het rijksnummer 113. Zie de detailfoto hieronder.
(bron foto: Utrechts archief)

Rijksnummer 112 op de Benz uit 1899 van Jhr Mr H.G. Van Holthe tot Echten. Foto: Collectie Martin Hiemink, Assen.
Rijksnummer 107 op de Benz van Mr. W.J. Blanckenhagen uit Zeist. Dit nummer werd afgegeven op 5 augustus 1898.
Deze foto is genomen in Noordwijk, dus de eigenaar moet helemaal uit Zeist naar de kust gereden zijn. Dat moet een interessante tocht geweest zijn. Klik hier voor een grotere versie van de foto.
Rijksnummer 106 gezien in het interieur van de 'Eerste Utrechtsche Wielrijschool' in het bedrijf van de gebroeders Goettsch te Utrecht. Hier kon men ook leren autorijden. Het rijksnummer is op 5 augustus 1899 afgegeven aan dhr. H.Th. Verkerk uit Utrecht, maar werd op 28 augustus 1902 overgeschreven op naam van Dr. N.G. Huffel, ook uit Utrecht, waarschijnlijk zien we hem hier op de Benz.

Rijksnummer 105 gezien in het interieur van de Eerste Utrechtsche Wielrijschool (klik) al waar men kennelijk ook kon leren autorijden.
Ook deze foto van deze Benz van Goettsch is genomen in de Wielrijschool
(bron foto: Utrechts archief)
(Klik hier voor een vergroting)
Rijksnummer 95 op een Benz Comfortable uit 1898-1901 die eigendom is geweest van F.E. van der Valk uit Rotterdam (klik hier voor voor een vergroting). De foto -uit 1913- komt uit het Groninger Archief en is gemaakt bij de Historisch-allegorische optocht ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsfeesten (Vervaardiger: Kramer, P.B.)
Rijksnummer 86 werd afgegeven op 21 juli 1903 aan W. J. H. Furnée uit Scheveningen (ZH) voor een De Dion Bouton 9 HP. Dhr. Furnée was bankier te Den Haag.
8 augustus 2016: Een kleine kanttekening van Ariejan Bos: "De aanvraag van Furnée geldt voor een 9pk model, maar in alle officiële lijsten en boeken komt een 9pk model niet voor, wel een 8pk of een 10pk. Hij bestond wel want in een Italiaanse (!) advertentie van 1903 wordt melding gemaakt van een 9pk. De auto heeft verder wel het uiterlijk (zoals bv. de sterk gebogen veerhanden) van een 1 cylinder 8pk (type O), dus mogelijk heeft het pk-verschil iets te maken met nationale pk-berekeningen.
(De afbeelding hierboven is een detail van een ansichtkaart, collectie Gijsbert den Hollander)
Rijksnummer 85 op de Benz van dhr. Th. Egbers uit Nijmegen
Dhr. Egbers was ook carrosseriebouwer
Egbers ruilt de Benz zonder dit door te geven vermoedelijk ergens in 1902 om voor deze Simplex uit 1902. De Simplex wordt in 1903 verkocht aan W.J. van Hout uit Helmond die voor deze auto het Rijksnummer 1164 krijgt. In 1904 staat de Simplex op naam van notaris G.D. Boerlage uit Velsen met het Rijksnummer 424.
Hieronder een stereofoto van de Peugeot Type 15 van dhr. D. Siem. Gezien de uitgiftedatum van Siem’s nr. (30-06-1899) zal de foto van dat jaar of wat later moeten zijn. (uit: L. de Vries: Nederland 1857-1920 gezien door de stereoscoop, SDU, Den Haag, 1989)
Rijksnummer 84 op de Peugeot van de heer D. Siem Jr uit Amsterdam tijdens de Spoorwegstaking 1903 (bewaking waterleiding Vogelenzang).
Nog een foto van dhr. Siem, dit keer bemand met gewapende infanteristen. De man rechts is 1e luitenant Sinia, die het bevel voerde over de troepen die het pompstation bewaakten (foto uit Het Leven van april 1903).
Rijksnummer 83 op de De Dion-Bouton van dhr H. van der Tak uit Boskoop. Dit is blijkbaar zijn tweede auto (uitgiftedatum van de vergunning 16-6-1904)
Rijksnummer 81 op een Mors chassis gebouwd door Veth in Arnhem. Het nummer was afgegeven op 20 juni 1899 aan de makelaar in effecten/bankier J.W. Berends te Arnhem.
De Mors Landaulette in open toestand
Ook dit is een Mors met het nummer 81 op de zijlantaren. Het is niet dezelfde Mors als hierboven (niet alleen een andere carrosserie, maar ook het nummer 8 heeft een iets andere vorm). Je zou dus zeggen dat er tegelijkertijd twee Mors' waren met dit nummer. Het archief geeft hierover geen uitsluitsel. Deze foto is gemaakt in de Wielrijschool van J.J. Goettsch te Utrecht (deze foto is een detail van een grotere foto).
