Groenewegen startte in 1931 aan de Schans 150-152 in Rotterdam. Vanaf het begin heeft Groenewegen zich toegelegd op de productie van wegtransportmiddelen. In 1957 werd de productie uitgebreid met een tweede productielocatie in Etten-Leur, dat in de jaren daarna uitgroeide tot de hoofdvestiging van de onderneming.
Artikel in Bedrijfsvervoer d.d. mei 1957: C. GROENEWEGEN N.V. opent een nieuw bedrijfspand in Etten-Leur
"Op 27 april j.l. opende de in Rotterdam gevestigde aanhangwagenfabriek C. Groenewegen N.V. een tweede fabriek in het West-Brabantse Etten-Leur. Dat voor de uitbreiding van het bestaande bedrijf een plaats gekozen werd, die op meer dan 50 kilometer afstand ligt, moge op het eerste gezicht enige verwondering baren. Wanneer men echter weet, dat een zeer groot aantal arbeiders dagelijks in bussen vanuit geheel West-Brabant op en neer naar Rotterdam wordt vervoerd, dan kan een streven om een -zij het gering- aantal van deze arbeiders dicht bij hun woonplaats werk te verschaffen slechts worden toegejuicht. De verspilling van tijd en hoge vervoerskosten waarmede het vervoer van arbeiders over langere afstanden gepaard gaat, kan niet dan alleen met drastische maatregelen worden aangepakt!
In de nieuwe vestiging van Groenewegen N.V. te Etten-Leur zullen niet alleen constructiewerkzaamheden verricht worden, doch deze zal vooral ook dienen als een belangrijk steunpunt voor serviceverlening, terwijl dit bedrijf verder ook als garagebedrijf emplooi hoopt te vinden. De plaats van vestiging in het nieuwe en steeds belangrijker wordende Industriepark aan de Parallelweg, doet zonder meer aannemen, dat deze hoop een wel zeer grote kans heeft om in vervulling te gaan.
Op de aan de opening verbonden expositie van producten van G. Groenewegen N.V. werd als primeur voor Europa een 9-tons aanhangwagen getoond met rubbervering, welke nader besproken wordt."
Artikel in Bedrijfsvervoer d.d. mei 1957: De luchtvering en de volledige rubbervering doen hun intrede
Belangwekkende constructie van C. Groenewegen N.V
“Evenals de NETAM heeft ook C. Groenewegen N.V. doelbewust de eerste schreden gezet op de weg, die naar onze bescheiden mening alle fabrikanten van bedrijfsmaterieel op den duur zullen moeten gaan. De weg, die voert tot het vervangen van de bladveerpakketten, die behoren tot een veersysteem, dat zich steeds minder aanpast aan de eisen die aan een moderne automobiel, aanhangwagen of oplegger gesteld mogen worden. Denken wij slechts even aan de breuk van veerbladen, vooral tijdens het onbelast rijden; een "pijn in 't hoofd" van tal van bedrijfswagenhouders! De personenwagen is op deze weg reeds lang voorgegaan en het aantal personenwagens dat met bladveren is uitgerust is reeds zeer aanzienlijk beperkt. Het zou ons niet verbazen indien de bedrijfswagens in de komende jaren snel zullen volgen, waarbij een bepaalde fase zal worden overgeslagen. Namelijk de schroefveer, die op bedrijfswagens maar heel weinig wordt toegepast. (De torsievering laten wij in dit verband maar geheel buiten beschouwing).
Het door C. Groenewegen N.V. toegepaste rubber-veersysteem wordt via de importeur Heringa & Wuthrich N.V. te Haarlem betrokken van Metalastik Ltd. in Engeland. Het systeem bestaat uit vier knieverbindingen per as, die het frame van de wagen -verend- verbinden met de voor-, respectievelijk achteras. Zoals u op de afbeeldingen kunt zien, bestaat de verbinding uit twee van een spiegroef voorziene stalen bussen, omsloten door rubber, dat weer omsloten wordt door gegoten huizen. Deze gegoten huizen zijn onderling verbonden door vier scharnierstangen en een trek- en drukstang, waarvan de lengte instelbaar is. Deze laatste stang maakt een vrije scharnierende beweging onmogelijk en verbindt het samenstel derhalve tot één vast geheel.
