logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

J. Leonard Lang

leonard-lang-1967-02

Op 15 Maart 1892 vestigde Johan Leonard Lang, nog geen 23 jaar oud, zich met een rijwielzaak op de Nicolaas Witsenkade nr. 45 te Amsterdam. Hij had het agentuur van de Humber en Rambler fietsen, die aanvankelijk nog met massieve banden waren uitgerust. De zaken verliepen voorspoedig en de bedrijfsruimte moest worden vergroot. Dit kon door ruimten aan de begane grond van de panden 39 en 40 erbij te trekken. Ten opzichte van zijn concurrenten was de kracht van Leonard Lang dat hij naast zijn werklust ook een goede en betrouwbare service verleende, plus dat hij zijn klanten persoonlijk les gaf in wielrijden.

Leonard Lang b2 19320310J. Leonard Lang circa 1892 met een fiets waarop een 'windscherm' is gemonteerd.

Leonard Lang d 19320310J. Leonard Lang op een Humber rijwiel voor de zaak aan de Nic. Witsenkade.

Door de stijgende omzetten (waardoor de prijs van een fiets omlaag kon) steeg ook het aantal klanten, vaak mensen die op latere leeftijd op een fiets stapten. Dit werd door Leonard Lang opgevangen door in een deel van het Paleis voor Volksvlijt op het Frederiksplein (vlakbij zijn zaak) een overdekte 'Rijwielschool' op te richten. Later organiseerde hij in het Paleis voor Volksvlijt een tentoonstellingsruimte voor fietsen, niet lang daarna gevolgd door motorrijwielen en automobielen. Dit zou leiden tot de oprichting van de R.I. (later RAI) tentoonstelling. Eerst als lid van de tentoonstellingscommissie en vanaf 1897 als voorzitter bleef Leonard Lang tot 1946 de drijvende kracht achter de RAI-tentoonstellingen. Sinds de opening van het huidige RAI congres- en evenementen complex in 1961 siert als eerbetoon het borstbeeld van Leonard Lang de ingangshal.

Geïnteresseerd in techniek en vermogend genoeg om een automobiel te betalen, behoorde hij tot een der eerste eigenaars van een dergelijk voertuig in de hoofdstad. Bij zijn eerste proefritje werd hij gelijk al met zijn Decauville aangehouden. Omdat politie en autoriteiten niet goed wisten hoe deze situatie aan te pakken werd besloten hem onder politiebegeleiding met voertuig en al naar huis te brengen.

rijksnummer-11--decauville-Leonard Lang met de Decauville

Nadat de vergunningen om te mogen rijden rond waren, nam hij gedurende korte tijd het agentschap van deze Franse Decauville op zich, gevolgd door import van het Belgische merk Dechamps, en het Amerikaanse Oldsmobile. Gedurende een langere periode werd de import gevoerd van Germain en Delaunay-Belleville destijds nogal bekende automerken van respectievelijk Belgische en Franse herkomst.

Omstreeks 1905 werd de zaak verplaatst naar de Stadhouderskade 114. Hier waren een deel van de gebouwen van de voormalige rijtuigfabriek Gebr. Spijker gevestigd, deze had echter zijn activiteiten verplaatst naar Trompenburg. Tot dik in de jaren zeventig bleef Leonard Lang hier gevestigd, zij het met vele uitbreidingen in de breedte en in de diepte, dit laatste tot aan de zijstraat en de achterstraat die dit huizenblok begrenzen.

Leonard Lang f 19320310J. Leonard Lang samen met achterin P.W. Scheltema Beduin en Prof. C.L. Dake in een Germain op weg naar Zwitserland in 1907.

leonard-lang-1907-germainStand met Germain op de RAI-tentoonstelling van 1907

leonard-lang-stadhouderskadHet pand aan de Stadhouderskade, circa 1910

De oorlog van 1914-1918 bracht een eind aan de import van de Germain en Delaunay-Belleville. Na de oorlog dreef de zaak op import en verkopen van Peugeot en FIAT.

leonard-lang-1917De gevel van het pand aan de Stadhouderskade in 1917, een ontwerp van de Amsterdamse achitecten Heinike en Kuipers


In 1919 werd een pandencomplex aangekocht aan de 1e Oosterparkstraat 128-132 en als werkplaats in gebruik genomen.