Rijksnummer 80 op de 1899 'Groninger Motorrijtuigenfabriek' (systeem Lutzman) van dhr. W.C.P. van Kleef uit 's-Gravenhage.
Electricit, Nederlandse Metaalwarenfabriek te Amsterdam ±1900. Zie het artikel over deze auto.
Rijksnummer 72 (De Darracq van dhr. Nahuys uit Limmen?) tijdens de RAI-tentoonstelling van 1905. De zes bestuursleden van de RAI poseren met hoge hoeden ter gelegenheid van het feit dat de eerste zescilinder auto werd geëxposeerd.
Rijksnummer 71 op de Decauville van dhr J. Leonard Lang uit Amsterdam.


Rijksnummer 70 op de Benz 1899 van Willem Helmich van Heek (zie A. Bos: Wilhelm Gassner - De eerste garagehouder van Enschede, in: n Sliepsteen, 1996 nr. 45)
Rijksnummer 70 op de Mors 1900
Rijksnummer 69. De Benz van Jhr. de Brauw staande in de garage van Verweij en Lugard in Den Haag (vergroting van foto op een advertentie van V&L, ca 1900).
Rijksnummer 68 werd afgegeven op 25 mei 1899 aan M. du Moulin uit Maastricht voor een Benz, maar in feite is het een La Parisienne, systeem Benz met een 'eigen' carrosserie, die lijkt op een Benz Duc. Over de handel en wandel van de heer Maxime du Moulin is ook nog wat onduidelijkheid. Hij zou directeur van een pannenfabriek zijn, maar daarnaast (ook) directeur/eigenaar van de Maastrichtse Telefoon Maatschappij. Ook zou hij in automobielen gehandeld hebben. Hij verkocht zijn La Parisienne aan Liotard uit Zwolle.
Volgens Fons Alkemade is dit vrijwel zeker een auto van de firma Maison Parisienne de Voitures Automobiles van wie de auto’s ook wel bekend waren als La Parisienne of L’Éclair. Deze firma uit Parijs was vermoedelijk degene die de handel van Roger overnam, de eerste die in Frankrijk de Benz op de markt bracht. Maison Parisienne had dus een link met Benz. Men leverde in 1897 modellen die nog vrijwel identiek waren aan de Benz-modellen, maar ging daarna vermoedelijk steeds meer eigen modellen leveren. Tot 1900 hebben ze dat volgehouden.
De man naast Du Moulin heet Van Aubel en de foto is gemaakt vóór diens brouwerij in Meerssen.
Ook deze automobiel met rijksnummer 68 was waarschijnlijk eigendom van M. Du Moulin. De bestuurder lijkt dezelfde als de bestuurder van de foto hierboven.
Rijksnummer 67, op 25 mei 1899 uitgereikt aan Johan Anthony Stoop, mededirecteur van de Dordtsche Petroleum Maatschappij. De foto is vermoedelijk gemaakt aan de Tasmanstraat te Den Haag. Links voor de auto staat J.H. Scheffer (* 1 november 1884). Achter het stuur zit ‘Ome Willem (Scheffer?) met daarnaast de monteur Jan de Gelder.' (Foto: collectie Van Groningen-Waldeck).
De auto is een Peugeot type 24, gebouwd van 1898 tot 1902. Stoop was de tweede Dordtenaar aan wie een Rijksnummer was uitgereikt. Daarvoor was hij misschien wel een der eerste autopioniers in Nederlands-Indië. De Dordtsche Petroleum Maatschappij had in de kolonie een paar grote concessies. Toen Stoop hoorde dat er in Europa voertuigen uitgevonden waren die zich met benzine voortbewogen (tot dan toe in het raffinageproces nog een afvalproduct) liet hij dan direct ook zo’n voertuig overkomen. Na zijn terugkomst in Nederland kocht hij hier ook een auto. Dat hij techniek een warm hart toedroeg blijkt uit het feit dat hij ook medeoprichter was van de plaatselijke M.T.S.
Een oude ansichtkaart met daarop de Peugeot type 31 met het Rijksnummer 67. Stoop kreeg een nummerbewijs in 1899 (dat zou voor het bovenstaande type 24 moeten zijn geweest) en in 1901 (voor de Peugeotte logischerwijs). Deze lijkt te zijn aangepast vanwege de plaatsing van het vis-à-vis bankje. Wel was de tweede wat korter, wat niet blijkt uit de afgegeven vergunning. Mogelijk had de inspecteur geen zin om het te controleren en zijn de oude maten aangehouden? Merkwaardig is wel dat bij de afbeelding van deze tweede Peugeot staat vermeld: voor september 1900. Dit is blijkbaar het poststempel van de kaart. Dit kan wel wat betreft het type, maar niet wat betreft die tweede vergunning.
