Klaas Baving: veel woorden, maar ook daden!
door Paul Vlemmings
Soms zit er iets of iemand in mijn allergie. Niet al te vaak gelukkig, maar als die iets en iemand samenvallen, begint het ernstige vormen aan te nemen. De advertenties van Klaas Baving – een brij aan woorden met vaak een rouwrand eromheen waar je u tegen zegt – zijn zo’n zeldzaam geval van dat iets en iemand die samenvallen. En als dat gebeurt, kan ik eigenlijk niets van wat ik erover tegenkom nog serieus nemen. Dus toen ik Klaas Baving tegenkwam als eerste importeur van Ford in Nederland was mijn eerste reactie: ja, ja, het zal wel. Tot ik eens verder in die import van Ford in ons land dook en Baving daarbij met vlag en wimpel overeind bleef. Een artikel daarover staat in de steigers, maar eerst een soort rehabilitatie van Klaas Baving en zijn advertenties. In het Conam Bulletin is overigens al eerder geschreven over Baving (zie Bronnen), maar een verhaal van A tot Z ontbreekt tot nu toe.
Klaas Baving (Vries, 1864) begint zijn zakelijke activiteiten medio 1889 als rijwielhandelaar in Dedemsvaart. Hij is daar vertegenwoordiger voor New Rapid‐rijwielen in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Importeur van die fietsen is Heimel & Co. in Arnhem. De samenwerking van Baving met Heimel eindigt 1 januari 1890. Vanaf die tijd levert hij de ‘wereldberoemde XL Vélocipèdes’ die worden geïmporteerd door Jansen in Tiel.
Ook dat contract wordt na een jaar niet verlengd en Baving schakelt in 1891 over van de Engelse rijwielen naar Nederlandse Simplex‐exemplaren. Eind 1891 komt ook een einde aan die Simplex‐vertegenwoordiging en dat is dan meteen ook het einde van rijwielhandel K.W. Baving in Dedemsvaart.
1892: K.W. Baving wordt Baving en Reese
Baving gaat in 1892 een samenwerking aan met smid Reese uit Groningen. Het nieuwe bedrijf wordt gevestigd in de stad Groningen en gaat handelen onder de naam Baving en Reese.
Waarom Baving met zijn activiteiten verkast van Dedemsvaart naar het zo’n 75 kilometer noordelijker gelegen Groningen is onbekend, al is in die grotere stad natuurlijk meer klandizie te vinden dan in het veel kleinere Dedemsvaart. Ook waarom Baving kiest voor samenwerking met Reese blijft onbekend, al is het voor een rijwielhandelaar natuurlijk altijd handig om een smid bij de hand te hebben. Wel bekend is dat de heren aan de gang gaan met Rudge‐rijwielen en dat hun nering gevestigd wordt aan de Heereweg ‘bij den viaduct’.
Het duo heeft voor de Rudge‐fietsen de alleenvertegenwoordiging voor Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. In 1893 worden de eveneens Engelse Enfield‐rijwielen aan het assortiment toegevoegd. Een jaar later is volgens de heren hun ‘wielermagazijn’ de ‘grootste rijwielhandel in het noorden’ en introduceren ze hun eigen merk rijwiel: De Concurrent.
1895: Baving en Reese wordt Baving en Lelsz
Na drie jaar samenwerking met smid Reese komt daaraan een eind. Baving gaat samenwerken met de Amsterdamse rijwielhandelaar Lelsz. Het nieuwe bedrijf blijft gevestigd op Bavings oude adres aan de Heereweg in Groningen. Nog geen twee maanden na de start van dat nieuwe bedrijf staan Baving en Lelsz op de rijwieltentoonstelling in Amsterdam met hun eigen merk rijwiel: Brilliant.
Volgens het Algemeen Handelsblad zijn die Brilliants ‘belangrijk goedkoper’ door het aanbrengen van imitatiebanden in plaats van echte Dunlops. De Nieuwe Haarlemsche Courant schrijft heel wat positiever over het rijwiel van Baving en Lelsz. Zij roemt de ‘tooclibs’ [sic] die niet met een schroef, maar met een spie zijn bevestigd, ook kunnen de rem en de lamp er eenvoudig afgenomen worden en kan het stuur met een gepatenteerd remmetje worden vastgezet.