leonard-lang-stadhoudersk2De Stadhouderskade, begin jaren twintig, met Autoline pomp

leonard-lang-1

Leonard Lang b 19320310 Stadhouderskade 114 in 1932

leonard-lang-1929-euterpeDe Euterpe garage

In 1925 stopte de Peugeot import, waarna FIAT ruim vijfenzestig jaar de zaken met Leonard Lang domineerde. Door de toename van de verkoop van FIAT's werd naast de uitbreidingen op de Stadhouderskade in Amsterdam-Zuid een moderne garagecomplex gepland met een vloeroppervlak van totaal 2200 m2. Het pand kreeg de naam 'Euterpe'. Bij de oplevering in 1929 was vanwege de snel veranderde verslechterende economische situatie een groot deel van de garage, naast verkoop en onderhoud, ingericht als stallingsruimte voor voertuigen.

Leonard Lang e2 19320310Ingang aan de Eurterpesraat (1932)

Leonard Lang e 19320310De werkplaats aan de 1e Oosterparkstraat 128-132 in 1932

Leonard Lang a 19320310Leonard Lang in 1932


Leonard Lang 19320728Aanbieding van een borstbeeld van Leonard Lang in september 1931. Leonard Lang en familie zitten vooraan, veel bekende figuren uit de autohandel op de achtergrond (Dit borstbeeld staat nu in het RAI-tentoonstellingsgebouw).

Tijdens de jaren dertig, nadat het bedrijf van Leonard Lang hersteld was van de economische crisis, floreerden de zaken redelijk, maar dat werd uiteraard volkomen verstoord door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Na 1945 bleven de verkopen ondermaats omdat de invoerrechten en transportkosten hoog waren en auto's te duur waren geworden ten opzichte van het besteedbaar vermogen van veel Nederlanders. Om de kosten omlaag te brengen begon in het jaar 1950 eerst in Boskoop, en later in de Zuidergasfabriek te Amsterdam de assemblage en de fabricage van FIAT's.

J. Leonard Lang maakte in maart 1952 nog het zestigjarig bestaan van zijn firma mee, doch overleed in november van datzelfde jaar op 83-jarige leeftijd.

leonard-lang-1952-drieDrie generaties J. Leonard Lang in 1952


Op dat moment bestond de directie van het familiebedrijf al geruime tijd uit zijn drie zonen G.W., P.W. en J.L. Lang (ll). Deze laatste zou na meer dan vijftig jaar in de bedrijfsleiding te hebben gezeten en net benoemd tot directeur op 74-jarige leeftijd in 1977 zijn functie opgeven ten gunste van zijn zoon J. L. Lang (lll).

leonard-lang-1952J. Leonard Lang (i) in 1952

Het oude terrein van de Zuidergasfabriek bood genoeg uitbreidingsmogelijkheden voor het familiebedrijf en er verrezen steeds meer gebouwen en assemblagehallen. Toen door EEG-maatregelen de assemblage stopte, kreeg men tegen de verwachting in al snel opnieuw met een tekort aan ruimte te maken. Niet alleen omdat de verkopen begin jaren zestig stegen tot zo'n 15.000 stuks, maar ook door diezelfde EEG maatregelen waardoor FIAT via Leonard Lang goedkoper andere producten van de fabriek, onder andere landbouwmachines, tractoren en vrachtwagens kon afzetten in Nederland.

leonard-lang-1955-garageDe werkplaats circa 1955

In 1962 vond de laatste grote uitbreiding (alsmede in de hoogte) plaats op het oude terrein van de Zuidergasfabriek. Niet veel later ontstond er opnieuw ruimtetekort. De bedrijfswagens en landbouwmachines konden geen onderkomen meer vinden in Amsterdam, zodat van de Firma Verheul, producent van autobussen voor stads- en streekvervoer in Apeldoorn, de Fabriek C met hallen werd aangekocht.

leonard-lang-1962-01Het terrein bij de Zuidergasfabriek, 1962


De jaren 1960-1970 waren met ontelbare activiteiten de meest gouden tijd in het bestaan van het bedrijf. Rond 1970 had men met Fiat zo'n vijftien procent van de Nederlandse markt in handen. Vele garages werden tot eigen dealerbedrijven omgezet en om de Luxemburgse markt goed te bedienen werd een groot steunpunt in Born geopend.

leonard-lang-img956Fiat complex 1964, net voor het opheffen van de kolenopslag Zuidergasfabriek, zodat de hallen tot aan de weg uitgebreid werden en een ruime verdubbeling overdekte ruimte werd verkregen.


leonard-lang-img957Afdeling Apeldoorn, aangekocht van Verheul carrosseriebouw in 1962, opname 1966 net voordat de hallen met 7000m2 ruimte uitgebreid werden naar 12000 m2.