(De foto is gemaakt in Wassenaar, een hele reis vanuit Dordrecht!)
Detail van de ansichtkaart
Op 11 nov. 1905 registreerde J.A. Stoop voor het rijksnummer 67 een auto met een lengte van 4m. en een breedte van 1,76m. Dat zal de hieronder omschreven en hiernaast afgebeelde Peugeot zijn waarmee Stoop in 1905 en 1906 deelnam aan de Scheveningse autoweek:
In de “Semaine Automobile de Schéveningue” van 1905 stond J.A. Stoop ingeschreven in de categorie V (chassisprijs fl. 7500) met een Peugeot 18/24 PK. Er was toen geen concours voor koetswerken (bron: Nieuws van de dag; kleine courant, 15 juli 1905).
Ook in de “Scheveningse week” van 1906 stond J.A. Stoop ingeschreven in de categorie V (chassisprijs fl. 7500 en minder) met een Peugeot 18/24 PK. Omdat hij daarvoor toen een prijs van fl.200 had geschonken zal hij toen niet hebben deelgenomen aan het “concours de carrosserie” (bron: De Telegraaf , 9 juli 1906).
Van de Peugeot 18/24 PK waarmee J.A. Stoop deelnam werd de carrosserie ontworpen door Atelier voor decoratieve kunst “Het Huis” gevestigd aan de Kerkstraat 310/312/314 en uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Dat blijkt uit de zinsnede uit het artikel hieronder die luidt: “en riep hiertoe onze hulp in”. Dit artikel werd gepubliceerd in “Het huis, oud & nieuw”; Maandelijksch prentenboek gewijd aan huis-inrichting, bouw en sierkunst jrg 3, 1905 [volgno 2].
MODERNE VOERTUIGEN.
Hoe gaarne wij ook dit onderwerp in ruimeren omvang zouden behandelen, kunnen wij hieraan geen gevolg geven, omdat ons op het oogenblik daartoe de noodige illustraties ontbreken en wij in ons maandelijksch Prentenboek niet graag een ongeïllustreerd artikel plaatsen. In verband met het slotartikel van dit nummer, waarin enkele boerenwagens zijn afgebeeld en besproken, wenschen wij slechts even bij de hedendaagsche voertuigen stil te staan, en wel in het bijzonder bij den nieuwsten vorm, de automobiel. De oude rijtuigen, in musea tentoongesteld, laten ons duidelijk zien, dat men vroeger een voertuig, evenals elk ander voorwerp van nijverheid, met den zelfden zorg en kunstzin opbouwde. Elke stijlperiode heeft ook voor het voertuig zijne kunstopvattingen doen gelden. En dat de plattelands-wagenmaker, aan de traditie getrouw, ook nu nog in staat is sierlijke voertuigen te bouwen, daartoe leveren de kleinere en grootere wagens, die men in de dorpen nog algemeen gebruikt, het overtuigende bewijs. Wel zijn deze modellen traditioneel, maar zij passen volkomen bij hunne omgeving: de woning en de kleederdracht, terwijl men elders evenmin iets oorspronkelijks levert en bovendien nog aan slechte, bestaande vormen vasthoudt. Daar is de wagenmakerskunst op eene treurige wijze in verval geraakt en biedt dit handwerk den modernen beoefenaar der kunstnijverheid een ruim studieveld. Het is dan ook te verwonderen, dat men tot dusver, noch hier, noch elders, de minste pogingen ziet aangewend om ook in dit vak naar betere vormen te zoeken. En hoewel de moderne werktuigkundigen uitvindingrijk genoeg waren, om geheel nieuwe vervoermiddelen uit te denken, bleken zij toch niet in staat te zijn, de voortbrengselen van hun vernuft tevens in schoone vormen te kleeden. En tot nu toe is de artiest, die zich aan den bouw en den vorm der voorwerpen wijdt, hun hierin nog niet ter hulp gekomen.
De heer J. A. Stoop te Dordrecht, die eene warme belangstelling koestert voor de moderne kunstnijverheid, liet kort geleden eene villa bouwen en geheel meubeleeren en inrichten. Ook aan den tuinaanleg en de automobiel-remise werd den zelfden aandacht besteed. Te midden van deze omgeving, verlangde de heer Stoop een voertuig van aangenamer vorm en bouw dan dat, waarmede hij zich tot dusver tevreden had moeten stellen en riep hiertoe onze hulp in. Gebonden aan technische eischen konden niet alle vormen gewijzigd worden. Er is bij het ontwerpen getracht aan deze reisautomobiel zoo eenvoudig mogelijke hoofdvormen te geven, daar men bij een snel voortbewegend voertuig, van grootere vormen eenen krachtiger totaal-indruk ontvangt, dan van eene gecompliceerde détailleering. De kleur is licht gehouden, omdat stof daarop veel minder zichtbaar is, dan op donker geschilderde reiswagens, die er na lange tochten ontoonbaar uitzien Ook is de licht geschilderde auto reeds op grooten afstand zichtbaar.