Naast het eigen merk zijn aan de Heereweg ook Globe en Time rijwielen te vinden. Opvallend is dat, hoewel bij de notaris is vastgelegd dat de firma Baving en Lelsz heet, in advertenties Lelsz ontbreekt en het bedrijf Klaas Baving genoemd wordt.
1896: Klaas Baving wordt Klaas Baving Zwolle
Iets meer dan anderhalf jaar na de start van de samenwerking met Lelsz strandt ook dit verbond. Dat gebeurt formeel in september 1896, maar het is dan al een jaar stil rond het bedrijf. Bovendien blijkt dat Baving niet alleen genoeg heeft van partner Lelsz, maar ook van Groningen. Dit keer gaat hij niet verder noordwaarts – er gaat immers niets boven Groningen – maar verkast hij zijn nering zo’n honderd kilometer naar het zuiden en strijkt neer aan de Veerallee in Zwolle. Hij vestigt zich daar als ‘Klaas Baving, Importeur der Amerikaansche (nieuwste) houten rijwielen’.
Die ‘Old Hickory houten raam bicycles’ vertegenwoordigt Baving voor geheel Nederland, de Koloniën én België, later komen daar nog Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije en Rusland bij! Er verschijnen daarop wat artikelen over de voors en tegens van die houten constructie, maar het pleit wordt uiteindelijk niet gewonnen door die houten gevallen. Tijd voor weer iets nieuws dus.
Nog voor de Old Hickory’s uit het assortiment verdwijnen (1898) zet Baving een paar stappen die bepalend zullen zijn voor de toekomst van zijn bedrijf. In 1897 al registreert hij de rijwielmerken The Express en The Success. De registratie voor The Success wordt datzelfde jaar nog uitgebreid voor onder andere de categorie automobielen. Dat is opvallend vroeg, want er rijden dan nog nauwelijks van die vierwielers in ons land rond – gemotoriseerde twee‐ en driewielers trouwens ook niet. Een jaar later legt hij ook het merk The Perfection vast voor zowel rijwielen als automobielen.
The Express wordt voor zover valt na te gaan pas vanaf 1906 gebruikt, maar Baving gaat wel aan de slag met rijwielen met de namen Success (1897) en Perfection (1898). Het geregistreerde voorvoegsel The zal hij echter nooit gebruiken. Die fietsen maakt hij overigens niet zelf, ze komen uit Amerika; de Featherstone Company uit Chicago (Success) en de Buffalo Cycle Company (Perfection).
Ook fietsbanden laat hij voortaan uit dat land komen (G&J van Gormully & Jeffery Company) en brengt hij later ook als Baving Banden op de markt. Er duiken in relatie met Baving ook andere rijwielmerken op: A&F, The Imperial, Salland en Wollf, maar daarover is verder niets bekend.
Baving werkt ondertussen hard aan het opzetten van een netwerk van Success‐ en Perfection‐agenten en begin 1900 meldt hij dat er al 170 in ons land zijn. Van die Perfection‐fietsen wordt daarna jaren niets vernomen, maar het merk is in 1906 ineens weer terug. Wel lanceert Baving in 1903 het merk Welcome, om tegemoet te komen aan de vraag ‘naar een deugdelijk rijwiel van ongeveer honderd gulden’.
Voor 1903 heeft Baving nog iets anders in petto: een automobiel die hij net als zijn rijwielen als Success op de markt brengt. Die Success is een Amerikaanse Orient uit de fabriek van de Waltham Manufacturing Company. Het model, de Buckboard, heeft veel weg van een zeepkist met motor. Dat Baving enthousiast vertelt over die nieuweling, is te billijken. Waarom hij op hetzelfde moment als van bovenstaande kennisgeving, juli 1903, voor zichzelf een rijvergunning krijgt met nummer 1053 voor een tweedehands Benz is daar echter wat moeilijk mee te rijmen. Helemaal verloochenen doet hij zijn Success Buckboard niet; een jaar later wordt op zijn naam en met zijn nummer zo’n Success geregistreerd. Baving meldt die fabrikant niet expliciet, maar terloops is die in zijn woordenbrij terug te vinden. Waltham zelf brengt die automobielen overigens onder verschillende namen op de markt (Orient, Waltham en Waltham‐Orient). In Nederland en de koloniën heten ze dus Success.
