Vanaf eind 1954 tot 1955 werd bij Polynorm in Bunschoten de Standard Eight de Luxe geassembleerd voor de Europese markt.
(artikel in Bovag, 16 april 1955)
STANDARD EIGHT, VAN IMPORT TOT EIGEN ASSEMBLAGE
"De firma Louwman en Parqui te 's-Gravenhage, sinds begin 1953 voor ons land importrice van de producten van The Standard Motor Co., Ltd. te Coventry, is er kortgeleden toe overgegaan om het type Standard Eight „De Luxe" zelf te assembleren. Zij introduceert daarmee op de Nederlandse markt tevens een wagen, die iets meer heeft te bieden dan de Standard Eight „Standaard" zoals die hier te lande door import uit Engeland bekend is geworden.
Voor het assemblagewerk heeft de heer P. Louwman, directeur van genoemde importfirma, zijn oog laten vallen op de bedrijfsruimte van de N.V. Metaalindustrie Polynorm te Bunschoten en het was dan ook onder het dak van deze fabriek, dat de Chairman van The Standard, de als luchtmaarschalk van de R.A.P. uit de Tweede Wereldoorlog bekende Lord A. W Tedder, was uitgenodigd om de nieuwe productielijn te openen. Lord Tedder zei in zijn daarbij gehouden toespraak dit vooral daarom graag te doen, omdat hij ook veel verantwoordelijkheid had moeten dragen voor werk, dat juist op het ontwrichten van het wegvervoer was gericht.
De fabriek van Polynorm te Bunschoten heeft zich in de loop der jaren op verschillend terrein gespecialiseerd. Men is er op het ogenblik druk bezig met het bouwen van een één-assige aanhangwagen voor de legerjeep, maar men heeft toch nog genoeg bedrijfsruimte overgehouden om voor de Standard 8 een montagelijn op te zetten. Dat wil zeggen een lijn, waar de carrosserieën worden gebouwd en een lijn, waar men alles wat verder tot de auto behoort aan het koetswerk monteert. Hiertussen ligt de phase, waarin het koetswerk van de wagen wordt gespoten in een aparte verfspuitcabine.
De inrichting van de montageband van de Standard Eight „De Luxe" is tot op zekere hoogte bescheiden van opzet. Men werkt hier natuurlijk niet met een langzaam voortkruipende lijn, die het tempo van de werkers bepaalt, maar met een lijn, die voortdurend moet worden doorgeschoven, wanneer men gereed is om de volgende wagen onder handen te nemen.
Het opbouwen van de carrosserie geschiedt op verrijdbare montagebokken en als de carrosserie klaar is, wordt deze op een brug geplaatst om vervolgens onderlangs de verdere delen te kunnen bevestigen. Aan het eind van deze brug wordt de wagen dan weer met een kraan op de grond gezet en verder gereden om geheel te worden afgewerkt.
Men volgt op deze manier een methode, die met de beschikbare arbeidskrachten, aanleiding zal geven tot een productie van twee tot drie voertuigen per dag.
Door over te gaan tot het assembleren van de Standard 8, heeft de Firma Louwman en Parqui de gelegenheid te baat genomen om een iets luxueuzere wagen te brengen dan voorheen door import mogelijk was.
Vandaar dat men thans ook van het model "De Luxe" wenst te spreken. Deze nieuwe Standard Eight heeft in elk portier een ventilatie-raampje en de ruiten kunnen in verticale richting worden geopend. Reeds door deze twee dingen is de wagen een stuk meer volwassen geworden. De bekleding heeft men verbeterd door kostbaarder stoffen te kiezen.
Het vooraanzicht van de wagen onderging een verandering door het plaatsen van een grille voor de radiatoropening, hetwelk tevens een niet onverdienstelijke chroomversiering geeft. In de koelluchtfuik is een chroomraster geplaatst. De wagen is voorzien van een dubbele ruitenwisser en twee zonneschermen. De portieren openen volgens het drukknopsysteem en er zijn knipperlichtrichtingaanwijzers gemonteerd. Verschillende onderdelen van de Nederlandse toeleveringsindustrie vinden in deze nieuwe Standard Eight ,,De Luxe" hun bestemming."
Aantallen geassembleerde auto’s:
1954: 24
1955: 336
Bronnen:
Centraal Bureau voor de Statistiek, Nederland. Overzicht van in Nederland ingevoerde, geassembleerde en gefabriceerde nieuwe motorvoertuigen, 1952 - 1971.
Motor Vehicle Manufacturers Association of the U.S. World auto market data, 1965 - 1998.