De chassis, een Peugeot van de firma Verwey & Lugard, is in feroline geschilderd, zoodat het onderstel een staalkleur heeft. De carrosserie, die hierop rust, heeft eenigszins het karakter van de oude Engelsche reiswagens, de zoogenaamde mail-coach; beneden licht groen en daarboven roomkleurig geschilderd en versierd met breede gele banden en geel koper beslag op het gebogen portier. Om het karakter van den hoofdvorm niet te verzwakken, volgen de spatborden de lijn van de carrosserie, die zij daardoor krachtig prononceeren. Niet alleen door type en kleur is getracht in deze automobiel het karakter van een reiswagen te leggen, maar ook is, door eene praktische ruimte-indeeling, gezorgd voor eene ruime berging van reisbenoodigdheden. Onder de voor- en achterbanken bevinden zich door deuren afgesloten ruimten, waarin de groote lederen koffers der reizigers worden geborgen. Deze koffers zijn juist passend gemaakt in de beschikbare ruimten. Op figuur 7 (red. foto links) is de auto afgebeeld met de deuren geopend en de koffers uitgetrokken. Onder de achterbank is nog eene ruimte voor het reisgoed van den chauffeur en den benzinebak.
Voor, onder de eerste zitplaatsen, zijn twee afgesloten gelegenheden tot berging van reservebanden en artikelen voor reparatie. De armleggers vormen de deksels van bewaarplaatsen voor stofbrillen en handschoenen. Ten slotte is nog de treeplank, die met koperen stangen aan de chassis verbonden is, als gereedschapskist ingericht, zoodat kleine reparaties onder weg kunnen geschieden, zonder den reizigers het minste dérangement te bezorgen. De treeplank zelf verschaft dan den chauffeur eene geschikte werkbank. De vorm en afmetingen van de chassis, door den mechanicien aangegeven als tot dusver de meest praktische, maakten dat deze auto na voltooiing der carrosserie, in aanzien niet zoozeer van de andere typen verschilt, dat het een voertuig van geheel andere gedaante is geworden, hetgeen ook minder gewenscht zou zijn, daar de bedoeling was, door zoo min mogelijk omwerkingen, maar met kleine wijzigingen, een karaktervoller bouw te bereiken.
De hierboven beschreven carrosserie werd wel ontworpen door “Het Huis”, maar niet door hen gebouwd. Dit gebeurde hoogstwaarschijnlijk bij J.H. van der Meulen L.C. Zn. te Amsterdam. Maar buiten deze advertentie is er niets te vinden over carrosseriebouw of autofabricage door J.H. van der Meulen. Het zou goed kunnen zijn dat de carrosseriebouw cq aanpassingen ten behoeve van de auto van Stoop door deze firma zijn uitgevoerd en dat als ‘tegenprestatie’ een advertentie is geplaatst in genoemd tijdschrift. In latere advertenties in verschillende kranten noemt de firma zich uitsluitend rijtuigfabriek.
Bij de overgang van rijksnummers naar nummerbewijzen was J.A. Stoop er vroeg bij… hij kreeg het nummer H-9. In 1907 werd hij met opnieuw een Peugeot winnaar van het concours voor koetswerken van groot-toerisme in de Scheveningse automobielweek. (bron: Nieuws van de dag; kleine courant, 10 juli 1907). Deze Peugeot had een koetswerk van B.T van Rijswijk en Zn. en opnieuw ontworpen door “Het Huis”. In onderstaand artikel wordt dat bevestigd (bron: “Het huis, oud & nieuw”; Maandelijksch prentenboek gewijd aan huis-inrichting, bouw en sierkunst jrg 5, 1907):
De reisautomobiel, afgebeeld op plaat LXVI (red. foto's links en hieronder) is voor den Heer J. A. Stoop te Dordrecht door het Atelier “Het Huis” ontworpen. Het ontwerp heeft zich natuurlijk uitsluitend bepaald tot de carrosserie, daar de chassis door de mechaniciens tot dusver als den meest praktischen vorm en bouw vastgesteld, onveranderd moet blijven. Op het concours tijdens de “Semaine d’Automobile” te Scheveningen, mocht deze automobiel de le prijs verwerven voor de carrosserie.