De lichtgewicht, luchtgekoelde eencilinderwagentjes zijn een jaar na de introductie leverbaar in vier uitvoeringen (Buckboard, Surrey, Runabout en Tonneau) met prijzen variërend van duizend tot zo’n vijftienhonderd gulden. Als Waltham vanaf 1905 ook auto’s met meer cilinders gaat maken, biedt Baving die ook in ons land aan. In 1907 komt er een einde aan zijn import van de door Waltham geproduceerde Success‐auto’s.
Eind 1903 verschijnen er ook Success‐motorrijwielen. Die motorfietsen komen niet van de Waltham Manufactoring Company. Baving schrijft dat ze afkomstig zijn van de Amerikaanse leverancier van zijn Success‐rijwielen. Alle bekende afbeeldingen van zijn Succes‐motorfietsen wijzen echter naar het Duitse TWN (Triumpf Werke Nürnberg). Het Success‐motorrijwiel heeft een Fafnir‐motor. Er is ook een goedkoper model, dat als Welcome wordt verhandeld. Die Welcome heeft een motor van Minerva. Waar de gemotoriseerde Welcome‐tweewielers vandaan komen, blijft onduidelijk. De Success‐ en Welcome‐motorfietsen zijn hoe dan ook geen lang leven beschoren. Na 1906 wordt er niets meer van vernomen.
De Success‐ en Welcome‐motorfietsen worden verkocht door de agenten die Baving voor zijn rijwielen heeft. In 1904 zijn dat er inmiddels zo’n 500 volgens opgave van Baving zelf. De Success‐automobieltjes vertrouwt hij blijkbaar niet aan al zijn fietsagenten toe. Een lijst met gelukkigen telt bijna vijftien agenten voor die Success‐auto’s. Helaas sluit hij die opsomming (Hendriks Arnhem, Haagsche Sport Den Haag, Van Dongen Breda, Witkamp Beverwijk, Ausber Almelo, Douglas Kraai Gorinchem, Kip Hoogeveen, Pruijs Apeldoorn, Franken & Van Weel Goes, Best Leeuwarden, Geluk Tholen, Rouw ’s Heer Hendrikskinderen, bij Goes) af met ‘enz’. En er is er ook nog eentje in Nederlands‐Indië, maar daar staat dan weer ‘o.m.’ bij, onder meer ... dus.
Het automobiele leven van Klaas Baving blijft niet beperkt tot de Success en zijn eigen Benz. In 1903 doet hij een poging het Amerikaanse Rambler te importeren. Afgezien van een enkele advertentie is hier verder niets over bekend. Er zijn voor zover valt na te gaan in die tijd ook geen Ramblers in het rijvergunningenregister opgenomen. Dat die poging wel degelijk een serieuze zaak is, blijkt uit het feit dat de fabrikant van die Rambler in 1904 het beeldmerk voor deze automobielen in ons land registreert.
Rambler is niet het enige Amerikaanse merk waarmee Baving op de Nederlandse markt voet aan de grond probeert te krijgen. Ook met Ford doet hij zo’n poging. Bij de berichtgeving over de RAI‐tentoonstelling van maart 1906 wordt gemeld dat Klaas Baving daar behalve met zijn Success‐automobielen ook met Ford present zal zijn. Of er echt een Ford op Bavings stand staat, blijft nog even onduidelijk (zie inleiding). Zeker is dat hij later die maand de komst van Ford automobielen aankondigt. Hij doet dat overigens onder de noemer Baving Autocar; er zijn geen aanwijzingen gevonden dat hij die Fords ook als Success op de markt bracht.
