
Carrosseriebouwers (beschrijvingen)
Carrosserie- en Wagenbouw J. van Drie werd opgericht in 1924 en was gevestigd aan de Weesperstraat 22-26 te Diemen. Onder de naam ‘Vé-daf’’ werden aanhangwagens gebouwd.
Bronnen:
Archief Historische Kring Diemen.
Archief Saan Museum
advertentie 1946
Bronnen:
Archief Historische Kring Diemen.
Archief Saan Museum

Van Berkum Carrosseriebedrijf is sinds de oprichting in 1930 gevestigd in het Gelderse Lochem. Oorspronkelijk als bouwer van koetsen en wagens, maar naarmate de tijd vorderde en paarden werden vervangen door vrachtwagens, verlegde Van Berkum zijn werkzaamheden richting de vrachtwagens en bestelbussen.
In dit bedrijf werden opbouwen op bedrijfsautochassis gemaakt en gerepareerd. Van Berkum is ook een van de zeven samenwerkende carrosseriebedrijven welke het zgn. Combisysteem voor gestandaardiseerde carrosseriebouw in aluminium toepassen.
Van Berkum maakt tegenwoordig deel uit van Plegt Carrosserie Groep.
Aluminium opbouw volgens het Combisysteem in Van Berkum Carrosseriebedrijf
In dit bedrijf werden opbouwen op bedrijfsautochassis gemaakt en gerepareerd. Van Berkum is ook een van de zeven samenwerkende carrosseriebedrijven welke het zgn. Combisysteem voor gestandaardiseerde carrosseriebouw in aluminium toepassen.
Van Berkum maakt tegenwoordig deel uit van Plegt Carrosserie Groep.

Het carrosseriebedrijf van Freek Wüst was gevestigd aan de Nieuwstraat 42 in Westmaas.
Advertentie januari 1952
In 1992 werd het bedrijf overgenomen door Erik Roelvink. Het bedrijf kreeg de naam Carrosserie Autoschade Roelvink en in 2012 werd de naam gewijzigd in Carrosserie Autoschade Rijnmond. Het bedrijf is sinds 2016 gevestigd in Oud-Beijerland.

In 1992 werd het bedrijf overgenomen door Erik Roelvink. Het bedrijf kreeg de naam Carrosserie Autoschade Roelvink en in 2012 werd de naam gewijzigd in Carrosserie Autoschade Rijnmond. Het bedrijf is sinds 2016 gevestigd in Oud-Beijerland.
Johannes Marinus Quist werd geboren op 29 oktober 1887 in Zierikzee. Hij begon als wagenmaker en breidde zijn bedrijf uit tot carrosseriefabriek. Deze was gevestigd aan de Ruilstraat 84-86a-b-c te Rotterdam. Later verhuisde het bedrijf naar de Bornissestraat 14-18 ook te Rotterdam. De naam van het bedrijf werd gewijzigd in ‘Quicar’. J.M. Quist overleed op 12 februari 1954 te Rotterdam op 66-jarige leeftijd.
De fabriek heeft met name een aantal lijndienstbussen en touringcars gebouwd.
Bronnen:
Genealogieonline,nl
Delpher.nl
Advertentie in het Rotterdamsch Nieuwsblad d.d. 8 oktober 1920
De fabriek heeft met name een aantal lijndienstbussen en touringcars gebouwd.
Bronnen:
Genealogieonline,nl
Delpher.nl



Dirk Meeldijk begon 1873 als rijtuigmaker in Zwijndrecht en verhuisde in 1880 naar Groenmarkt 41 te Dordrecht.
Dirk Meeldijk, de oprichter.


Rijtuig en Wagenmakerij H.A. (André) Eliëns, Hoogstraat 21,- Gestel – Eindhoven
door Jolande Eliëns
![eliens carrosserie afbeelding 7]()
De rijtuig- en wagenmakerij is begin 1900 opgericht door mijn opa André Eliens. Hij was getrouwd met Johanna Schenkels. Samen kregen ze acht kinderen, vier jongens en vier meisjes. Opa was een fervent wielerliefhebber. Het verhaal gaat dat opa, na de rijtuigbouw, een tijd ijscokarren heeft gemaakt. Uiteindelijk is hij overgestapt op de reparatie van auto’s en dat is altijd zo gebleven tot begin jaren zeventig het pand en de inboedel is verhuurd aan een garagehouder.
door Jolande Eliëns