De carrosserie is groen geschilderd met bruin linnen kap. Breede koperen banden en gedreven beslag en slotplaten versieren het rijtuig. De zetels zijn met rood leder bekleed. Het onderstel of chassis is in feroline geschilderd. Al het koperwerk ook van de lantaarns enz. is bronskleurig hetgeen aan het geheel een meer gedistingeerd aanzien geeft dan het glimmende geel koper. Door een practische ruimte-indeeling, gezorgd voor eene ruime berging van reisbenoodigdheden. Onder de voor-en achterbanken bevinden zich door deuren afgesloten ruimten, waarin de groote lederen koffers der reizigers worden geborgen. Deze koffers zijn juist passend gemaakt in de beschikbare ruimten. Op de onderste afbeelding is de auto afgebeeld met de deuren geopend en de koffers uitgetrokken. Onder de achterbank is nog eene ruimte voor het reisgoed van den chauffeur en benzinebak. Voor, onder de eerste zitplaatsen, zijn twee afgesloten gelegenheden tot berging van reserve-banden en artikelen voor reparatie. De armleggers vormen de deksels van bewaarplaatsen voor stofbrillen en handschoenen. Ten slotte is nog de treeplank, die met koperen stangen aan de chassis verbonden is, als gereedschapskist ingericht, zoodat kleine reparaties onderweg kunnen geschieden, zonder den reizigers het minste dérangement te bezorgen. De treeplank zelf verschaft dan den chauffeur eene geschikte werkbank.
Met dank aan Jac. Stienstra
Rijksnummer 66 stond op naam van Ph.(P).J. Adrian & Co, autohandelaar en importeur van Delahaye te 's-Gravenhage die met deze vergunning dit nummer mocht voeren op 6 motorrijtuigen.Een Decauville, alle onderstaande auto's zijn Delahaye's
De eerste Delahaye in ons land, gekocht door Baronesse van Brienen van de Groote Lindt. Achter het stuur de importeur P.J. Adrian. Deze foto werd in 1918 afgedrukt in een advertentie van de Haagsche Automobiel Mij. De bijgaande tekst levert een fraai staaltje van geschiedvervalsing op, doordat de invoerdatum met twee jaar naar 1898 werd vervroegd. De baronesse kreeg haar vergunning pas op 2 augustus 1900! De carrosserie is vervaardigd door de firma Hermans. (Bron: Ariejan Bos in "Het Paardloze Voertuig".)
Een vroege Delahaye met P.J. Adrian op de trap. Interessant is dat deze auto voorzien is van een motorkapje, klaarblijkelijk een modernisering van het 1900 model, want een motor is aan de voorzijde nog niet te ontwaren en die moet zich dus nog steeds aan de achterzijde bevinden. Let ook op het fietsstuur met naar boven gebogen stang. Dit is een detail van een foto genomen tijdens de Automobielfeesten van de NAC, gehouden van 27 tot en met 29 augustus 1902 in Scheveningen. Klik hier voor de originele foto (Archief Wim Oude Weernink).
Rijksnummer 66 tijdens een betrouwbaarheidsrit in 1903.
Foto is genomen op 29 december 1903. Klik hier voor de originele versie (bron: onbekendinnederland.nl)
Onderstaande foto's zijn genomen in de Boterhal te Utrecht
Advertentie uit De Kampioen van 23 september 1904. Hierop valt (met moeite) het rijksnummer 66 te lezen, maar op 23 juni 1904 werd voor deze Delahaye het rijksnummer 1413 aangevraagd door dhr. Haller, directeur van het Hotel des Indes. Op het moment dat de foto van de advertentie werd gemaakt, was de aanvraag voor het nummer 1413 vermoedelijk nog in behandeling.
1904
Automobielfeesten NAC 1905
Detail
Rijksnummer 65 op de Decauville van dhr J.H. van de Stadt uit Zaandam.
Rijksnummer 64 werd afgegeven op 13 mei 1899 aan John D. Diehle Jr. uit 's-Gravenhage voor een Benz 2 3/4pk. Diehle handelde in automobielen als agent van Aertnijs.
Rijksnummer 61 werd afgegeven aan Baron M. van Randwijck uit Rossem voor een Métropole. Dat hij een Métropole had weten we uit De Kampioen van 21 sept. 1900, waarin een lijst van de autobezitters tot dat moment stond afgedrukt. Zijn rijvergunning dateerde evenwel al van 9 mei 1899. Darracq kwam pas in juni 1899 in de pers met zijn Bollée-licentie, dus het is niet waarschijnlijk dat Randwijck's eerste auto al zoiets was. Het ligt dan voor de hand dat hij als eerste automobiel de hiernaast afgebeelde Cambier had, en daarna overstapte op de Darracq-Bollée-Métropole (verkocht door Aertnijs).
(Bron foto: Streekarchief Bommelerwaard)
Deze foto is van een latere datum, want de hier afgebeelde auto is een Darracq. Baron van Randwijck (burgemeester van Rossum) is hier te zien op een tochtje Nijmegen - Arnhem - Utrecht - Zaltbommel bij de oprit van de pont van Nijmegen (klik hier voor een vergroting).
