Carrosseriebouwers (beschrijvingen)
Hover, Venlo
In Venlo begint H. Hover in 1905 een rijtuig- en wagenmakerij aan de Sloterbeekstraat 15, toen nog Slooterbeekstraat gespeld. Wat voor rijtuigen en wagens hij maakt is onbekend, maar in 1908 meldt hij speciaal ingericht te zijn ‘voor verlakken’. Die specialisatie met het lakken van wagens en rijtuigen doet Hover vanaf 1910 ook voor automobielen. Hover is dan met zijn nering verhuisd naar nummer 25 op die Sloterbeekstraat. Hoewel verhuizing? In die tijd verandert de nummering vaak, al naar gelang er huizen bijgebouwd worden. Komt er tussen nummer 1 en 3 een huis bij, dan wordt nummer 3 gewoon nummer 5. Wordt er daarna weer iets tussen gebouwd, dan schuift de nummering bij een volgende telling gewoon mee. Misschien zit Hover dus nog gewoon op zijn oude stek, maar heeft hij er nieuwe buren bijgekregen waardoor alleen zijn huisnummer veranderd. Nog een verandering die we niet helemaal kunnen thuisbrengen, H. Hover wordt in 1911 J.H. Hover.
Een thuisbrenger is wel de behuizing. Die aan de Sloterbeekstraat wordt inmiddels wat te klein, want in dat zelfde jaar 1911 wordt het uitgebreid met werkplaatsen en een rijtuigenremise. Automobiel bezitters kunnen daarna niet alleen voor het lakken bij Hover terecht, maar ook wordt gestart met de verkoop van Goodrich autobanden (1912). De zaak krijgt nog meer vaart als Hover zijn twee hand- en voetkracht houtdraaibanken en een handkracht radmachine, voor het boren van naven en vellingen en het fraisen van ronde pennen, verkoopt. Er komen stoommachines voor in de plaats om voortaan machinaal wielen te kunnen maken. De inmiddels dus ‘stoomrijtuigfabriek’ legt zich dan naast het lakken ook toe op het bekleden van automobielen. We komen daarmee aan in het jaar 1913, het jaar waarin Hover zich ook gaat toeleggen op het bouwen van carrosserieën voor automobielen. De eerste jaren gaat het daarbij om open en dichte wagens ‘op elk chassis’ en afneembare wintertoppen voor torpedo’s. In 1920 wordt ook de bouw van carrosserieën voor vrachtauto’s gestart. Juli 1921 komt er een einde aan de carrosseriebouw van H.J. Hover. Hij verkoopt dan zijn fabriek aan Willem Kusters.
Bron: Paul Vlemmings, artikel in het Conam Bulletin, 2020/3