De rijtuig- en wagenmakerij is begin 1900 opgericht door mijn opa André Eliens. Hij was getrouwd met Johanna Schenkels. Samen kregen ze acht kinderen, vier jongens en vier meisjes. Opa was een fervent wielerliefhebber. Het verhaal gaat dat opa, na de rijtuigbouw, een tijd ijscokarren heeft gemaakt. Uiteindelijk is hij overgestapt op de reparatie van auto’s en dat is altijd zo gebleven tot begin jaren zeventig het pand en de inboedel is verhuurd aan een garagehouder.
A. v.d. Horst Carrosserie en Wagenbouw, Vlaardingen was gevestigd aan de Maassluissedijk te Vlaardingen
Carrosserie op een Chevrolet uit 1938 voor transportbedrijf Lensveld uit Vlaardingen

De Nieuwe Zuidh. Carrosserie & Wagenfabriek A. Meeuws was gevestig aan de Kepplerstraat in Den Haag

Carrosseriebouwer Kornelis Rust, Boterdiep 25 te Groningen, kreeg op 8 december 1933 het provinciale kenteken A-22914. Op 22 januari 1937 kwamen er drie nummers bij, A-27099, A-27100 en A-27101, op naam van Gebr. Rust, carrosseriebouwers.
![carrosserie rust 19390905]()
advertentie september 1939

advertentie september 1939
Carrosserie-fabriek GROWA (De Groot Wagenbouw), Prior van Milstraat 25 te Uden
Volgens de handelsregisters heeft het bedrijf in ieder geval bestaan tussen 1926 en 1992, maar is in 1926 overgenomen, dus is het al ouder. Het bedrijf was eerder gevestigd aan de Stationsstraat A 65 te Uden. De eigenaar was Johannes Theodorus de Groot, geboren 16 september 1898. Op 14 maart 1963 deed hij het bedrijf over aan dhr. Johannes Maria Cornelis Roest, geboren 25 september 1932. Hij was getrouwd met Josephina Raphaël Joanna de Groot, geboren 24 oktober 1935. Op 1 januari 1990 nam zij de zaak over tot het bedrijf in 1992 werd opgeheven.
Briefhoofd
Volgens de handelsregisters heeft het bedrijf in ieder geval bestaan tussen 1926 en 1992, maar is in 1926 overgenomen, dus is het al ouder. Het bedrijf was eerder gevestigd aan de Stationsstraat A 65 te Uden. De eigenaar was Johannes Theodorus de Groot, geboren 16 september 1898. Op 14 maart 1963 deed hij het bedrijf over aan dhr. Johannes Maria Cornelis Roest, geboren 25 september 1932. Hij was getrouwd met Josephina Raphaël Joanna de Groot, geboren 24 oktober 1935. Op 1 januari 1990 nam zij de zaak over tot het bedrijf in 1992 werd opgeheven.

Stokvis Carrosserie BV Carrosserie- En Wagenbouw te Nieuw-Vennep is in 2006 overgenomen door Karhof Carrosserieën in Purmerend
Nadat Hover dus eerst samen met Tiwi (1936) en daarna alleen (1936-1938) een carrosseriefabriek aan de Havenstraat in Eindhoven bestiert, gaat bij in 1938 op dat zelfde adres in zee met Mathijs van Bergen. Van Bergen komt uit Zeeland (NB). Of hij iets te maken heeft met de carrosseriefabriek Van Bergen & Thissen die in 1919 actief was in Maastricht is onbekend. In diezelfde stad start een jaar later, 1920, carrosseriefabriek ‘Moderne’ van Jean Veugen en Fr. van Bergen. Die ‘Moderne’ fabriek brand in 1935 af en wordt zoals het er naar uit ziet niet meer opgestart. Maar ook hiervan is onbekend of er een connectie is met Mathijs van Bergen die met Hover in zee gaat. In de loop van de oorlog, 23 februari 1942, wordt de firma van Hover en Van Bergen al weer ontbonden.
Bron: Paul Vlemmings, artikel in het Conam Bulletin, 2020/3
![hover bergen 19381231]()
advertentie december 1938
Bron: Paul Vlemmings, artikel in het Conam Bulletin, 2020/3

advertentie december 1938
Willem Kusters begint zijn carrosseriebouw activiteiten met de overname van de carrosserie- en rijtuigfabriek van Hover, juli 1921. Hij doet dit als Venlosche Carrosserie & Rijtuigfabriek v/h J.H. Hover in het oude pand van Hover aan de Sloterbeekstraat in Venlo. Dat oude pand blijft nog enkele jaren in gebruik door Kusters, maar in 1924 al gaat Willem Kusters een samenwerking aan met Lemmens.

