Carrosseriebouwers (beschrijvingen)
Be-Ge (Holland) N.V., Meppel
Be-Ge uit Meppel niet alleen cabines voor Scania-Vabis in Zwolle, maar ook voor Volvo in België. In 1966 lijfde Scania het carrosseriegedeelte van de Be-Ge groep (Zweden en Nederland) in en werden alleen nog maar cabines voor Scania geproduceerd. In 2002 werd de fabriek gesloten. In 2005 werd echter de fabriek heropend, maar cabines worden er niet meer gemaakt
zie artikel uit 1964 hieronder:
Carrosserie-Fabriek G.J. Ten Koppel, Den Haag

advertentie juli 1919
Carrosseriebouw Jos Mulder B.V., Bunnik
In 1935 startte Willem Mulder, zelf zoon van een wagenmaker, zijn bedrijfje in Werkhoven.
Zie voor de geschiedenis de website van Jos Mulder
Fa. J. van Eck & Zonen, Lexmond/Dongen
In 1912 start Johannes van Eck een carrosseriebedrijf aan de Kortenhoevenseweg in Lexmond. Hij begint met het maken van boerengereedschappen zoals kruiwagens, melkkrukken, houten cabines en opbouwwagens. Vanaf 1932 ruilen Johannes van Eck en één van zijn vier zonen de boerenwagens in voor cabines en laadbakken op A en T Fords.
Na een brand in 1961 verhuist de fabriek naar de overkant van de Kortenhoevenseweg. Daar wordt in 1966 het koeltechnisch gedeelte toegevoegd, Transfrigo BV. Vervolgens wordt in 1986 in Beesd een brandweerwagenfabriek, aan de Oude Waag 24, aangekocht. De fabriek in Dongen wordt opgeheven en het personeel van Dongen verhuist mee naar Beesd. Daar legt Van Eck zich toe op de productie van opleggers en aanhangwagens.
A. Bikkers & Zoon, Rotterdam
N.V. Brandspuitenfabriek v/h A. Bikkers & Zoon te Rotterdam
Bikkers bouwde enkele stoomvoertuigen voor het reinigen van rioolputten reclamezuilen enz.
J. Geesink & Zonen, Weesp

Grondlegger van de "Rijtuigenfabriek en wagenmakerij J. Geesink" te Weesp was in 1875 Jacobus Geesink jr. Hoewel de vader van Jacobus Geesink jr. een eigen wagenmakerij had in Zwolle, volgde hij zijn vader niet op in de zaak. Deze was eerder na een kennismaking met een jonge dame, welke later zijn vrouw zou worden, vertrokken naar Weesp waar hij werk vond als meesterknecht bij de "Nederlandsche Stoom- Wielen- Wagen en Rijtuig-fabriek".
N.V. v/h Gebr. H. & F. Kimman, Haarlem

Johan .M. Blanker, Rotterdam

advertentie oktober 1930
W.M. Lutgerink, Zwolle

Carrosseriefabriek en autobekleeding
advertentie oktober 1930
H.F. de Reus, Oss

Vracht- en bestelcarrosseriën, autobussen
advertentie oktober 1930
M. van der Wijngaard & Co., Woerden

bedrijfs- en autobus carrosserieën
advertentie oktober 1930
Coenen, Den Haag

Deze en onderstaande advertenties komen uit de Autokampioen jaargang 1949
Carrosserie- en Wagenbouw Verhulst, Vlaardingen

Izaäk Marinus Verhulst begon in 1919 een wagenmakerij in het Westnieuwland te Vlaardingen. De zaak ontwikkelde zich van het maken van handkarren via carriers tot het maken van carrosserieën op bedrijfsauto's. Het volledige verhaal is beschreven door de zoon van Izaäk, Kees Verhulst, in het Tijd-schrift van de Historische Vereniging Vlaardingen, uitgave juni 2002. Het artikel staat hieronder (klik op de foto's voor een vergroting).