(Bron: Regionaal Archief Nijmegen)
In 1906 kreeg de Baron het provinciaal nummer M-164.
Rijksnummer 57, afgegeven op 8 april 1899, op de Benz 1899 van Jacobus Spijker, fabrikant van automobielen te Amsterdam (Trompenburg)
Detail van een foto genomen tijdens de eerste N.A.C. clubtocht op 15 augustus 1899. Links Jacobus Spijker op Benz 1899, het is onbekend wie naast hem zit.
Jacobus Spijker had naast het rijksnummer 57 onder meer een provinciale vergunning voor het berijden van de wegen in Drenthe. Deze had het nummer 12 (klik!)
Jacobus Spijker gefotografeerd tijdens een ritje met zijn Benz. Klik hier voor de detailfoto. (Bron foto: Gemeentearchief Zaanstad).
Volgens het Gemeentearchief van Zaanstad zou deze foto genomen zijn in Zaandam, maar zowel Ariejan Bos als Henk Schuuring twijfelen hieraan. Het is bekend dat Jacobus Spijker vaak rechtsaf van zijn landgoed de weg langs de Amstel volgde, dus kan de foto net zo goed in Ouderkerk aan de Amstel zijn genomen of nog verderop. Ook was in die tijd nog (net) geen goede pontverbinding over het IJ en pas toen het Noordzeekanaal werd geopend was er een verbinding bij IJmuiden. Veel vervoer richting Noord-Holland over vasteland ging via Beverwijk. Dit omdat de gehele noordelijke IJ-oever moeras en (laag) watergebied was. Kortom, voor een zondagsritje bijna onmogelijk.
Rijksnummer 56. Deze Mors van Backx is de oude Mors van Berends, overgenomen met nummer en al.
Joost Renzenbrink stuurde ons een afbeelding van de Benz 2¾ pk met registratienummer 54. “Herbertus Rahder (1871-1931) was de zwager van mijn overgrootmoeder, dus ongetwijfeld is hij het achter het stuur in de auto, samen met zijn zoon (Herbertus Rahder 1895-?). De foto is gemaakt door F.Kaiser die een enthousiast amateurfotograaf was.”
Rijksnummer 51 op de Renault (carrosserie Veth) van mevr. C.C. de Man-Calkoen uit Arnhem.
Rijksnummer 42 werd op 9 januari 1899 afgegeven aan dhr. H.J. van Ewijk uit Amsterdam voor een Decauville 3pk.
(bron foto: Motor Cahier van Henk Sickens de Wal)
In augustus 1901 werd deze Decauville inclusief het rijksnummer verkocht aan dhr. C.G.H. Bakker uit Haarlem. Hoogstwaarschijnlijk staat hij met deze Decauville afgebeeld op een foto in het boekje 'Haarlem in photographieën' van 1968. Volgens het bijschrift gaat het hier om een ‘fonkelnieuwe Peugeot- automobiel’ op de Kleverlaan in Haarlem in 1895. Het is geen Peugeot want op de detailfoto links valt het kenmerkende 'stuur' van een Decauville uit die tijd te zien: een horizontale stang met een verticaal deel aan het eind (voor de kijker links). De foto dateert ook niet van 1895, want dhr. Bakker kocht de Decauville in 1901.
Mevrouw P.F. van Lelyveld had een gaatje in de wettelijke instructies gevonden, en nam de vrijheid het haar toegewezen nummer 40 in Romeinse cijfers op haar Georges Richard te vermelden. Klik hier voor het hele verhaal.
Rijksnummer 39 op de De Dietrich van importeur B.T. Rubens (zie art. J. van Groningen: Een pionier geïdentificeerd, in: Tuf-tuf, november 1981)
Rijksnummer 36 op de Benz van Jhr. mr. Schorer (zie art. J. van Groningen: Eerste Leidse autobezitter in: Tuf-tuf, juli 1975).
Waarschijnlijk is deze foto genomen in de garage / opslagruimte van T.J.J.H. de Wit uit Hilversum die importeur was van Vivinus. De Wit's eerste auto was een Benz, overgenomen van De Bont, waarmee de Wit ook in de lijst met rijksnummers staat. De voorste auto op de foto, die waarschijnlijk genomen is voordat hij overstapte naar Vivinus, is een F.N. uit 1901 (klik hier voor een grotere versie).
Rijksnummer 34 op de Benz Victoria 1898 van Jhr. Sandberg van Leuvenum (in het boekje van Aertnijs: Hoe de auto in ons land kwam).