In Venlo begint H. Hover in 1905 een rijtuig- en wagenmakerij aan de Sloterbeekstraat 15, toen nog Slooterbeekstraat gespeld. Wat voor rijtuigen en wagens hij maakt is onbekend, maar in 1908 meldt hij speciaal ingericht te zijn ‘voor verlakken’. Die specialisatie met het lakken van wagens en rijtuigen doet Hover vanaf 1910 ook voor automobielen. Hover is dan met zijn nering verhuisd naar nummer 25 op die Sloterbeekstraat. Hoewel verhuizing? In die tijd verandert de nummering vaak, al naar gelang er huizen bijgebouwd worden. Komt er tussen nummer 1 en 3 een huis bij, dan wordt nummer 3 gewoon nummer 5. Wordt er daarna weer iets tussen gebouwd, dan schuift de nummering bij een volgende telling gewoon mee. Misschien zit Hover dus nog gewoon op zijn oude stek, maar heeft hij er nieuwe buren bijgekregen waardoor alleen zijn huisnummer veranderd. Nog een verandering die we niet helemaal kunnen thuisbrengen, H. Hover wordt in 1911 J.H. Hover.
Een thuisbrenger is wel de behuizing. Die aan de Sloterbeekstraat wordt inmiddels wat te klein, want in dat zelfde jaar 1911 wordt het uitgebreid met werkplaatsen en een rijtuigenremise. Automobiel bezitters kunnen daarna niet alleen voor het lakken bij Hover terecht, maar ook wordt gestart met de verkoop van Goodrich autobanden (1912). De zaak krijgt nog meer vaart als Hover zijn twee hand- en voetkracht houtdraaibanken en een handkracht radmachine, voor het boren van naven en vellingen en het fraisen van ronde pennen, verkoopt. Er komen stoommachines voor in de plaats om voortaan machinaal wielen te kunnen maken. De inmiddels dus ‘stoomrijtuigfabriek’ legt zich dan naast het lakken ook toe op het bekleden van automobielen. We komen daarmee aan in het jaar 1913, het jaar waarin Hover zich ook gaat toeleggen op het bouwen van carrosserieën voor automobielen. De eerste jaren gaat het daarbij om open en dichte wagens ‘op elk chassis’ en afneembare wintertoppen voor torpedo’s. In 1920 wordt ook de bouw van carrosserieën voor vrachtauto’s gestart. Juli 1921 komt er een einde aan de carrosseriebouw van H.J. Hover. Hij verkoopt dan zijn fabriek aan Willem Kusters.
Bron: Paul Vlemmings, artikel in het Conam Bulletin, 2020/3

advertentie juni 1914
Op een steenworp afstand van het Zeeuws-Vlaamse Sluis ligt vrijwel op de grens met België het minidorpje St. Anna ter Muiden. Hier groeit Johan Frederik Bauer (1884-1951) op en wordt daar aannemer en tekenonderwijzer. De sprong van daaruit naar carrosseriebouwer is een logische. Zelf had hij op 20 september 1913 het nummerbewijs K-811 toegewezen gekregen.
![bauer carrosserie 19250000 1]()
Het bedrijf circa 1925

Het bedrijf circa 1925

Douma's carrosserie en wagenfabriek van Jan Douma was gevestigd op de Oude Koemarkt te Sneek. Het bedrijf werd later voortgezet door een zoon van Jan en stond toen bekend onder de naam ‘Sneeker transport Fabriek A. Douma Wagenfabriek’.
T-Ford uit 1924. Verkocht door Ford Dealer in Sneek en opgebouwd bij Douwma.