Een paar maanden later doet hij dat nog eens dunnetjes over, maar daarna is een verwijzing naar Ford of de Ford Motor Company bij Baving niet meer te vinden. Wel geeft hij nog regelmatig omschrijvingen van Baving Autocars en voor zover we tot nu toe weten, gebruikt Baving die aanduiding alleen voor Fords. Afbeeldingen van Ford‐auto’s zijn nog tot medio 1907 in advertenties van Baving te vinden.
Het lijkt erop dat de import door Baving van Success (Waltham) en Ford ergens in 1907 vrijwel gelijktijdig tot een einde komt. Naar de reden blijft het gissen. Die automobiele stilstand betekent niet dat Klaas Baving niets meer te doen heeft. Hij is nog steeds druk in de weer met zijn rijwielbusiness. Naast zijn al bekende Success‐ en Welcome‐rijwielen levert hij vanaf eind 1907 ook Baving‐Elswick‐rijwielen. Een paar maanden later, april 1908, verhuist Baving van de Veerallee naar de Thomas a Kempisstraat hoek Vechtstraat, ook in Zwolle ‘waar duizenden rijwielen en onderdelen geborgen kunnen worden’. Ook importeert hij dat jaar nog even de Duitse Maurer‐Union‐wagens, maar daar is het al snel weer mee gedaan.
Van enige activiteit door Baving met auto’s is na 1908 enkele jaren niets te vinden; zelfs geen tweedehandsje of verdwaalde bougie wordt te koop aangeboden. Tot medio 1910 de Aktiengesellschaft Ramesohl & Schmidt uit het Duitse Oelde in Westfalen haar Perfecta automobielen aanbiedt.
Prominent in de advertentie prijkt de zin: ‘Prijs met 3 lantaarns en alle gereedschappen franco Zwolle ƒ 3250’. Waarom Zwolle? Want het is nou niet zo dat die plaats bij Oelde om de hoek ligt – zo’n 175 kilometer verderop is immers niet echt in de buurt. Bovendien komen we de advertentie alleen maar tegen in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant.
Een dag of tien later staat diezelfde advertentie weer in diezelfde courant, nu echter met de toevoeging: ‘Om ons fabrikaat in Nederland zoo ruim mogelijk bekend te maken, wenschen wij in verbinding te treden met een of meer 1ste klas firma’s, die veel relaties hebben’.
Of de Aktiengesellschaft net in de krant met héél toevallig ‘franco Zwolle’ echt op zoek was naar die 1ste klas firma’s, of dat het weer een knap staaltje Baving‐advertising was, zullen we wel nooit weten. Feit is dat Klaas Baving zich een week later bekendmaakt als hoofdagent van Perfecta voor Nederland en Indië. Begin 1911 begint Baving ook met de verhuur van die Perfecta’s, die vanaf eind dat jaar – na de automobieltentoonstelling in Berlijn – door het leven gaan als Westfalia‐Perfecta. De toevoeging Perfecta vervalt even later, waardoor de auto’s van Ramesohl & Schmidt vanaf 1912 voortaan gewoon als Westfalia in de showroom en de advertenties van Klaas Baving staan.
Daar krijgen ze dat jaar gezelschap van Dixi‐personen‐ en bedrijfswagens. Die automobielen komen ook uit Duitsland, maar dan uit de Fahrzeugfabrik Eisenach. Uit Amerika importeert hij Metz‐automobielen. Met dit merk haalt hij – eveneens in 1912 – in feite een oude bekende binnen. Zijn oude leverancier van de Success‐auto’s, Waltham, is dan overgenomen door de Metz Co., maar blijkbaar zijn de lijntjes met Baving er nog.
Dit hernieuwde contact is niet erg succesvol; na de introductie in april 1912 wordt de Metz alleen nog maar terloops door Baving in zijn aanprijzingen genoemd en verdwijnt daarna letterlijk tussen haakjes ‘(Moet men ergens heel vlug zijn, dan is de kleine 2/3 persoons Metz, 80 K.M. per uur, disponibel)’.
Voor Westfalia en Dixi stelt Baving in het land verschillende agenten aan, al lijken die agentschappen exclusief te zijn: Westfalia‐agenten verkopen geen Dixi en omgekeerd. Eind 1912 voegt Baving het Engelse Singer toe aan zijn importportfolio, een paar maanden later gevolgd door Enfield uit datzelfde land.