 

leonard-lang-1968-apeldoornDe vestiging in Apeldoorn in 1968

leonard-lang-1970-circaDe Stadhouderskade jaren zeventig

leonard-lang-1971-11J. Leonard Lang (ii) in 1971

 

leonard-lang-1937-01J. Leonard Lang (ii) en J. Leonard Lang (iii) in 1977


In 1977 nam de toen 48-jarige Drs. J.L. Lang (lll) de directe leiding van het familiebedrijf over. Op dat moment was het een concern met een omzet van 500 miljoen per jaar, toch waren op dat moment de echte vette jaren al voorbij. Oorzaken waren onder andere de oliecrisis, stijgende benzineprijzen, recessie en de toenemende concurrentie van Japanse auto's. Waar het bedrijf voor de uitdaging stond (toen nog probleem genoemd) om gezamenlijk de schouders eronder te zetten, wist de nieuwe directeur met zijn feodale wijze van besturen al snel de ziel uit het bedrijf te halen en bij het personeel solidariteit voor het bedrijf te laten verdampen.

Het gebrek aan zowel leiderschap, dynamiek en zakelijk instinct uitte zich in een doofheid voor goede adviezen en een hautain stilzwijgen. Hoge functionarissen die het aandurfden goede adviezen te geven en op gevaren te wijzen werden door de ontoegankelijke directeur de laan uitgestuurd of op een zijspoor gerangeerd. Binnen korte tijd bestond het management onder de directeur uit ja-knikkende lakeien die medeverantwoordelijk werden voor het mismanagement.

De verliezen voor 1978 waren 13 miljoen gulden, in 1979 ruim 10 miljoen en in 1980 al dramatisch opgelopen tot 34 miljoen. Personeel en dealers voelden aan dat dit niet langer zo door kon gaan. Begin mei 1981 werd men via de kranten opgeschrikt door een advertentie. Hierin werd personeel gezocht voor de nog op te richten afdeling FIAT Auto Nederland, waarin de Italiaanse FIAT fabriek de eerste stappen zette om een eigen verkoopapparaat in Nederland op te richten.

Het bedrijf Leonard Lang was een der laatste zelfstandige FIAT-importeurs in Europa en omdat het beleid van FIAT in Italië erop was gericht zelf in elk land de import ter hand te nemen, was het een kwestie van tijd dat dit in Nederland ook zou gaan gebeuren. Waar dit in het algemeen een geruisloze en in goed overleg een overname met eventueel financiële tegemoetkomingen betrof, was men ontevreden over het gevoerde beleid van het bedrijf. Ondanks mooie woorden en beloften richting de buitenwereld dat men zou trachten in goede harmonie met de heer Lang een nieuwe toekomst op te bouwen, was het beleid van FIAT erop gericht het bedrijf Leonard Lang uit te schakelen en een geheel nieuw zelfstandig bedrijf op te zetten.

Een hoge functionaris die langdurig voor het bedrijf had gewerkt en onder het bewind van J. L. Lang (lll) het veld had moeten ruimen, verklaarde deze opvallende reactie van Fiat als volgt:
"De oude heer Lang en zijn zoon kregen na de eerste Wereldoorlog, toen het bedrijf steeds afhankelijker werd van de Fiat-verkopen, meer oog van de Italiaanse manier van zakendoen. Men ging men minimaal een keer per jaar, vaak tegen kersttijd, naar Turijn om contact te houden, interesse te tonen over de ontwikkelingen, de gang van zaken op de fabriek en de relatie te onderhouden met Agnelli, de oprichter van Fiat. Niet verzuimd werd om op respectvolle wijze de oprichter (te eren) en zijn latere opvolgers te danken voor de goodwill, gegunde zaken, het vertrouwen en de goede samenwerking. Aan deze meer dan halve eeuw oude traditie maakte J. L. Lang (lll) met deze in zijn ogen onnodige inspanningen een einde. Eerdere voorstellen van het management in Turijn om het importeurschap van Fiat in Nederland over te nemen waren door deze 'vriendschap op hoog niveau' gesneuveld. Toen het voorstel om de Fiat import in Nederland in eigen hand te nemen opnieuw ter tafel kwam omdat bekend was geworden dat Leonard Lang zakelijk vertrouwen had geschonden door heimelijk Fiatjes voor de Nederlandse markt bestemd te her-exporteren naar Italië, werd deze zonder tegenspraak door de geërgerde Agnelli familie ondersteund. De decennia lange relatie van Leonard Lang met Fiat zakte tot een ijzig dieptepunt."