Elenbaas uit Poortvliet is nog steeds actief als carrosseriebouwer. Zie hun website.
![elenbaas carrosserie volvo f88]()
open laadbak op een Volvo F88, circa 1975

open laadbak op een Volvo F88, circa 1975
Brouwers uit Holwerd (Friesland) bouwde na de Tweede Wereldoorlog in ieder geval zes bussen voor NOF te Dokkum op Scania-Vabis-chassis.
Brouwer in Noordwijk bouwde voor de Tweede Wereldoorlog enkele bussen.
De firma Kars uit Tiel bouwde na de Tweede Wereldoorlog een tiental bussen.

Carrosserie- en Wagenbouw Fa. G.C. van Erk & Zoon te Amsterdam. De firma was gevestigd op de Reguliersdwarsstraat 43.
Van Erk verhuisde naar Schiphol waarna het bedrijf werd overgenomen oor DAF Amsterdam (nu Truckland).
![carrosserie van erk 1960]()
foto d.d. 1960 (bron: Collectie Bureau Monumentenzorg / Stadsarchief Amsterdam)
Van Erk verhuisde naar Schiphol waarna het bedrijf werd overgenomen oor DAF Amsterdam (nu Truckland).

foto d.d. 1960 (bron: Collectie Bureau Monumentenzorg / Stadsarchief Amsterdam)


P.H. Houx, stoomwagenmakerij en schrijnwerkerij te Tegelen, opgericht 1920
![houx carrosserie P 2307]()
carrosserie op een T-Ford

carrosserie op een T-Ford
Machinale Carrosseriefabriek L. de Bruyn, Meerssenerweg 69 B te Limmel-Maastricht
Waarschijnlijk opgericht in 1929. Het bedrijf bouwde voornamelijk autobuscarrosserieën.
![carrosserie bruyn 1929 1]()
Waarschijnlijk opgericht in 1929. Het bedrijf bouwde voornamelijk autobuscarrosserieën.


Een interview begin 2017 afgenomen door Fons Alkemade
In 2016 meldden zich bij de Conam per mail de heren Wim en Kees Christiaanse. Zij hadden oude documentatie gevonden van het bedrijf van hun vader, carrosseriefabriek Christiaanse te Haarlem. Begin 2017 heeft Fons Alkemade de heren opgezocht voor een interview en om de documenten te bekijken.
De geschiedenis van carrosseriebedrijf Christiaanse
Aan beide kanten van de familie zaten wagenmakers: de familie Vosse uit Heemstede en de familie Christiaanse uit Noordwijk. Kees: “Mijn vader [A.J. Christiaanse, geboren in 1898] is op 18-jarige leeftijd vertrokken naar Brussel want hij had wel in de gaten dat de wagenmakerij geen toekomst had. Hij ging daar werken bij een carrosseriefabriek. Daarvandaan is hij terug gekomen en toen heeft hij volgens mij nog een tijdje bij Spyker gewerkt in Amsterdam en ook bij carrosseriebouwer Schutter en Van Bakel. En daarna is hij voor zichzelf begonnen in de Lange Herenstraat in Haarlem. Dat heeft hij gedaan tot 1940.” Een broer van A.J. Christiaanse, Henk, was trouwens voor de oorlog nog steeds wagenmaker in Noordwijk: hij bouwde nog een enkele boerenwagen, maar repareerde bijvoorbeeld ook kruiwagens.
In 2016 meldden zich bij de Conam per mail de heren Wim en Kees Christiaanse. Zij hadden oude documentatie gevonden van het bedrijf van hun vader, carrosseriefabriek Christiaanse te Haarlem. Begin 2017 heeft Fons Alkemade de heren opgezocht voor een interview en om de documenten te bekijken.
De geschiedenis van carrosseriebedrijf Christiaanse


Jan de Vries carrosserie en wagenbouw was vanaf begin jaren twintig tot ongeveer 1955 gevestigd aan de Marconistraat 1 te Amersfoort.
![vries carrosserie ford 1]()