1912 Klaas Baving Rijwielen, H.G.A. Ackmann Zwolle
Dat Klaas Baving zo in de weer is met de import van diverse automerken, komt mede omdat hij inmiddels afscheid heeft genomen van zijn afdeling Rijwielen. Per 1 januari 1912 neemt H.G.A. Ackmann die activiteit over en blijft Baving zelf actief als importeur van automobielen. Baving en Ackmann kennen elkaar al langer. Ackmann koopt in 1905 een auto, handelt in manufacturen en woont in Schermerhorn. Ook is een Success‐auto van Baving voor de deur van Ackmann gefotografeerd met prominent Bavings Rijksnummer 1053 in beeld (zie Rijksnummer 1053 op conam.info). De auto is bepakt en bezakt met tapijt, matrassen en een grote zak met onbekende inhoud.
Misschien is één plus één nu iets te gemakkelijk twee, maar het lijkt toch alsof Ackmann een Success heeft gekocht en voor zijn deur een foto heeft laten maken. Over waarom de auto dan nog Bavings Rijksnummer heeft, kunnen we alleen maar speculeren. (In 1905 lopen de Rijksnummers op hun eind, heeft Baving daarom die Success met nummer en al overgedaan aan Ackmann? En is dat dan niet gemeld bij de bevoegde instanties, of is die melding ergens in het ambtelijk proces met dito molens blijven hangen, omdat het te naam stellen in die tijd nog een vergunning heet, die niet met de paar muisklikken van vandaag de dag geregeld is? Rijden er ten oosten en westen van de Zuiderzee misschien twee Success‐auto’s met hetzelfde nummer rond?
Heeft Ackmann de Succes eerst een tijdje van Baving gehuurd en is de auto pas later zijn eigendom geworden? Zeker is wel dat Ackmann al in januari 1906 het regionale kenteken G‐62 krijgt en dat jaar een tevredenheidsbetuiging schrijft over zijn Success‐auto, die Baving opneemt in zijn boekje ‘Wat anderen zeggen’.
Ackmann verkoopt in 1910 een tweepersoons wagentje wegens plaatsgebrek. Als dat de Success is, heeft dat autootje er inmiddels vijf jaar opzitten. Kort daarna verhuist Ackmann naar Zwolle, waar ook Baving woont. Aanknopingspunten genoeg dus, maar daarmee blijft toch ongewis waarom Baving zijn rijwielhandel verkoopt aan een Duitse (ex‐)klant annex (oud‐) manufacturenhandelaar.
Baving heeft er een handje van om naamsverwarring en gegoochel met woorden tot grote hoogte te brengen (zie onderaan dit artikel). Ook bij de verkoop van zijn rijwielafdeling aan Ackmann doet hij weer een paar duiten in dat zakje. Ackmann mag namelijk de naam Klaas Baving Rijwielen blijven gebruiken. Ook ‘erft’ hij Bavings merken zoals Success, Perfection en Welcome. Dat lijkt overzichtelijk, tot ook Ackmann zich met automobielen en motorfietsen gaat bezighouden, nadat er eerst naast rijwielen ook buitenboordmotoren, melk‐ontromers en broodsnijmachines aan het assortiment zijn toegevoegd.
Vanaf 1913 importeert Ackmann tweetakt Connaught‐motorfietsen die hij als – hoe verrassend – Success op de markt brengt. Ook na de oorlog tot begin jaren twintig importeert hij motorfietsen die hij Success noemt, maar die komen dan weer van het Duitse Triumph en zijn van het model Knirps.
Ook de merknaam Perfection wordt nog gebruikt voor tweetaktmotorfietsen (1914), maar of die ook van Connaught komen, is onbekend. In 1915/1916 is Ackmann even in de weer met Dayton (tweetaktrijwielen met hulpmotor), Puch‐ (viertakt) en Torpedo‐motorfietsen (tweetakt). In 1921 doen ook nog Victoria‐ motorrijwielen hun intrede. Die Victoria’s komen uit Duitsland en hebben een waarschijnlijk van Douglas afgeleide tweetaktmotor; ze worden door Ackmann ‘model Douglas’ genoemd. Daarna is het gedaan met de gemotoriseerde tweewielers bij Ackmann.