Links de oudst bekende foto van een werkstuk uit de wagenmakerij met Izaäk Verhulst op 31-jarige leeftijd (1922)
Kuip, Wognum
Carrosserie & Wagenbouw Kuip, Wognum
In 1799 vestigt Tijmen Kuip, afkomstig uit Enkhuizen, zich als wagenmaker/herbergier te Wognum. Zijn zoon Tijmen en kleinzoon Carel zijn de opvolgers. Carel trouwt met Elizabeth Bot. Zij krijgen negen kinderen, van wie er drie in het bedrijf komen: Piet, Tijmen en Nico. Als Carel overlijdt, zet zijn weduwe het bedrijf voort onder de naam ‘Wed. C. Kuip en Zonen’. Zoon Carel vertrekt naar Hem, waar hij een carrosseriebedrijf begint, dat nog steeds bestaat.
Hover & Tiwi, Venlo-Blerick
H. Hover begint in 1905 een rijtuig- en wagenmakerij aan de Sloterbeekstraat in Venlo, waar hij in 1913 ook begint met de bouw van carrosserieën voor automobielen. Enkele jaren later, het is dan 1921, verkoopt hij zijn fabriek aan Kusters, die in de Sloterbeekstraat de zaken voortzet als ‘Venlosche Carrosserie & Rijtuigfabriek v/h J.H. Hover’. Dat pand blijft nog enkele jaren in gebruik door Kusters maar hij verruilt samen met inmiddels compagnon Lemmens oktober 1924 voor een nieuw pand elders in Venlo. Tussen 1921 en 1924 leeft Hover waarschijnlijk van de opbrengst van de verkoop van zijn nering én van de huuropbrengsten van het pand aan de Sloterbeekstraat. Als dan de huurders Kusters & Lemmers vertrekken zit Hover met een leeg pand én zonder huurpenningen. Dan blijkt het bloed te kruipen waar het gaan kan. Hover heeft in zijn jaren als rijtuig- en carrosseriebouwer al van zijn ‘liefde’ voor het lakken van die voertuigen laten blijken. Hij besluit dan ook die oude voorliefde in zijn oude pand weer op te pakken.
J.H. Hulsman, Den Haag
Carrosserie - Fabrieken J.H. Hulsman, Den Haag
advertentie augustus 1912
Jac Met, Heerhugowaard / Alkmaar
Op 19 april 1806 kocht Jacob Met een huis met erf aan de Middenweg in Heerhugowaard, waarop een Wagenmakerij gevestigd was. In de Schager Courant van 11 april 1911 adverteert Jac Met als Stoom-Rijtuigfabrikant met vestigingen in Heerhugowaard en in Alkmaar, later is hij ook carrosseriebouwer geweest en na de oorlog eerst Ford dealer en in het recente verleden Opel dealer. Het bedrijf is nog niet lang geleden door een andere Opel dealer overgenomen. Met het opruimen van de boedel kwamen fotoboeken te voorschijn die aantoonden dat er in de twintiger jaren nogal wat carrosserieën gebouwd zijn. In mindere mate op personenauto basis maar vaker bestelwagens en bussen op T-Ford basis. Ze deinsden er niet voor terug om T-Fords ook van een nieuw chassis te voorzien met vier half elliptische bladveren in plaats van twee dwarse bladveren.
Nillesen, Wychen
Carrosseriefabriek Gebr. Nillesen te Wychen bouwde in de periode 1923-1970 cabines, laadbakken en autobussen. Aan de hand van bewaarde foto's en een interview met de toen 86-jarige Rinus Nillesen kon nog iets over de historie van dit bedrijf worden achterhaald (interview van Eduard Hattuma uit december 1993)
Lamboo, Pijnacker


advertentie juni 1936
In 1957 werd het bedrijf in Pijnacker voortgezet door Joost Lamboo, zoon en kleinzoon van de carrosseriebouwers. Zie verder Lamboo, Zoetermeer.
