Imp. auto's tot 1940 (beschrijvingen)
Het merk heet officieel DeSoto (aan elkaar geschreven en met twee hoofdletters), maar werd vanaf het begin ook vaak gespeld als De Soto (twee woorden).
advertentie november 1928
In 1933 beginnen Nefkens' Auto Mij. en Garage A. v.d. Boogaard samen de import van Peugeot. De samenwerking duurt tot medio/eind 1958, waarna Nefkens de import alleen verder zet. 
advertentie februari 1933
Het standnummer 102 verwijst zo te zien naar het typenummer van de Peugeot
Artikel uit De Kampioen van 1899, pag. 296
W. J. Stokvis te Arnhem was importeur van De Dion-Bouton, Panhard & Levassor en Daimler. Deze auto's werden door hem verkocht als Stokvis-Dion voiturettes, Stokvis-Panhard rijtuigen en Stokvis-Daimler rijtuigen.
![Daimler 1898 08 20 Ned Sport 2 1]()
Advertentie uit het tijdschrift 'Nederlandsche Sport' d.d. 20 augustus 1898
Advertentie uit het tijdschrift 'Nederlandsche Sport' d.d. 20 augustus 1898
Waarschijnlijk is de Dumond een product van een autofabriekje dat in Georgano onder de naam 'Mot et Saralegui' is vermeld. De oorspronkelijke firma hierachter werd in 1898 opgericht om auto's en motoren van het merk Dumond te bouwen. Ze boden o.a. quadricycles aan.
Op de RAI-tentoonstelling van 1899
Stand van Gerth op de RAI-tentoonstelling van 1899.
In Nederland werd de Supertraction als een apart merk gezien, hoewel het een produkt was van Rosengart. Volgens de statistieken van het CBS zijn er in Nederland in 1939 16 stuks geïmporteerd.
De Supertraction was uitgerust met de complete aandrijfunit van de Citroën 11 Traction Avant. Na de oorlog leverde Citroën geen motoren meer en er werd nog een klein aantal gebouwd met de Mercury V8 motor van 95pk onder de naam Supertrahuit.
advertentie juni 1939
In het Algemeen Handelsblad van 12 juli 1898 stond een verslag van de Parijs-Amsterdam-Parijs rally waarin een Decauville meereed. Aan het eind van het verslag stond een losse opmerking over 'H.J. van Ewijk’ die dan al een agentschap blijkt te hebben. Op 9 januari 1899 krijgt hij rijksnummer 42 toegewezen voor een Decauville 3pk en adverteert daarmee voor het eerst op 27 januari 1899.
![decauville 18990712 ewijk]()
Artikel Algemeen Handelsblad d.d. 12 juli 1898 Intrigerend is het hier genoemde adres: ‘gebouw voor algemeenen dienst, Handelskade alhier.’ Dat was geen gebouw voor handel, maar het adres voor haven- en havengerelateerde gemeentelijke en landelijke diensten, het KNMI zat er o.a.
Artikel Algemeen Handelsblad d.d. 12 juli 1898 Intrigerend is het hier genoemde adres: ‘gebouw voor algemeenen dienst, Handelskade alhier.’ Dat was geen gebouw voor handel, maar het adres voor haven- en havengerelateerde gemeentelijke en landelijke diensten, het KNMI zat er o.a.
J. Leonard Lang was geen importeur, maar agent van H.J. van Ewijk.
![Decauville-1899-lang]()
advertentie 1899 (Klik hier voor een foto van deze automobiel)
advertentie 1899 (Klik hier voor een foto van deze automobiel)
advertentie juli 1930
De N.V. A.M.I.C.O. uit Amsterdam was slechts een van de vele Oakland en Pontiac dealers in die jaren. Omdat General Motors in die tijd nog geen Nederlandse vestiging had traden in feite alle dealers op als importeur.
advertentie maart 1930
advertentie november 1929
Foto genomen tijdens de Ned. Automobiel Tentoonstelling in het Kurhaus te Scheveningen, mei 1922Links van de Benjamin een Isotta Fraschini
advertentie maart 1905
augustus 1927
In februari 1902 showt C. Houttuin uit Arnhem de Cudell op de RAI. Artikel uit Nederlandsche Sport d.d. 22 februari 1902. Ook in 1903 en 1904 staat Houttuin weer met Cudell op de RAI.
advertentie maart 1905
advertentie juli 1919
Omdat voor 1924 iedere Ford garage zich importeur noemde en, erger, dat voor 60% ook was, ontstond een wildgroei aan importeurs, die de Fords via Antwerpen en later de USA naar Nederland haalden. Waarschijnlijk haalden ook garagehouders in zuidelijk Nederland via België de Fords op. Samenvattend heeft Ford vanaf 1912 de export naar Europa logistiek redelijk onder controle en pas vanaf dat moment kunnen we spreken over de grotere aantallen waarmee Ford Europa verovert.