De buitenste gegroefde stalen bus wordt via een van een spie voorziene as vast met het frame en de binnenste bus op gelijke wijze vast met de vóór- en achteras van de aanhangwagen verbonden.
Wanneer U de afbeeldingen bekijkt, kunt U zich gemakkelijk voorstellen, hoe de vering verkregen wordt door de bepaalde mate van tordering die het aan de genoemde gegroefde bussen en in de huizen vastgevulkaniseerde rubber toestaat. De instelbare trek- of drukstang dient om de scharnierstangen van het gewricht, na de montage en afwerking van de complete bovenbouw, horizontaal te stellen, waardoor het gewricht gebruikt kan worden voor verschillende wagens, met een variatie in het eigengewicht van de bovenbouw, of liever gezegd, van het afgeveerde gewicht. De aanzet- en remkrachten worden door in rubber gemonteerde stangen opgevangen.
Wij moeten alweer een beroep op Uw voorstellingsvermogen doen, als wij vertellen, dat de door gebruikmaking van rubber verkregen vering uitstekend is, maar dat de demping, die bij een veerpakket verkregen wordt door de onderlinge wrijving der veerbladen, alles te wensen overlaat. Hiervoor zijn dan ook 2 x 2 schokbrekers gemonteerd, die deze taak zowel bij belaste als bij onbelaste wagen even goed vervullen. Dit laatste is iets, wat men van een veerpakket niet mag verlangen, met alle nare gevolgen vandien! Als schokbrekers zijn, vanzelfsprekend zouden wij willen zeggen, KONI'S gemonteerd.
Wij hebben niet de gelegenheid gehad, de wagen in de praktijk te beproeven. Er is echter alle reden om aan te nemen, dat de vering onder alle omstandigheden uitstekend zal zijn. Een aanwijzing in deze richting is tevens het feit, dat de getoonde wagen speciaal bestemd is voor fruitvervoer.
De montage van de beschreven rubbervering maakt de prijs van een 8 a 9 tons aanhangwagen, met een eenvoudige open laadbak, ongeveer 1/5 hoger dan bij toepassing van bladveren. Hier tegenover staan de betere veerkwaliteiten en het vrijwel wegvallen van onderhoud. Verder een levensduur, die door de fabrikant van het veersysteem op tenminste één miljoen kilometer wordt gesteld. Men deelde ons zelfs mede, dat een garantie van een miljoen kilometer gegeven zou worden. Denken wij dan nogmaals aan de bedrijfsstagnaties en reparatiekosten, die het gebruik van bladveren onherroepelijk met zich brengt, aan kunnen wij C. Groenewegen N.V. niet anders dan gelukwensen met deze nieuwe stap!”
In 1962 richtte Groenewegen de eerste verhuurmaatschappij voor opleggers en aanhangwagens in Nederland op. In de jaren ’70 en ’80 specialiseerde Groenewegen zich verder als producent van opleggers en aanhangwagens volgens specificatie van de opdrachtgever, met de nadruk op kwaliteit en innovatie. In 1987 werd in Etten-Leur een terrein van 5 hectaren aangekocht, waar de service werkplaats en de verhuurvloot sindsdien zijn ondergebracht.
Sinds 2007 heeft Groenewegen een eigen vestiging in Bosnië Herzegovina. Klanttevredenheid, transport innovatie en de laagst mogelijke operationele transportkosten staan bij Groenewegen al bijna 80 jaar centraal. Vanaf 2011 is Groenewegen samengegaan met Jumbo Trailers.