Van 1914 tot en met 1919 importeert Ackmann ook de driewielige Britse Wall Cyclecars. Die krijgen eind 1915 gezelschap van de Amerikaanse ‘Klein‐Auto’s’ Woods Mobilette. Ackmann meldt maart 1917 nog dat een zending van die wagentjes onderweg is, dat is echter ook het laatste teken van leven van de Woods bij Ackmann. Als na de ellende van de Eerste Wereldoorlog bij onze oosterburen de productie weer op gang komt, neemt Ackmann de import van Freia en Lindcar ter hand. Het is blijkbaar een ongelukkige hand, want na de aankondiging eind 1921 en een enkele advertentie in 1922 is het alweer gedaan met de import van die ‘Freia en Lindcar Kleinauto’s’. Toch blijven de dwergjes van de buren lonken.
In 1927 doet Ackmann nog een poging met de import van Hanomag, maar ook die actie is voorbij voor je er erg in hebt. Ackmanns laatste automobiele activiteit wordt de import van Brennabor. Ackmann doet dit in 1928 en 1929 voor de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en een gedeelte van Gelderland, de overige provincies worden bestierd door Garage Nieuw Wassenaar. Met de Brennabor‐personen‐ en bedrijfswagens is Ackmann januari 1929 ook aanwezig op de RAI‐tentoonstelling. Terzijde: met zijn stand nummer 29 is hij de buurman van mijn opa en zijn broers, die met stand nummer 28 de honneurs waarnemen voor General Motors’ Oakland en Pontiac.
Mei 1929 heft Ackmann zijn automobielafdeling op en richt zich voortaan op rijwielen, radio’s, rijwiellampen en andere rampen, waaronder Baving Ballon‐fietsen – dat zijn fietsen met brede lagedrukbanden. Bij al zijn auto‐importactiviteiten gebruikt Ackmann naast zijn eigen naam ook die van Klaas Baving Rijwielen. Alleen bij de import van Brennabor ontbreekt die verwijzing naar Klaas Baving.
1913: Klaas Baving & Swaagman
Klaas Baving zelf blijft na het afstoten van zijn rijwielafdeling in 1912 actief met de import van automobielen. Hij doet dit ruim een jaar alleen, maar in mei 1913 maakt hij bekend dat met terugwerkende kracht op 1 januari is opgericht de firma Klaas Baving & Swaagman. Zijn nieuwe partner, J.J. Swaagman, is voor hem geen onbekende: Swaagman is in Groningen hoofdagent voor Dixi.
Baving en Swaagman zetten de import van Dixi en Singer voort tot eind 1914, als bij ‘minnelijk overleg’ wordt besloten de firma Klaas Baving & Swaagman te liquideren.
1915: Klaas Baving Automobielen, Joh. Schut Zwolle/Amersfoort
Bij dat liquideren eind 1914 blijft de autozaak in handen van Baving. En net als bij zijn rijwielafdeling in 1912 zoek hij nu een koper voor die automobielzaak. Maart 1915 neemt Joh. Schut, tot die tijd Bavings Singer‐agent in Den Haag, de zaak over, inclusief – het zal niet meer verbazen – de naam Klaas Baving. Ook neemt Schut de import van Singer en Dixi over. En hoewel dat nog steeds met zijn naam erbij gebeurt, heeft Baving er zelf niets meer mee te maken. Waar ook een einde aan komt, is de combinatie Klaas Baving Automobielen en Zwolle. Maart 1916 verhuist de nieuwe eigenaar Schut de zaak naar Amersfoort.
Vanuit Amersfoort wordt Schut ook dealer van het Amerikaanse King voor de provincie Utrecht. Daarna volgen kortdurende agentschappen voor Buick, Chevrolet, Fafnir en Scripps‐Booth. In 1921 wordt gestart met de import van Sayers uit Amerika, maar eind dat jaar valt het doek. Het pand aan de Barchman Wuytierslaan in Amersfoort, diverse automobielen en de rest van de inventaris worden te koop aangeboden.
