Rond het jaar 1900 bouwde Pieter Rademaker uit Groningen een aantal automobielen. Hij was rijtuigmaker van beroep en had een werkplaats aan de Muurstraat, waar hij tilbury's, coupeetjes, sjezen, bokkenwagens en Utrechtse wagens bouwde. Elke dinsdag werden deze voertuigen met handkracht naar de Vismarkt gebracht om ze aan de daar aanwezige boeren te verkopen.
advertentie april 1900
Volgens overlevering kocht Pieter Rademaker, nadat hij iets had gelezen over in het buitenland gebouwde automobielen, in Duitsland een benzinemotor. Hij bouwde er een rijtuigcarrosserie omheen en bracht remmen en besturing aan. Een achteruitversnelling ontbrak. Deze auto werd verkocht, maar niet bekend is aan wie.
Pieter Rademaker bouwde een tweede, verbeterde versie, maar deze auto brandde uit. Alleen de motor kon worden gered. Daarna bouwde Rademaker een boot waarin hij deze geredde motor monteerde. De boot kreeg een ligplaats bij de Natte Brug in Groningen en werd op zondag gebruikt als veerdienst naar Paterswolde. Dit was zeer tot ongenoegen van de exploitant van de paardentram naar Paterswolde. Deze kreeg het gemeentebestuur van Groningen zo ver om het kanaal met een boom of paal van oever tot oever te laten afsluiten, waarna het afgelopen was met Rademaker's zondagse veerdienst.
In die periode adverteerde Rademaker regelmatig onder de naam 'Eerste Nederlandsche Automobielfabriek Pieter Rademaker'. In opdracht van de strokartonfabrikant Haiko (of Harko) van Russen uit Oude Pekela bouwde Rademaker rond 1900 een vis-a-vis-model met stangbesturing. Of dit een van de twee auto's was waarmee Rademaker zelf heeft gereden is niet bekend, maar waarschijnlijk is dit een derde automobiel van Rademaker. Aan de foto te zien is dit geen eigenbouw, maar lijkt in eerste instantie op een lichtelijk verbouwde Benz Victoria (een tweedehandsje?), waarbij de besturing duidelijk is aangepast, alsook het zitbankje van de bestuurder dat wat hoekiger is dan bij Benz gebruikelijk. Maar nog logischer lijkt het dat, gezien de nabijheid van de Groninger Motorenfabriek, dit voertuig eerder een omgebouwde Lutzmann Pfeill 2 is. Dat zou ook gelijk verklaren waar, na het faillissement van de Groninger, de oude auto met rijksnummer 2 van de heer J. van Dam jr. uit Helpman (Groningen) is gebleven.
Er zou nog een auto van Rademaker kunnen zijn, rijksnummer 1017 van dhr. M. Damhof uit Foxhol
Van ca. 1890 tot 1911 was Rademaker gevestigd aan de Muurstraat 12, dezelfde straat waar ook het magazijn van Van Dam gevestigd was waar de auto-onderstellen uit onderstaande advertentie stonden. Op het adres Muurstraat 12 was in 1916 tijdelijk de machinefabriek Bouwman gevestigd die afgesplitst was van de firma Van Dam & Bouwman. Medevennoot J. van Dam (!) ging daarna verder op het adres Muurstraat 20-22. Rademaker vestigde zich later aan de Trompstraat.
artikel in het Nieuwsblad v.h. Noorden, d.d. 15 januari 1937
Tekst Rutger Booy met gebruikmaking van onderstaande bronnen:
Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland. Uitgeverij Waanders, 1993, ISBN 90.6630.372.7
artikel in Nieuwsblad v.h. Noorden d.d. 15 januari 1937
artikel in Nieuwsblad v.h. Noorden d.d. 26 oktober 1976
artikel in Nieuwsblad v.h. Noorden d.d. 10 november 1976
informatie van Ariejan Bos
informatie van Jac. Stienstra