Rijksnummer 33 op de Benz van L. S. P. van Dam van Polanen, wijnhandelaar (zie art. J. van Groningen: Een ondernemende pionier, in: Tuf-tuf, november 1981). De foto dateert van 1898, naast hem zijn vrouw, de foto is genomen tussen Arnhem en Apeldoorn ter hoogte van Terlet. (Bron foto: Gelders Archief)
Veerhuis tegenover Schoonhoven (bron foto: Gelders Archief)
(Bron foto: Gelders Archief)
(Bron foto: Gelders Archief)
Op de pont in Schoonhoven (bron foto: Gelders Archief)
(Bron foto: Gelders Archief)
Detail van een foto genomen tijdens de Automobielfeesten van de NAC, gehouden van 27 tot en met 29 augustus 1902 in Scheveningen. Klik hier voor de originele afbeelding.
Dit is de Engelse Daimler, geïmporteerd door Stokvis uit Arnhem, die daar Rijksnummer 30 voor kreeg toegewezen en die in juli 1899 werd verkocht aan Vivian J.L.T. baron Brantsen.
Rijksnummer 28 op een Benz Comfortable uit 1898. Het nummer was op 10 oktober 1898 afgegeven aan B. Veth van de gelijknamige carrosseriefabriek te Arnhem. Veth maakte hier een eigen carrosserie 'calèche' op. Verkocht in maart 1903.
December 2014: Anton J. Janssen schrijft in een uitgebreid artikel in het Conam Bulletin (jg. 24, nummer 4) dat de term 'calèche' niet helemaal juist is. Op het onderstel van de Benz Comfortable is (waarschijnlijk door carrosseriebouwer Th. Egbers) een opvouwbare/neerklapbare cabine gebouwd, waarvoor de term 'Coupé Découvrable' meer van toepassing is (foto collectie Anton J. Janssen).
Rijksnummer 27 is een 1903 Renault 14pk van F. Jurgens uit Oss. Hij verkocht zijn Darracq met nummer 1047 aan H. Jurgens en kocht zelf een nieuwe Renault. Hij kreeg het nummer 27 dat blijkbaar vrijgekomen was. Het is maar de vraag of hij dit (ook toen al begeerde lage) nummer via connecties kreeg.
Rijksnummer 25 op de Peugeot van dhr. J.F. Verweij tijdens de postrit op 6 en 7 april 1903
Op 3 september 1898 kreeg Theodorus (Thei) Hubertus Cox uit Roermond Rijksnummer 24 voor zijn Benz Comfortable. De foto is genomen voor het bedrijfspand van Thei Cox op de Godsweerdersingel. Hij zit zelf achter het stuur, naast hem zijn tweede vrouw Agnes Walraven en tegenover hem zijn oudste zoon Harry (Henri).Cox's tweede auto was een Darracq 9 PS uit 1902. Het zou ook een Opel 9 kunnen zijn omdat dit Duitse merk de Darracq in licentie bouwde. Foto's ter beschikking gesteld door Ton Reijnaerdts
Rijksnummer 23 werd op 20 augustus 1898 afgegeven aan dhr. A.C.Dentz, koopman in tabak te Amsterdam. Het kenteken werd afgegeven voor een Benz en op 16 juli 1901 gewijzigd voor een elektrisch aangedreven voertuig. Hier gemonteerd op een Peugeot van latere datum. De Peugeot is waarschijnlijk 'gemoderniseerd' met een stuurwiel i.p.v. de originele stuurhendel met twee handgrepen. Mogelijk is daarbij de hele carrosserie onder handen genomen en aangepast aan de tijd, maar omdat Peugeot nog geen eigen motorkap had (de motor ligt achterin), is er een fantasiemotorkap op gekomen.
Op deze foto staat waarschijnlijk de Delahaye van dhr. Jac. J.A. Kneppers, bankier en penningmeester van de N.A.C. De auto had rijksnummer 22 en is gefotografeerd tijdens de Pinksteren in 1898. Het rijksnummer 22 was eerder afgegeven voor een 5 pk Benz Dogcart, ook op naam van Kneppers.
Rijksnummers 20 en 21 werden op 6 augustus 1898 afgegeven op naam van Pieter van Embden, suikerfabrikant te Arnhem-Klingelbeek. Beide voertuigen waren een Benz 12-persoons omnibus bestemd voor de dienst Oosterbeek-Arnhem. Op 13 april 1899 werden beide omnibussen verkocht aan P.J. Hofman (hier op de foto met rijksnummer 20). De foto bevindt zich nu in het Gemeentearchief van Woerden, maar stamt uit de collectie Grunveld uit Woerden.
Hieronder de aanvraag d.d. 15 juni 1898 plus twee bijlagen
Benz bestelwagen van stoomververij en chemische wasserij J. Hoevels uit Rotterdam. De auto had het rijksnummer 17, afgegeven op 9 juli 1898. In de aanvraag stond: "...ter transporteering van goederen van mijn bedrijf naar een andere gemeente."
Een tweede Benz van Hoevels, die ook het rijksnummer 17 kreeg, afgegeven op 21 september 1900. Deze Benz is in 1902 verkocht naar Engeland, maar het kastje achter op de wagen bevindt zich nog in de collectie van Louwman in Wassenaar.