Ford import 1903-1924 in perspectief
door Paul Vemmings
In 2024 was het honderd jaar geleden dat Ford de import in ons land zelf ging doen. Er is in de loop der jaren al heel wat geschreven en gesproken over de import van Ford in Nederland voor die tijd. Vóór 1924 dus, het jaar dat Ford met de Ford Motor Company of Holland in Rotterdam zelf de import ter hand neemt. Soms lijkt het op het beschrijven van een puinhoop en lijkt er maar wat te gebeuren; Jan en Alleman noemt zich importeur. ‘So what?’, kun je dan denken. Doe je dat niet, dan valt er heel wat te onderzoeken.
advertentie 1916
advertentie 1916
advertentie 1916
De Duitse Sperber werd van 1911 t/m 1917 geïmporteerd door G.D. Harmsen uit Arnhem.
![sperber 19120900 naw]()
advertentie september 1912
advertentie september 1912Nicola Aphel was niet alleen importeur van de merken Itala, S.C.A.T. en Temperino, maar ook de Italiaanse consul in Nederland. Tevens was hij als schermer een bekende sporter.
Niet geheel duidelijk is de combinatie met ‘Garage Italien’. Beiden adverteren met het importeurschap van zowel de merken Itala, S.C.A.T. en Temperino. In elk geval duurden deze importactiviteiten maar kort, want in september 1921 werd M.J. van Pallandt van Automobielhandel ‘Italia’ te Hilversum de nieuwe importeur.
Januari 1919
In 1903 doet Klaas Baving een poging het Amerikaanse Rambler te importeren. Afgezien van een enkele advertentie is hier verder niets over bekend. Er zijn voor zover valt na te gaan in die tijd ook geen Ramblers in het rijvergunningenregister opgenomen. Dat die poging wel degelijk een serieuze zaak is, blijkt uit het feit dat de fabrikant van die Rambler in 1904 het beeldmerk voor deze automobielen in ons land registreert.
(Lees hier meer over Klaas Baving).
(Lees hier meer over Klaas Baving).
advertentie 1903
Eind 1915 begint Ackmann met de import van de Amerikaanse ‘Klein‐Auto’s’ Woods Mobilette. Ackmann meldt maart 1917 nog dat een zending van die wagentjes onderweg is, dat is echter ook het laatste teken van leven van de Woods bij Ackmann.
advertentie december 1915
In 1897 registreert fietsenhandelaar Klaas Baving de rijwielmerken The Express en The Success. De registratie voor The Success wordt datzelfde jaar nog uitgebreid voor onder andere de categorie automobielen. Dat is opvallend vroeg, want er rijden dan nog nauwelijks van die vierwielers in ons land rond – gemotoriseerde twee‐ en driewielers trouwens ook niet.
In 1903 komt Klaas Baving met een automobiel die hij net als zijn rijwielen als Success op de markt brengt. Die Success is een Amerikaanse Orient Buckboard uit de fabriek van de Waltham Manufacturing Company. Baving meldt die fabrikant niet expliciet. Waltham zelf brengt die automobielen overigens onder verschillende namen op de markt (Orient, Waltham en Waltham‐Orient). In Nederland en de koloniën heten ze dus Success.
De lichtgewicht, luchtgekoelde eencilinderwagentjes zijn een jaar na de introductie leverbaar in vier uitvoeringen (Buckboard, Surrey, Runabout en Tonneau) met prijzen variërend van duizend tot zo’n vijftienhonderd gulden. Als Waltham vanaf 1905 ook auto’s met meer cilinders gaat maken, biedt Baving die ook in ons land aan. In 1907 komt er een einde aan zijn import van de door Waltham geproduceerde Success‐auto’s.
Klaas Baving gebruikte de naam Success voor veel door hem verkochte artikelen, zoals fietsen, motorrijwielen en buitenboordmotoren. Van deze 'Success Buckboard' zijn er zeker enkele tientallen verkocht, maar waarschijnlijk is er in ons land niet één bewaard gebleven.
In 1906 werd ook Ford door hem onder de naam 'Succes' verkocht.
Het bedrijf van Baving werd in 1914 overgenomen door de firma Ackmann.
(Lees hier meer over Klaas Baving en H.G.A. Ackmann).
advertentie 1903
advertentie 1903
