advertentie circa 1908
Imp. auto's tot 1940 (beschrijvingen)
M. van Genderingen & Co, Stadhouderskade 93-94 te Amsterdam was importeur van diverse automerken, waaronder van 1911 t/m 1928 ook de Franse Hotchkiss.
De N.V. Greve & Co., was onder andere importeur van de merken Hispano-suiza, Ballot, Bentley, Talbot en Hotchkiss. Deze laatste werd geïmporteerd van 1928 t/m 1935.
Nadat de 'Auto-Union' was opgericht kreeg het merk Wanderer een plek in de middenklasse auto's toebedeeld. Het merk werd van 1933 t/m 1940 geïmporteerd door de N.V. Auto-Palace, Houtweg 7-8 te Den Haag.
Het Franse merk Hotchkiss werd van 1938 t/m 1955 geïmporteerd door de Fa. H.C.L. Sieberg, Stadhouderskade 143 te Amsterdam.
Hoewel de produktie van Hotchkiss personenwagen gestopt werd in 1955 noemde Sieberg zich in mei 1967 nog steeds importeur van Hotchkiss, vanwege de import van Hotchkiss vrachtwagens.
Lees ook ons verhaal over Sieberg.
Hoewel de produktie van Hotchkiss personenwagen gestopt werd in 1955 noemde Sieberg zich in mei 1967 nog steeds importeur van Hotchkiss, vanwege de import van Hotchkiss vrachtwagens.
Lees ook ons verhaal over Sieberg.
De Hispano-Suiza werd in eerste instantie geïmporteerd door de Firma Tasche & Co., Stadhouderskade 143 te Amsterdam. Deze firma adverteerde ook samen met de Nederlandsche Technische Handelsvereniging, Sweelinckstraat 18 te Den Haag. Rond 1920 ging dit bedrijf op in de firma De Boer & Greve, Parkstraat 14 in Den Haag en begin 1922 werd de naam gewijzigd in Greve & Co., op hetzelfde adres. De Hispano-Suiza werd door hen geïmporteerd van 1919 t/m 1936.
Lees vooral ook het verhaal over Hendrik Albert Tasche.
Lees vooral ook het verhaal over Hendrik Albert Tasche.
De Britse Hillman werd van 1936 t/m 1960 in Nederland geïmporteerd door de N.V. Internationale Automobiel Mij., Scheldestraat 2 te Den Haag.
In april 1922 gaat de import naar N.V. Hansa -Lloyd-Automobiel-Import-Maatschappij in Deventer. In 1923 openen ze ook een vestiging in Amsterdam.
Naast de Borgward importeerde de Fa. Rosier ook van 1936 t/m 1939 de Duitse Hansa die van hetzelfde concern was. In 1939 werd de merknaam Hansa gewijzigd in Borgward.
De Anglo-Dutch Automobile Company, N.Z. Voorburgwal 72 te Amsterdam importeerde de Britse Vulcan alleen in 1927.
De Britse Lea-Francis werd in 1926 en 1927 geïmporteerd door de Anglo Dutch Automobile Company, N.Z. Voorburgwal 72 te Amsterdam.
In 1932 kwam de toevoeging 'Paige' te vervallen en ging het merk verder onder de naam 'Graham'. Nefkens bleef importeur.
In januari 1936 nam de N.V. Ned. Import Mij. voor Automobielen te 's-Gravenhage N.I.M.A.G. het Graham-importeurschap over van Nefkens om het een jaar later aan diezelfde firma weer kwijt te raken.
De Cadillac dealer uit Delft met de toepasselijke naam Cadillac Garage verhuisde naar Amsterdam, naar de Stadhouderskade nummer 29, vanaf dat moment heette het bedrijf Cadillac-House. De importeur van Cadillac was K. Landeweer uit Utrecht. Het aantal Cadillac’s in Nederland was niet zo groot en Cadillac-House ging zelf een merk erbij importeren. Het werd de Glide, nu een volkomen vergeten merk dat door The Batholomew Compagny uit Peoria in Illinoise gebouwd werd. De wagens waren uitgerust met een 40pk, 6 cilinder motor van het fabrikaat Rutenber.
Het merk heeft bestaan van 1903 tot en met 1920.
Eén van de wagens werd als chassis geïmporteerd en daarop bouwde Cadillac-House zelf een carrosserie. Het werd een voor die tijd modern ogende open toerwagen waarbij de linnenkap in ingeklapte toestand helemaal in een omhulsel verdwijnt. Cadillac-House noemde het model “Ceha” (C-H van Cadillac-House). Door het blad Auto-Leven werd de wagen omschreven als het “Post-War” model. Het geheel zag er veelbelovend uit maar Glide had zijn langste tijd gehad en verdween in 1920. Cadillac-House heeft het in 1919, na de oorlog nog geprobeerd met het Engelse merk GN maar is in het zelfde jaar nog ter ziele gegaan.
tekst: Ed Beekman (Conam Bulletin 19-3, d.d. september 2009)
Het merk heeft bestaan van 1903 tot en met 1920.
Eén van de wagens werd als chassis geïmporteerd en daarop bouwde Cadillac-House zelf een carrosserie. Het werd een voor die tijd modern ogende open toerwagen waarbij de linnenkap in ingeklapte toestand helemaal in een omhulsel verdwijnt. Cadillac-House noemde het model “Ceha” (C-H van Cadillac-House). Door het blad Auto-Leven werd de wagen omschreven als het “Post-War” model. Het geheel zag er veelbelovend uit maar Glide had zijn langste tijd gehad en verdween in 1920. Cadillac-House heeft het in 1919, na de oorlog nog geprobeerd met het Engelse merk GN maar is in het zelfde jaar nog ter ziele gegaan.
tekst: Ed Beekman (Conam Bulletin 19-3, d.d. september 2009)
Het Belgische automerk Germain werd van 1905 t/m 1915 in Nederland geïmporteerd door de firma J. Leonard Lang, Stadhouderskade 114 te Amsterdam.