De reden is onbekend. Het pand wordt een jaar later in gebruik genomen als filiaal van Willys‐ en Overland‐importeur André Ceurvorst. Nog weer later, het is dan eind 1924, wordt het de vestiging van de eerste Chrysler‐importeur in ons land, Willgo.
Klaas Baving heeft in 1912 zijn rijwielafdeling verkocht en in 1915 – hij is dan een jaar of vijftig – afscheid genomen van zijn automobielzaak, maar helemaal uit het oog verdwijnt hij daarna niet. Omdat zijn opvolgers nog jaren dankbaar gebruik mogen maken van zijn naam, blijft die nog lang alive and kicking. Zelfs nadat Ackmann in 1937 zijn rijwielafdeling verkoopt (van zijn automobieltak heeft hij in 1929 al afscheid genomen) blijft Bavings naam in ere. Het bedrijf gaat verder als NV Ackmann’s Rijwielindustrie v/h Klaas Baving.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt die NV weliswaar geliquideerd, maar onder dezelfde naam als VOF voortgezet. Pas in 1967 zal het bedrijf, inmiddels enkele eigenaren verder, de toevoeging v/h Klaas Baving verliezen. In 1971 valt definitief het doek over Bavings restanten.
Klaas’ praatjes en plaatjes
De advertenties van Klaas Baving staan meestal bol van woorden met een of meer plaatjes. En dat wordt dan puzzelen naar wat er staat geschreven en wat de relatie met die plaatjes is. Als die relatie er is, tenminste. Hieronder enkele voorbeelden die ook het begin van Bavings automobiele activiteiten demonstreren.
Tot zover de korte greep uit de Baving‐collectie. Hij had het allemaal best wat handiger kunnen doen, maar ze stammen wel uit de tijd dat de dropjes nog in een glazen pot voor het grijpen lagen en je nog niet merkbewust om een rolletje Venco vroeg.
Wie wist er ruim honderd jaar geleden hoe een Rambler of een Ford eruitzag? Een auto was toen nog gewoon een auto. En zeg eens eerlijk: wie ziet er vandaag het verschil tussen een BYD en een Lynk & Co?
Met dank aan Ruud van Bijnen voor zijn Success‐motorfiets determinatie en voor het attenderen op enkele motorische mankementen in de tekst. Die zijn inmiddels gerepareerd.
Ook dank aan Ariejan Bos voor de determinatie van de auto linksonder op de afbeelding van de Succes Runabout en aan Henk Schuuring die zijn volledige Baving‐archief beschikbaar stelde.
Ariejan en Henk hebben samen met Rutger Booy ook geholpen bij het verklaren van het gebruik van Rijksnummer 1053. Voor het gespeculeer hierover is echter alleen de auteur verantwoordelijk.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in twee delen in de Conam Bulletins van Herfst en Winter 2023.
Bronnen:
Anwb.nl/verkeer/routeplanner
Ballonbanden (rijwiel.net)
Conam.info
Delpher.nl
Georgano, G.N., The Complete Encyclopedia of Motorcars, 1971
Kogel, Theo de, Klaas Baving Rijwielen in Zwols Historisch Tijdschrift, nummer 2 september 2011
Louwmanmuseum.nl
Metz Company ‐ Wikipedia
Poel, C., De Orient Buckboard in Tuf‐Tuf, nummer 3, 1973
Schuuring, Henk, Klaas Baving uit Zwolle in Conam Bulletin, maart 2008
VMC, De Motorfiets in Nederland 1895‐1940, 1991
Vrijaldenhoven, Frans, Klaas Baving (aanvulling op artikel Hans Waldeck) in Conam Bulletin, juni 2005
Waldeck, Hans, Een Perfecta van de rijwiel‐, motorfiets‐ en autohandelaar Klaas Baving uit Zwolle in Conam Bulletin, december 2004
Waltham Manufacturing Company – Wikipedia
Wilkins, Mira, Hill, Frank Ernest, American Business Abroad. Ford on Six Continents, 2011