Importeurs motorfietsen (beschrijvingen)
De Skootamota is de opvolger van de eerder door Königsberger geïmporteerde Autoped
John Moos, bekend van onder andere BSA en de Geropa) werd in 1923 agent van de Neracar. Volgens onderstaande advertentie van september 1923 noemde hij dit een 'automobiel op twee wielen', maar het was toch meer een bijzondere motorfiets. Hoe lang hij de Neracar (ook wel Ner-A-Car) heeft vertegenwoordigd is niet bekend.
In onderstaande advertentie uit april 1914 noemt R.L. de Graaff uit Veendam zich importeur van de motorfietsmerken Sarolea, Moto Sachoche en F.N. De vraag is of dat klopt. Sarolea en Moto Sacoche werden in die jaren geïmporteerd door de Fa. Th. Vlemmings. Bovendien noemt de Graaff Moto Sacoche een Engels merk, terwijl die dingen toch echt uit Zwitserland kwamen.
De 'Discus' is in feite een 'D-Rad / DERAD M23'. De N.V. Discus Handelsvennootschap, Den Haag was de officiële importeur van de "Deutsche Werke AG" in Nederland.
De Delftsche Motoren Handel is in september 1913 van start gegaan door de neven Charles Stork en Frans Waller vanuit de Delftse Kolk 3. Tevens huurden zij een naburige opslagruimte. Charles Stork is zich pas later in de VS Chuck gaan noemen. Hij is echter op 20 maart 1893 te Hengelo geboren als Charles Theodoor STORK, met de roepnaam Charles.
Het complete verhaal over de eerste Harley-Davidson importen en de verkoop van het agentschap aan Englebert & Co valt te lezen in het door Ruud van Bijnen en Frank van Oortmerssen (beiden CONAM-leden) samengestelde 2016 VMC uitgave MOTORWIELRIJDERS IN NEDERLAND 1913-1919. Hierin is gedetailleerd het resultaat van zeer intensief archiefonderzoek verwerkt. Frank Oortmessen heeft deze onderzoeksresultaten beschikbaar gesteld aan de schrijver Jaap Scholten, die het o.a. verwerkte in zijn succesvolle boek HORIZON CITY. Hij was het die altijd over 'zijn oom Chuck' sprak.
In het kort is het DMH-agentschap aanvankelijk per 15 november 1914 overgegaan naar Auto Palace, Roelof Hartstraat 35 te Amsterdam. Onbekend is waarom dit niet is doorgegaan. Na enkele maanden van stilte verschijnt echter op 24 maart in het blad 'Autoleven' de eerste advertentie uit een serie met daarin het verhuisbericht van de DMH naar de 1ste v.d. Boschstraat 1a, Den Haag.
De definitieve ondertekening van het verkoopcontract vond overigens pas op 27 maart 1915 plaats. Met dit verkoopcontract wordt het "hoofdagentschap voor Nederland en Koloniën en België van Harley-Davidson" -inclusief de eerste monteur- definitief overgedragen aan Englebert & Co.
Inderdaad is 1.500 gulden betaald aan de studenten, maar ook is bedongen dat zij beiden de eerstkomende vijf jaar geen motorrijwielonderneming mogen runnen, dit op straffe van een boete 1.250 gulden. Voorts zouden Waller en Stork ieder vijf gulden ontvangen voor iedere verkochte H-D tot een maximum van duizend gulden. Ofwel na 200 verkochte motoren stopt deze regeling. Ook krijgen Waller en Stork één keer per jaar de mogelijkheid een H-D tegen kostprijs te kopen op voorwaarde dat zij de motor minimaal zes maanden in bezit houden. Ten slotte worden Waller en Stork verplicht om, desgevraagd, de komende vijf jaar op eigen kosten (!) deel te nemen aan wedstrijden en betrouwbaarheidsritten. Uit correspondentie tussen Stork en Waller uit juni 1915 blijkt overigens dat Englebert nimmer de beloofde provisie heeft uitbetaald.
Dat 'de monteur is mee verkocht' staat niet vermeld in het contract. Dit verhaal komt uit een overlevering. Het betreft echter met zekerheid Evert de Groot die 'het vak' leerde bij garage De Rooy in Waddinxveen. Geen enkel archiefonderzoek toonde aan dat hij ooit Delft heeft gewoond / gewerkt, maar uit te sluiten is het niet. Foto's van hem uit die tijd zijn nooit teruggevonden. Volgens het BS-archief van Den Haag vestigde hij zich per 1 mei in Den Haag en geeft als beroep monteur - correspondent van de DMH op. Hij zal tot aan zijn pensionering aan de DMH verbonden blijven. Hij krijgt drie kinderen. Het is (nog) niet gelukt om in contact te komen met hen of nazaten van hen.
Chuck Stork emigreerde later naar de VS, waar hij onder meer de 'Stork-Kar' in Nederland wilde importeren. Dit werd echter geen succes. Frans Waller zou het later tot directeur bij Calvé schoppen.
Bron: Frank van Oortmerssen