Imp. auto's tot 1940 (beschrijvingen)
De firma Tasche en Co. was het eerste bedrijf dat formeel aangesteld het Wolseley-importeurschap rond 1908 in Nederland waarnam. Als de Darracq importeur Aertnijs naar Amsterdam verhuist neemt H.A. Tasche het agentschap van Darracq op zich. Vanwege deze uitbreiding zaken verhuist men juli 1906 naar een nieuwgebouwd pand dat speciaal als garage was ingericht. In 1907 worden er compagnons aangetrokken en wordt de zaak uitgebreid en via de achterzijde in een L vorm doorverbonden naar panden aan de Van den Brugghenstraat 6-8. Onder de naam Tasche en Co. wordt begonnen met het hoofdagentschap van Ariès en Mors automobielen, snel gevolgd door de merken Belgica, Stoewer, Wolseley en Schneider.
Medio 1916 verhuist Tasche naar Amsterdam, om zich eerst op de Stadhouderskade 100-101 als garage Wolseley Palace te vestigen. Als de zaken uitgebreid wordt met o.a. de verkoop van vliegtuigonderdelen verhuist men naar de huisnummers 142-143.
Meer informatie over Tasche
Vanaf maart 1920 wordt de import van Wolseley gedeeld met de Nederlandsche Technische Handelsvereeniging De Boer & Greve te Den Haag
De Spyker-Mathis was gewoon een Mathis, met een nieuw logo erop waarin de naam Spyker was verwerkt.
"Auto-Mixte" uit Herstal, België. Vanaf 1906 t/m 1911 werden er voertuigen onder deze naam gebouwd. De naam Auto-Mixte slaat op de speciale techniek (hybride): een benzinemotor dreef een dynamo aan. Elektromotoren dreven de wielen aan. Normaal laadde de dynamo de accu’s op, wanneer extra trekkracht vereist was liet men de dynamo als ‘extra’ elektromotor, gevoed door de accu’s, werken. In 1909 presenteerde men chassis met de Daimler-Knight schuivenmotor. Vanaf 1911 werden slechts nog vrachtauto’s gebouwd. Vanaf 1912 onder de naam “Pescatore”. Vlak voor WO I verdween de firma. Vanaf 1919 werden in de fabriek de bekende Gillet motorfietsen geproduceerd. (Bron: De geschiedenis van de Belgische auto” van Kupélian & Sirtaine)
Het enige wat we over de Stork-Kar wisten komt uit een artikel in het blad ‘De Auto’ van 31 juli 1919. De auteur schreef onder andere: “De Stork-Kar, een Amerikaanse auto met een Hollandsen naam, wordt gemaakt door de firma Ch. T. Stork & Co., New-York, welke in ons land een kantoor heeft te Rotterdam, (directeur de heer Th. Moussault, Rotterdam), hebben een auto willen fabriceeren, welke speciaal voor gebruik in ons land geschikt is en bij een korten proefrit, welken wij met de Stork-Kar gemaakt hebben, hebben wij kunnen constateeren, dat deze wagen meerdere uitstekende eigenschappen bezit, als een krachtigen motor, goede vering en goed op den weg staan.”
W. J. Stokvis te Arnhem was importeur van De Dion-Bouton, Panhard & Levassor en Daimler. Deze auto's werden door hem verkocht als Stokvis-Dion voiturettes, Stokvis-Panhard rijtuigen en Stokvis-Daimler rijtuigen.