Advertentie uit de Maas- en Scheldebode d.d. 27 april 1900



Rijksnummer 12 werd op 26 april 1898 afgegeven aan Jhr. Mr. D.F. Texeira de Mattos te 's Gravenhage voor een Daimler Riemenwagen "Betsy'.
Rijksnummer 11 op de Decauville van Jan Leonard Lang. Hij kreeg dit lage nummer op 22 november 1902 (lees hier waarom).
Zie ook deze advertentieDe achterkant van de Decauville
Rijksnummer 11 hier op een Panhard. Dit nummer stond eerst op naam van J. Leonard Lang, maar werd later omgenummerd tot 1396 op naam van dhr. Funke, directeur van het Nieuws van de Dag.
Rijksnummer 1396
Rijksnummer 10 afgegeven op 26 april 1898 op de Benz Confortable van dhr. H.A. Mos uit Nijmegen. De Benz was aangeschaft via Aertnijs. De foto is genomen op zaterdag 9 juli 1898 tijdens de rit Parijs-Amsterdam-Parijs vanaf de veerstoep in Lent met de Waal en Nijmegen op de achtergrond. Vanaf het pontveer komen de eerste deelnemers aan de wegwedstrijd aanrijden. Mos was bij deze gelegenheid wedstrijdcommissaris. Vermoedelijk is hij de man op de foto die naast de driewieler loopt met de witte band om zijn arm (klik hier voor een grotere versie). Foto Pierre Weijnen; collectie Anton J. Janssen.
'Phaeton' Benz 5pk, uit 1899. Eigendom van Baron E.W. van Wassenaer uit Bennekom.
De heer M.W.L.J. Aertnijs kreeg als autohandelaar Rijksnummer 7 toegewezen. Hier onder worden de door hem verkochte auto's in volgorde van bouwjaar weergegeven:Benz 1897
Benz 1898
Mors 1899 met aan het stuur dhr. Aertnijs en naast hem John Diele
Darracq 1902 later omgenummerd naar 724 t.n.v. M. van Vollenhoven te Driebergen alwaar deze foto is gemaakt.
Darracq 15pk uit 1904. De foto is gemaakt in 1905 voor De Zonheuvel te Doorn, de woning van Josua Marius Willem van der Poorten-Schwartz (1858-1915) en Adelheid Anna Beatrix van der Poorten-Schwartz (1888-1944). Hun namen komen niet voor in de lijst met rijksnummers, dus waarschijnlijk betreft het hier een proefrit. (Bron foto: Etag Collection).
Deze Darracq kreeg in december 1905 het rijksnummer 1636 op naam van Dhr. E.J.C.H. Sassen te Breda. Op deze foto heeft de Darracq nog het rijksnummer 7. De foto is gemaakt bij de woning van Dhr. Sassen in Breda (klik voor een vergroting). Mogelijk zit een verkoper van Aertnijs achter het stuur (foto collectie Breda's Museum, herkomst Familie Klep, Breda).
Rijksnummer 6 werd eerst afgegeven op 26 april 1898 aan dhr. B. E. A. van Varsseveld; Adolphe Zimmermans, soms abusievelijk Temmerman (Prov. Blad van Utr. 16 juni 1902) uit 's-Gravenhage voor een Benz Victoria. Op 17 juni 1902 werd dit rijksnummer opnieuw uitgegeven aan Dhr. H. van Westerborg, ook uit 's-Gravenhage, voor een Benz Victoria.
Hieronder een brief, gedateerd 1 maart 1898, van dhr. H.L. Manson uit Amsterdam aan de Minister voor het verkrijgen van een vergunning voor het berijden van de Rijkswegen. Op kreeg 26 april 1898 kreeg dhr Manson het Rijksnummer 5 toegewezen.
Daimler 1896 van notaris J.P.Backx met rijksnummer 4 (tweede auto in Nederland)

Foto bij een artikel in het blad "Het Noorden in Woord en Beeld" van 21 september 1946 (klik hier voor het hele artikel)
Nummer 2 was ook een "Groninger Motorrijtuigen Fabriek" systeem Lutzmann uit 1898, maar nu van J. van Dam jr uit Helpman (Groningen). De auto reed op petroleum.
De allereerste auto die een vergunning met volgnummer kreeg uitgereikt was van W.A. van Dam uit Groningen. De 'auto' was ook gelijk een Nederlands product in 1898 gefabriceerd door de Groninger Motorrijtuigen Fabriek volgens Systeem Lutzmann. De foto is genomen in Zoutkamp (foto coll. Mevr. H.W.S. Mansholt). De officiële afgifte van rijksnummer 1 aan W.A. van Dam op 26 april 1898 bevindt in de collectie van Museum Louwman.