Rijtuig en Wagenmakerij H.A. (André) Eliëns, Hoogstraat 21,- Gestel – Eindhoven
door Jolande Eliëns
De rijtuig- en wagenmakerij is begin 1900 opgericht door mijn opa André Eliens. Hij was getrouwd met Johanna Schenkels. Samen kregen ze acht kinderen, vier jongens en vier meisjes. Opa was een fervent wielerliefhebber. Het verhaal gaat dat opa, na de rijtuigbouw, een tijd ijscokarren heeft gemaakt. Uiteindelijk is hij overgestapt op de reparatie van auto’s en dat is altijd zo gebleven tot begin jaren zeventig het pand en de inboedel is verhuurd aan een garagehouder.
Mijn vader S.P.C. (Piet) Eliëns en zijn broer L.A. (Bert) Eliëns hebben de zaak samen met opa gedaan en uiteindelijk hebben ze die overgenomen. Dat moet eind jaren veertig, begin jaren vijftig zijn geweest. Het was een echt familiebedrijf. Hun andere broer, Martien Eliëns deed de boekhouding. Later kwam daar ook nog de zwager van mijn vader (broer van mijn moeder) bij, Piet Kokken. Die werd uiteindelijk hoofd werkplaats en later bedrijfsleider. Mijn vader is in september 1946 getrouwd met mijn moeder Margaretha Kokken. Zij hebben de zaak verder voortgezet aan de Hoefkestraat 52B, Stratum, in Eindhoven; dat was omstreeks 1955.
Weer later zijn ze gestart met het maken van caravans onder de naam Eliëns Autocampingbedrijf aan de St. Rochusstraat 49 in Eindhoven.
Na verloop van tijd stopten ze met het zelf maken van caravans en zijn ze caravans gaan importeren uit Italië (Grazia en Graziëlla o.i.d.) en België (Constructam). Constructam is een merknaam van caravans die van 1958 tot 1982 bestond en waarvan de fabriek in de Belgische plaats Temse was gevestigd. Midden jaren zestig is het bedrijf gesplitst in een caravanbedrijf en een carrosseriebedrijf. Het caravanbedrijf is met mijn oom, Bert Eliens, verhuisd naar de Boschdijk in Eindhoven.
Mijn vader, Piet Eliëns , heeft de carrosseriefabriek behouden en heeft zich gevestigd aan de St. Rochusstraat 49. Bij dat pand hoorde ook een woonhuis en daar zijn wij als gezin naar verhuisd. De moffel- en spuitcabine hadden ze zelf laten maken. Dat was een van de eerste in Nederland. Zij hebben ook enige jaren de Philips logo’s op het wagenpark van Philips geschilderd. Dat was allemaal handwerk van een kunstschilder. Op het hoogtepunt van het bedrijf waren er bijna honderd personeelsleden. Er kwamen ook regelmatig ‘beroemdheden’ in het bedrijf zoals Anneke Grönloh. Ik weet nog dat mijn vader op een moment een auto in reparatie had die beschikte over een platenspeler. Ik heb uren in die auto gezeten om plaatjes (singles) te draaien, terwijl wij thuis gewoon een pick-up met platen hadden staan. Maar het was in die tijd heel bijzonder, een auto met een platenspeler.
Ook was ik onder de indruk van alle lasapparaten. Bij de ingang stonden onder andere ook altijd manshoge zuurstofcilinders die nodig waren voor het autogeen lassen. Er was ook een elektrisch lasapparaat dan moest je een grote kap voor je gezicht houden en had je grote metalen spiralen nodig waar wit poeder uitkwam. Die spiralen moest je bij de lasnaad houden. Er werd ook veel en veelvuldig uitgedeukt. Dat kon toen nog. Werkelijk alles kon worden uitgedeukt aan een auto.
Mijn vader had op mijn lagere school (Maria school aan de Gasthuisstraat) alle tweepersoonsbanken met lessenaars daaraan vast opgekocht toen de school nieuwe eenpersoonslessenaars had gekocht. Het hout gebruikte hij om grote kisten van te maken (200x200x0,25) waar alle onderdelen van één auto in werden gedaan die er voor de reparatie tijdelijk af moesten en die kisten werden dan in een magazijn opgeslagen totdat alles weer gemonteerd kon worden. Zuinig waren ze dus.
In augustus 1967 is mijn vader, Piet Eliens, overleden en heeft mijn moeder Margaretha Eliens-Kokken het bedrijf samen met haar broer, Piet Kokken de bedrijfsleider, naar beste vermogen voortgezet. Het was natuurlijk een bittere pil voor de familie Eliëns dat het bedrijf in ‘vreemde’ handen kwam. Daar is ook het nodige over gezegd.
Uiteindelijk is begin jaren zeventig de zaak opgeheven en is het pand met inboedel verhuurd aan Harrie Geeris die daar een garagebedrijf is gestart. Midden jaren negentig is het bedrijfspand verkocht en in 1999 het woonhuis. Dat is een aantal jaren later afgebrand.
------------
Nog een mooi verhaal over de naam Eliëns. Heel de familie Eliëns schrijft zijn naam met twee puntjes op de tweede e. Al het briefpapier en reclame-uitingen die in de loop der jaren zijn gemaakt bevatten keurig het trema boven de tweede e. Maar in de burgerlijke stand staan we allemaal ingeschreven als Eliens, dus zonder trema op de tweede e. De vraag is dus nog steeds waar de puntjes zijn verdwenen en of we die wel ooit formeel hebben gehad.