Fa. J. en A. Mostard, Carrosserie & Wagenbouw, Dieteren 4, Susteren
Het bedrijf Mostard werd 1890 opgericht door Hendricus Mostard. In 1903 begon hij een radmakerij waar onder andere wielen, kruiwagens en landbouwwagens werden gemaakt. In 1937 werd het bedrijf voortgezet door zijn twee zoons Jan en Albert, onder de naam Firma J. en A. Mostard aannemers- en carrosseriebedrijf.
Kort na de Tweede Wereldoorlog werd in 1947 de eerste carrosserie gebouwd en afgeleverd, spoedig gevolgd door grotere opdrachten waaronder autobussen. Mostard bouwde in de jaren vijftig een twintigtal buscarrosserieën voor vrijwel uitsluitend Limburgse klanten onder andere op Kromhoutchassis. Slechts drie daarvan kwamen buiten Limburg terecht, die voor EMA te Valkenswaard werden gebouwd.
In 1953 werd het bedrijf gesplitst in een aannemersbedrijf en een carrosseriebedrijf. Deze laatste kwam onder leiding van Albert Mostard. In 1956 en de jaren er na kreeg Mostard landelijke bekendheid door de serieproductie van Yvonne Caravans. Hiervan werden er enkele duizenden geproduceerd. Later werd de caravanafdeling een zelfstandige vestiging in Susteren, met de naam Mostard Recreatie B.V.
Bron: Mostard Yvonne register
![mostard carrosserie DAF]()
buscarrosserie op een DAF 1958
bron foto: Transport History
Het bedrijf Mostard werd 1890 opgericht door Hendricus Mostard. In 1903 begon hij een radmakerij waar onder andere wielen, kruiwagens en landbouwwagens werden gemaakt. In 1937 werd het bedrijf voortgezet door zijn twee zoons Jan en Albert, onder de naam Firma J. en A. Mostard aannemers- en carrosseriebedrijf.
Kort na de Tweede Wereldoorlog werd in 1947 de eerste carrosserie gebouwd en afgeleverd, spoedig gevolgd door grotere opdrachten waaronder autobussen. Mostard bouwde in de jaren vijftig een twintigtal buscarrosserieën voor vrijwel uitsluitend Limburgse klanten onder andere op Kromhoutchassis. Slechts drie daarvan kwamen buiten Limburg terecht, die voor EMA te Valkenswaard werden gebouwd.
In 1953 werd het bedrijf gesplitst in een aannemersbedrijf en een carrosseriebedrijf. Deze laatste kwam onder leiding van Albert Mostard. In 1956 en de jaren er na kreeg Mostard landelijke bekendheid door de serieproductie van Yvonne Caravans. Hiervan werden er enkele duizenden geproduceerd. Later werd de caravanafdeling een zelfstandige vestiging in Susteren, met de naam Mostard Recreatie B.V.
Bron: Mostard Yvonne register

buscarrosserie op een DAF 1958
bron foto: Transport History
P. Jorritsma in Purmerend was begonnen als wagenmaker, maar werd al vroeg dealer voor Chevrolet. In de jaren twintig werden garagebedrijf en wagenmakerij uitgebreid met carrosseriewerkzaamheden.
advertentie mei 1926

Fa. Jongman's Carrosseriefabriek, Geversstraat 17-23 te Oegstgeest
Jongman is voornamelijk bekend geworden met carrosserieën op buschassis.
![jongman carrosserie 1949 53 guy jongman nb 56 18]()
Buscarrosserie op een Guy Vixen met kenteken NB-56-18, circa 1949
Jongman is voornamelijk bekend geworden met carrosserieën op buschassis.

Buscarrosserie op een Guy Vixen met kenteken NB-56-18, circa 1949
Ligthart is anno 2018 onder andere fabrikant van: aanhangwagens, opleggers, autotransporters, bergingsvoertuigen, tankwagens, containers, mobiele faciliteiten en constructiewerken.

Firma J.J. de Groot, Carrosserie en Wagenbouw, Oude Varkenmarkt 13, Leiden
In 1898 verhuisde Johan Jacob de Groot van Den Haag naar Leiden, waar hij werk vond in de rijtuigfabriek van G. Buitendijk achter de Stationsweg. In 1905 begon hij voor zichzelf als wagenmaker in een soort stal op de Oude Singel, hoek Koolstraat.
Nadat in 1913 de huur werd opgezegd kocht De Groot een pand aan de Oude Varkenmarkt nummer 13. Dit pand werd verbouwd tot werkplaats. In de zaak werkten vader Johan Jacob de Groot, zijn zoons Arnoldus George en Johan Jacob Nicolaas (geboren 5 december 1900, vandaar de naam Nicolaas) en een knecht Johan Tegelaar. Vader de Groot overleed op 17 mei 1922 op 57-jarige leeftijd, waarna de zaak werd voortgezet door de beide zoons en de knecht. Moeder Johanna Hendrika de Groot kreeg de zakelijke leiding.
Tijdens de crisis in de jaren dertig gingen de zaken slecht en moest de knecht worden ontslagen. In die periode werd ook begonnen met de verhuur van handkarren.
Moeder de Groot overleed tidens de hongerwinter van 1944. Arnoldus George de Groot stapte in 1951 wegens ziekte uit de zaak, waarna Johan Jacob Nicolaas het bedrijf alleen voorzette. Dit deed hij tot op hoge leeftijd.
Het pand waarin het bedrijf van De Groot was gevestigd bestaat nog steeds en is een toeristische trekpleister in Leiden.