Paul & Van Weelde, Nieuwerkerk aan de IJssel
advertentie januari 1950
Nederlandsche Carrosseriefabrieken, Voorschoten
De Nederlandsche Carrosseriefabrieken waren gevestig aan de Voorstraat in Voorschoten, maar het bedrijf gebruikte ook de oude remise van de stoomtram aan de Wijngaardenlaan, ook in Voorschoten. Het pand in de Voorstraat was aanvankelijk van een zadelmaker.
advertenties 1922
Kuiper, Balk 1763-heden
In het Friese Balk staat de voormalige werkplaats van carrosseriebouwer Kuiper. Een wel zeer oude firma die nog steeds bestaat
Klik hier voor meer foto's
Kraan & Steggerda, Hilversum
Over Rijtuigfabriek Kraan & Steggerda is alleen bekend dat ze de grotere carrosserieën maakten voor Simplex.
Jean Stegen, Maastricht
advertentie 1916
Jansen, Wesepe
Grondlegger Reint Jansen begon in 1936 met het bouwen van houten wagens. Geleidelijk kwam er steeds meer carrosseriewerk bij zoals het ontwerpen en bouwen van vrachtwagen cabines, verhuiswagens, veewagens en open laadbakken. Tegenwoordig ook uitgebreid met veel nieuwbouw op oldtimer chassis.carrosseriebouwer Gerrit Jansen met een zelfgemaakte recreatie op een Austin chassis
website http://www.carrosseriebouwjansen.nl/
Jansen, Zuid Schalkwijk
advertentie d.d. ?
Lamboo, Zoetermeer
Lamboo Carrosserie is opgericht in 1957 door Joost Lamboo, zoon en kleinzoon van carrosseriebouwers. Het bedrijf was eerst gevestigd in Pijnacker en Zevenhuizen om uiteindelijk in Zoetermeer terecht te komen. Een uitgebreide geschiedenis staat op de website van Lamboo.
(foto van website Lamboo)
N.V. Carrosserie Roset, Bergen op Zoom
Carrosserie Roset was zeer bekend in Bergen op Zoom en heeft ook landelijk een grote naam verworven. Cornelis Gerardus Roset begint omstreeks 1900 in Roosendaal een wagenmakerij, waar kruiwagens en melkkarren worden gemaakt. Met deze zaak kan hij een behoorlijke boterham verdienen. In 1931 komt hij echter te overlijden en laat hij een weduwe met zes zonen achter. Het bedrijf wordt voortgezet door drie van hen; de carrosseriemakers A.P. (Antonius), P.A. (Petrus) en J.W. (Johannes) Roset. In 1936 verhuist de weduwe Roset met haar kinderen naar de Wassenaarstraat 44 in Bergen op Zoom. Dit is het pand waarin Antonius Demmers in 1897 een wagenmakerij is begonnen en waar P.J. Havermans in 1932 een elektrische carrosseriefabriek vestigt. Vermoedelijk komen de gebroeders Roset eerst in dienst bij Havermans en besluiten zij later voor zichzelf te gaan beginnen.
Roos, 's-Gravenhage
Christianus Albertus Roos werd geboren op 22 april 1896. Hij opende op 1 juli 1927 zijn bedrijf aan de Casuarisstraat in Den Haag, onder de naam ’s‐Gravenhaagsche Fabriek van Carrosseriebewerking. Begin jaren dertig verhuisde hij naar de Pletterijkade nummer 8. Hij hield zich voornamelijk bezig met de opbouw van bestelauto’s en het bouwen van aanhangwagens.
advertentie 1949
Rhenania, Alphen a/d Rijn
advertentie 1917
Pennock, Den Haag
Pennock was een Nederlandse carrosseriebouwer uit Den Haag (van 1900 tot 1953). De fabriek was gevestigd aan het Bleijenburg en later aan de Binckhorstlaan en nog later aan de Weteringkade.