Het jaar 1981 was nog begonnen met 1400 personeelsleden, maar door het zichtbaar snel afbrokkelen van het imperium, stapte een groot gedeelte van het personeel over naar de nieuwe importeur. Op 31 december 1981 kwam, na ruim 65 jaar import en verkoop van meer dan 750.000 FIAT's, het einde van de jarenlange importeurschap door Leonard Lang. De boeken werden gesloten met een verkoop van 15.690 FIATs in dat jaar.

FIAT Auto Nederland wist in 1982, het eerste jaar van zelfstandige import, de verkopen op 21.230 stuks te brengen. In het begin leverde FIAT Auto Nederland nog auto's aan de verkooppunten en dealers van Leonard Lang, toch werd de relatie met FIAT Auto Nederland steeds slechter.

Hoewel een deel van de automobiel afdelingen werden gesloten of afgestoten, richtte Leonard Lang nog wel een handelshuis op met de naam "Asian Trade Centre" dat allerlei denkbare producten uit het Verre Oosten wilde gaan aanbieden.

Eind 1985 was het bedrijf nog slechts een schim van wat het ooit was geweest. In dat jaar startte een advertentiecampagne, "Lang wordt Breed", waarmee werd aangekondigd dat men het dealerschap van het Engelse merk AustinRover op zich wilde nemen. Een opvallende keuze omdat dit merk op dat ogenblik vanwege zijn slechte kwaliteit vrijwel al zijn kredieten op de Nederlandse markt had verspeeld. Halverwege 1986 ging Lang nog één keer in de breedte met de aankondiging dat men ook het dealerschap van het uit Spanje afkomstige Seat ging voeren, snel gevolgd door het Oostenrijkse vrachtwagenmerk Steyr.

Ondanks de uitgebreide reclamecampagne, is het niet moeilijk te raden hoe succesvol de dealerschappen waren geweest, want enkele maanden na het aanvaarden van het laatste dealerschap gaf het bedrijf aan zich per 1 januari 1987 helemaal terug te trekken uit de automobielwereld en zich op de andere delen van het overgebleven bedrijf te concentreren.

Een der laatste bekende transacties gerelateerd aan het oude bedrijf was dat Leonard Lang (iii) in 1992 bij gebrek aan opvolging zijn aandelen Neita/Nipparts aan de toenmalige directeur van het bedrijf verkocht. Neita (later Neita Techniek N.V.) was in 1929 opgericht door zijn grootvader. De naam was afgeleid van 'Nederlands-Italiaanse Agenturen'. De doelstelling was het garanderen van een regelmatige aanvoer van Italiaanse RIV lagers en Pirelli banden voor de FIAT-organisatie in Nederland. Later werd het assortiment uitgebreid met auto accessoires van Magneti Marelli. Hoewel het Neita aandeel verwaarloosbaar klein was geworden, zat de waarde in het uit Neita voortgekomen 'Nipparts', een groothandel in onderdelen voor Japanse auto's, wat ooit een zelfstandig initiatief was van toenmalige directeur was geweest. Na aankoop verkocht de directeur de Neita aandelen aan twee personeelsleden en breidde hij de zaken van Nipparts uit.

Bronnen:

Jong, Sicco de: Geschiedenis eener Nederlandsche Vereeniging, 1968
www.neita.nl/neitahistorie
Artikel: Euterpe-garage. De Autohandel, 1929
Artikel in De Autohandel, maart 1932
Artikel: 60 Jaren aan het Stuur! AutoRevue, 1952
Artikel: Zeventig jaar Lang in automobielen, 1962
Artikel: Amsterdams Auto-historie. Ons Amsterdam, 1964
Artikel: Meneer Leo wordt bedankt, 1981

leonard-lang-geb1