Nadat in 1913 de huur werd opgezegd kocht De Groot een pand aan de Oude Varkenmarkt nummer 13. Dit pand werd verbouwd tot werkplaats. In de zaak werkten vader Johan Jacob de Groot, zijn zoons Arnoldus George en Johan Jacob Nicolaas (geboren 5 december 1900, vandaar de naam Nicolaas) en een knecht Johan Tegelaar. Vader de Groot overleed op 17 mei 1922 op 57-jarige leeftijd, waarna de zaak werd voortgezet door de beide zoons en de knecht. Moeder Johanna Hendrika de Groot kreeg de zakelijke leiding.
Tijdens de crisis in de jaren dertig gingen de zaken slecht en moest de knecht worden ontslagen. In die periode werd ook begonnen met de verhuur van handkarren.
Moeder de Groot overleed tidens de hongerwinter van 1944. Arnoldus George de Groot stapte in 1951 wegens ziekte uit de zaak, waarna Johan Jacob Nicolaas het bedrijf alleen voorzette. Dit deed hij tot op hoge leeftijd.
Het pand waarin het bedrijf van De Groot was gevestigd bestaat nog steeds en is een toeristische trekpleister in Leiden.

De N.V. Carrosseriefabriek "Hoogeveen" werd in 1952 overgenomen door de N.V. Motorkracht (waarmee al een belangengemeenschap bestond). De N.V. Motorkracht moderniseerde en breidde de oude fabriek uit om er Magirus-Deutz trucks te assembleren.
![magirus 19530608 motorkracht 4]()
Magirus-Stadsbus type O 6500 bij de fabriek in juni 1953
Hieronder een foto uit 1954 met rechts de oude fabriek

Magirus-Stadsbus type O 6500 bij de fabriek in juni 1953
Hieronder een foto uit 1954 met rechts de oude fabriek

Carrosseriebouw Vaalburg is al heel lang werkzaam in de koetswerkbouw. Het bedrijf heeft onder andere de carrosserie van de Witkar gemaakt.
Lees hier meer over hun geschiedenis.
Lees hier meer over hun geschiedenis.
Kern & Koning, Rijtuig- en wagenmakerij, Kerkstraat 283 te Amsterdam
Kern was in 1901 rijtuigmaker in Amsterdam. Als Kern & Koning heeft de firma in elk geval bestaan van 1912 tot 1931.
Veel rijtuigen en sleden werden geïmporteerd uit Amerika. Deze waren compleet gebouwd, maar zonder enige afwerking. Bekend is dat kleine rijtuigen gedemonteerd als bouwpakket in een houten kist naar Europa werden verscheept. Om ruimte en vrachtkosten te besparen werden alleen de meest noodzakelijke onderdelen in de kist verpakt. Smeedijzeren delen werden bijvoorbeeld niet meegeleverd. Deze konden immers eenvoudig in het land van toekomstig gebruik gemaakt worden. Net als vele andere rijtuig- en wagenmakers zette Kern & Koning het voertuig in elkaar en voorzag het van smeedwerk. Daarna werd het rijtuig of slee geschilderd en gestoffeerd. Er kwamen lampen op en eventueel werd er een eigen naamsvermelding op aanbracht.
Bron: Stolk Balkbrug
![kern koning 19130317]()
13 augustus 2018: na een vraag van degene die deze Panhard & Levassor momenteel in bezit heeft, hebben we navraag gedaan bij het Louwman Museum. Hun reactie was: "Het klopt dat de Panhard & Levassor vroeger deel uitmaakte van de collectie. Dit was overigens ver voordat ik bij het museum ging werken in 2002. Bij mij weten is de auto voorzien van een Schutter & van Bakel carrosserie. Dat heb ik vanuit de ‘overlevering’ altijd heb meegekregen. Ik heb overigens nog nooit gehoord van Kern & Koning. In ons archief is niet anders bekend dat de carrosserie van Schutter & van Bakel is."
Het lijkt er dus op dat de carrosserie niet van Kern & Koning is, maar inderdaad van Schutter & Van Bakel. Het zou trouwens heel goed mogelijk kunnen zijn dat dat hier sprake is van een misverstand, want Kern & Koning was gevestigd in de Kerkstraat 283 te Amsterdam en Schutter & Van Bakel zat ook in de Kerkstraat, maar op de nummers 28-30. Dit lijkt wel heel erg op elkaar.
![Kern Koning panhard]()
Met dank aan Bart Oosterling en Fons Alkemade
Kern was in 1901 rijtuigmaker in Amsterdam. Als Kern & Koning heeft de firma in elk geval bestaan van 1912 tot 1931.
Veel rijtuigen en sleden werden geïmporteerd uit Amerika. Deze waren compleet gebouwd, maar zonder enige afwerking. Bekend is dat kleine rijtuigen gedemonteerd als bouwpakket in een houten kist naar Europa werden verscheept. Om ruimte en vrachtkosten te besparen werden alleen de meest noodzakelijke onderdelen in de kist verpakt. Smeedijzeren delen werden bijvoorbeeld niet meegeleverd. Deze konden immers eenvoudig in het land van toekomstig gebruik gemaakt worden. Net als vele andere rijtuig- en wagenmakers zette Kern & Koning het voertuig in elkaar en voorzag het van smeedwerk. Daarna werd het rijtuig of slee geschilderd en gestoffeerd. Er kwamen lampen op en eventueel werd er een eigen naamsvermelding op aanbracht.
Bron: Stolk Balkbrug