(advertentie 1909)
Kusters, Venlo
In 1940 wordt carrosseriefabriek van Kusters & Lemmens gesplitst. Lemmens gaat in Eindhoven verder, zijn inmiddels ex compagnon doet hetzelfde, maar dan in Venlo als Venlose Carrosseriefabriek W. Kusters. De fabriek van Willem Kusters aan de Sinselveldstraat in Venlo wordt verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna weer opgebouwd. Willem Kusters moet in 1945 dus opnieuw beginnen, in een tijd waarin staal en chassis lastig verkrijgbaar zijn. Een oplossing wordt het optuigen van oude legervoertuigen, zoals wel meer carrosseriefabrieken doen. Ook gaat Kusters bijvoorbeeld aan de slag voor de vervoerders van mijnwerkers. Door de sluiting van de mijnen verdwijnen ook de autobussen daarvoor. Willem Kusters’ zonen André en Martin richten zich daarna, samen met inmiddels mede-eigenaar Huub Verdonck, op het ombouwen van allerlei soorten voertuigen. Specialiteit is het ombouwen van minibussen. In 1965 komt er ook autoschadeherstel erbij. In 1995 wordt Kusters onderdeel van de Berkhof Jonckheere Groep die vervolgens in 1998 wordt overgenomen door de VDL Groep. In 2010 verdwijnt daarna de merknaam Kusters.
Bron: Paul Vlemmings, artikel in het Conam Bulletin, 2020/3advertentie maart 1940
Versteegen, 's-Hertogenbosch
Autobus voor de N.V, Hollandse Buurtspoorwegen
Vermeulen-Hollandia, Maaswinkel/Haarlem
In 1883 begon de wagenmaker Jan Vermeulen (1856-1927) bij Rijtuig- en Wagenmakerij Zoone van Maaswinkel. In 1894 nam hij de zaak van zijn baas over. De firma leverde bakkerskarren, melkkarren, badkoetsen etc. en ze onderhielden en repareerden ook wagens en koetsen. Na de eerste wereldoorlog begon Vermeulen ook met de carrosseriebouw voor automobielen, ze bouwden allerlei soorten carrosserieën maar geen personenauto’s.
Verheul, Waddinxveen
Verheul, Waddinxveen begon in 1900 als rijtuig- en wagenmakerij, in 1920 werd de eerste autobuscarrosserie gebouwd. In 1958 werd de vrachtwagenproductie van Kromhout overgenomen. In de zestiger jaren werd het bedrijf door British Leyland overgenomen.
advertentie oktober 1927
Van Trigt, 's Gravenzande
Het bedrijf, dat zes generaties van vader op zoon is gegaan, is in 1775 met een ‘wagenmakerswinkel’ begonnen op de historische plek in het centrum van het dorp (toen Heerenstraat) met Willem van Trigt. Willem van Trigt, zoon van Gozen van Trigt, werd geboren in 1746 in Echteld (Betuwe-Gelderland) en ‘emigreerde’ in 1775 naar ’s‑Gravenzande om zijn geluk en zijn vakkennis te beproeven.
B.T. van Rijswijk, Den Haag
B.T. van Rijswijk & Zn., Den Haag 1843-1950Rond het begin van de twintigste eeuw had van Rijswijk een fabriek voor de fabricage van allerlei lederen accessoires voor paarden en koetsen. Daarnaast repareerde men koetsen. Vanaf 1903 werd de bouw van carrosserieën voor automobielen de hoofdbron van inkomsten. Zelfs het koninklijk huis bestelde een carrosserie op een Minerva chassis voor Prins Hendrik. Van Rijswijk kreeg de titel van Hofleverancier.
Na de eerste wereld oorlog werden de merken Isotta-Fraschini, Excelsior, Rolls-Royce etc. van carrosserieën voorzien die vaak prijzen op Concours d’Elegance wonnen. In de late dertiger jaren waren het meestal Amerikaanse merken zoals Ford, Buick, Packard, Nash en Chevrolet. Het laatste vooroorlogse merk met een Van Rijswijk carrosserie was een Lancia Aprilia voor de Parijse salon van 1940 die niet meer gehouden werd om bekende reden (zie foto verder hieronder).