advertentie in het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ d.d. 17 maart 1913
![Schutter Panhard 1910 Coolen]()
Op 15 oktober 2006 werd door het veilinghuis Osenat een Panhard & Levassor uit 1910 aangeboden met een carrosserie van Kern & Koning uit Amsterdam.
Deze Panhard heeft jarenlang in de Louwman collectie gezeten. Inmiddels is hij ‘terug-gerestaureerd’. Kern & Koning hebben vermoedelijk rond 1912-1914 de carrosserie ‘gemoderniseerd’, o.a. door portieren aan te brengen voor de plek van de chauffeur. Op de foto hieronder de auto zoals hij nu is, zonder portieren en niet meer geel maar een soort zwart.

Op 15 oktober 2006 werd door het veilinghuis Osenat een Panhard & Levassor uit 1910 aangeboden met een carrosserie van Kern & Koning uit Amsterdam.
Deze Panhard heeft jarenlang in de Louwman collectie gezeten. Inmiddels is hij ‘terug-gerestaureerd’. Kern & Koning hebben vermoedelijk rond 1912-1914 de carrosserie ‘gemoderniseerd’, o.a. door portieren aan te brengen voor de plek van de chauffeur. Op de foto hieronder de auto zoals hij nu is, zonder portieren en niet meer geel maar een soort zwart.
13 augustus 2018: na een vraag van degene die deze Panhard & Levassor momenteel in bezit heeft, hebben we navraag gedaan bij het Louwman Museum. Hun reactie was: "Het klopt dat de Panhard & Levassor vroeger deel uitmaakte van de collectie. Dit was overigens ver voordat ik bij het museum ging werken in 2002. Bij mij weten is de auto voorzien van een Schutter & van Bakel carrosserie. Dat heb ik vanuit de ‘overlevering’ altijd heb meegekregen. Ik heb overigens nog nooit gehoord van Kern & Koning. In ons archief is niet anders bekend dat de carrosserie van Schutter & van Bakel is."
Het lijkt er dus op dat de carrosserie niet van Kern & Koning is, maar inderdaad van Schutter & Van Bakel. Het zou trouwens heel goed mogelijk kunnen zijn dat dat hier sprake is van een misverstand, want Kern & Koning was gevestigd in de Kerkstraat 283 te Amsterdam en Schutter & Van Bakel zat ook in de Kerkstraat, maar op de nummers 28-30. Dit lijkt wel heel erg op elkaar.

Met dank aan Bart Oosterling en Fons Alkemade