Na de oorlog werd de draad weer opgepakt met het repareren van beschadigde carrosserieën. In 1950 werd nog een Panhard Dyna voorzien van een sport body, maar dat was tevens het laatste werk van Van Rijswijk.
Van Oers, Roosendaal
Carrosseriebouwer Leonard van Oers, Roosendaal
Carrosseriebouwer Leonard van Oers uit Roosendaal was (volgens Chris Broos) voor 1940 een belangrijke carrosseriebouwer in het zuiden van Nederland. Hij bouwde o.a. voor garage Monopol bijna alle Minerva's, Dodges en Opels en de carrosserieën voor de stadsdienst van Breda tussen 1930 en 1941.
Autobus carrosserie op een Federal chassis voor de firma Hurkx, circa 1932 (bron: jan de Vries)
Van Leersum & Co, Hilversum
In juni 1919 startte Jan van Leersum een carrosseriefabriek aan de Waarderstraat 42b en 58a te Hilversum, later aan de Laarderweg 121. In de loop der jaren had hij diverse compagnons.
Begonnen in 1919 was Jan van Leersum niet alleen carrosseriebouwer maar ook een artiest met toekomstvisie. Al in de dertiger jaren propageerde hij stroomlijn ideeën voor personenauto's maar ook voor autobussen. Hij bouwde complete carrosserieën en ook toebehoren en verbeteringen zoals open daken, aanbouwkoffers, gestroomlijnde spatborden en dergelijke. Ook moderniseerde hij bestaande auto's.
Na de oorlog bouwde Van Leersum hoofdzakelijk begrafenisauto's, volgauto's en autobussen. In december 1951 werd het bedrijf opgeheven omdat men de concurrentie met de grotere Nederlandse busbouwers niet meer aan kon.
In 1980 werd in het Groninger museum een expositie gehouden "Design in den Niederlanden". Hier werden onder ander een aantal foto's van de gestroomlijnde autobussen van Jan van Leersum geëxposeerd.
advertentie oktober 1930
Van Gool, Tilburg
advertentie 1929
Carrosserie Firma C.A. Teulings, 's-Hertogenbosch
Fa. C.A. Teulings, Fabriek van Rijtuigen en Carrosserie voor Automobiles, te 's-Hertogenbosch
In 1703 begon Stans Klassen Tolinckx op de Vuchterdijk een wagen- en rijtuigmakerij op de Vuchterdijk. Zijn broers Peter, Wouter, Nicolaas en Jan voegden zich als snel bij hem. Uit het gildenboek valt vast te stellen dat dit familiebedrijf binnen een tiental jaren tot de grootste wagen- en rijtuigmakerij van de Meierij was uitgegroeid.
Stans (Constant) had tien kinderen, en alle zoons kwamen de gelederen van 'Teulings Rijtuigen' versterken. Ook neven, ooms en aangetrouwde zwagers traden in de loop der tijd toe.
Tot aan het begin van de twintigste eeuw bleef dit familiebedrijf in stand, waarbij het bedrijf op dezelfde plaats, verspreid over een min of meer aaneengesloten reeks panden: de Pyp, het Appelboomke, de Drie Sterren, de Drie Konen (later het Lindeboomke) en de Prins. Het omvatte rond 1725 onder andere een rijtuigmakerij/annex schrijnwerkerij, een radenmakerij, een smederij, een zadelmakerij, een uitspanning, een tapperij en magazijnen.
Stans Tolincks werd ook wel Stans Molemakers genoemd. Dat geeft aan dat ook het molenmakersambacht werd beoefend. De techniek van de rademakerij vormde zowel de kern van de bouw van wagens, karren en koetsen als voor de molenbouw. Molens werden gebouwd tot in Leiden en Amsterdam-Zaandam.
Het familiebedrijf werd rond 1850 door Cornelis Antonsz. Teulings omgezet in een Firma C.A. Teulings, nog steeds gevestigd aan de Vughterdijk. Cornelis was de zoon van Anton, zoon van Cornelis, zoon van Nicolaas, zoon van Wouter, de eerdergenoemde broer van Stans, allen werkzaam in het door Stans gestichte familiebedrijf.
Bij de stichting van de firma rond 1850 was die situatie niet wezenlijk veranderd. In 1852 nam Teulings deel aan de expositie Handel en Nijverheid in Arnhem, in 1878 en 1889 aan de Wereldtentoonstelling in Parijs, waar drie rijtuigen een Medaille d'Or ontvingen.
Bron (plus meer informatie over de familie Teulings): Fa C A Teulings historie automobielfabriek 's-Hertogenbosch
advertentie 1913
Lees meer: Carrosserie Firma C.A. Teulings, 's-Hertogenbosch
Soudijn, Oegstgeest
Carrosserie Soudijn, N.V. Fabriek van Rollend Materieel v/h H.W. Rübenkamp & Co.
advertentie 1916
Schutter & van Bakel, Amsterdam
Schutter & van Bakel werd in 1829 in Amsterdam opgericht (toen nog alleen van Bakel) als koetsbouwer en zadelmakerij. In 1901 werd de eerste auto met carrosserie van Schutter & van Bakel afgeleverd. Veel luxe merken zoals Rolls Royce, Bentley, Hispano Suiza, Packard, Bugatti, Lancia, Ballot en Voisin werden voorzien van een Schutter & van Bakel carrosserie.
Bij een artikel over het honderdjarig bestaan van de firma Schutter & Bakel in het Algemeen Handelsblad van 2 juli 1929 stond deze foto van een van de eerste auto's die door Schutter & van Bakel voorzien werd van een carrosserie. Volgens Ariejan Bos is dit een Peugeot, meest waarschijnlijk is een type 15 van rond 1898. De dubbele phaeton-carrosserie is echter een standaard fabriekscarrosserie die op meerdere modellen werd gebruikt (bijvoorbeeld ook het type 7 en 8). Uit enkele details blijkt duidelijk dat het om een type met Peugeot-motor gaat (vanaf 1898). Wat Schutter & van Bakel hier nu precies aan hebben gedaan is volstrekt onduidelijk. Waarschijnlijk heeft bij het artikel een verkeerde foto gestaan.
Scheveningsche Carrosseriefabriek
Van de Scheveningsche Carrosserie Fabriek is alleen bekend dat in 1903 dhr. A. Brunting directeur was. Zie ook Rijksnummer 326.
A. Muller, Rotterdam
Carrosserie- en Lederwarenfabriek A. Muller & Zoon was sinds 1921 als “fabrikant van lederwaren voor de motor- en rijwielbranche” gevestigd aan de Vijverhofstraat te Rotterdam. De panden met de nummers 86-92 bevonden zich onder het Hofpleinspoorviaduct, de zogenaamde ‘Hofbogen’. Een paar jaar later volgde uitbreiding in de panden ernaast t/m nummer 98.
Muller maakte voornamelijk lederen bekleding en kappen en hoezen voor auto’s. Later werd het bedrijf vooral bekend als carrosseriefabriek en autoherstelbedrijf. In 1968 verhuisde 'Automobielbedrijf A. Muller & Zoon' naar een ander, nieuw gebouwd pand aan de Vijverhofstraat 27. De werkplaats was gevestigd aan de Schoterbosstraat 10-12, deze straat ligt achter Vijverhofstraat. De firma is vlak na de nieuwbouw overgenomen door Automobiel Industrie Rotterdam die gevestigd was aan het Marconiplein. Begin jaren zeventig in het magazijn nog de vouwdaken opgeslagen, maar die werden toen al niet meer gemonteerd. Het bedrijf ging in 1984 failliet.
Bij de restauratie van de Hofbogen in september 2015 kwam de originele gevel uit de jaren twintig tevoorschijn. Het was op dat moment nog niet bekend of de gevel behouden zal blijven.