Humo
John Moos werd geboren op 16 juni 1888 te Nieuwer Amstel. Hij begon zijn carrière als wielrenner, maar nadat hij in 1904 een baan kreeg bij een filiaal van Simplex motorfietsen in de Kerkstraat te Amsterdam, raakte hij betrokken bij de motorsport, eerst alleen als coureur, later ook zakelijk als verkoper van motorfietsen en automobielen.
In 1919 werd hij hoofdvertegenwoordiger van het dan net nieuwe automerk Citroën en vestigde zich aan de Olieslagerslaan 40 in Haarlem onder de naam N.V. v/h John Moos Automobielhandelmaatschappij. Binnen een jaar wist hij 100 auto's te verkopen, maar daar kwam al snel de klad in doordat Citroën vanuit Frankrijk rechtstreeks aan particulieren leverde en ook omdat de diverse agenten elkaar hevig beconcurreerden.
John Moos vatte het plan op om zelf een auto te bouwen en op de markt te brengen. In juni 1920 was hij in contact gekomen met Hans Huurnink, van wie alleen bekend dat hij afkomstig was uit de autobranche. Gezamenlijk besloten ze het plan om een auto te bouwen te verwezenlijken, waarbij John Moos het technische gedeelte voor zijn rekening zou nemen en Hans Huurnik zou optreden als financier en het administratieve gedeelte zou beheren. In juni 1921 werd in Heemstede aan de Heerenweg de eerste steen gelegd voor een grote hal waarin de N.V. Automobiel- en Vliegtuigfabriek 'Humo' (een samentrekking van de namen Huurnink en Moos) werd gevestigd.
John Moos had inmiddels, waarschijnlijk nog in het pand te Haarlem, uit diverse buitenlandse onderdelen een chassis met motor samengesteld. Op een gezamenlijke stand met auto's van Citroën werd het chassis van de Humo tentoongesteld tijdens de Haagsche Sporttentoonstelling in april 1921. 1) De bedoeling was dat er op dit chassis diverse carrosserieën konden worden gebouwd. Het zag er prima uit trok veel belangstelling.
Verder dan dit chassis is het met de Humo niet gekomen. Er ontstonden financiële moeilijkheden, waarover diverse bronnen elkaar tegenspreken. Problemen met het bestellen in Amerika van machines nodig voor de productie; problemen met de bouw van het prototype en verdere ontwikkeling van de Humo; zakelijke wrijving tussen de compagnons, maar ook hun beider 'zwierige levensstijl' zouden hieraan ten grondslag hebben kunnen liggen.
Vast staat dat er onenigheid tussen de beide compagnons was ontstaan, waarna John Moos besloot de firma te verlaten en opnieuw te beginnen. Hierna werd van de Humo niets meer vernomen en ook over enige vorm van vliegtuigfabricage is niets bekend.
De fabriekshal in Heemstede werd overgenomen door de firma Martin C. van der Wal, die importeur van Citroën werd.
Geropa
Na het debacle met de Humo begon John Moos in Amsterdam aan de Plantage Muidergracht 13 een garagebedrijf onder de firmanaam Garage- en Reparatie-Inrichting "Geropa".
Hier probeerde hij opnieuw een eigen auto op de markt te brengen en bouwde met Europese en Amerikaanse onderdelen een nieuw chassis voor een vierpersoonswagen met een viercilinder motor. Dit chassis exposeerde hij tijdens de Rai-tentoonstelling van 1922 op het buitenterrein onder de merknaam 'Geropa'. Toch leek dit nieuwe chassis in veel opzichten op dat van de Humo, want de verslaggever van het blad 'De Auto' schreef in zijn artikel:
Dat 'nadere nieuws' is er nooit meer gekomen en waarschijnlijk is het bij dit ene chassis gebleven. Helaas bestaat er geen afbeelding van de Geropa, maar het vermoeden bestaat dat dit een verdere ontwikkeling van de Humo geweest kan zijn.
Een jaar later werd John Moos agent van de Neracar. Volgens onderstaande advertentie van september 1923 noemde hij dit een 'automobiel op twee wielen', maar het was toch meer een bijzondere motorfiets. Hoe lang hij de Neracar (ook wel Ner-A-Car) heeft vertegenwoordigd is niet bekend.
John Moos richtte zich daarna weer op de motorsport en in 1928 werd hij hoofdvertegenwoordiger van Nederland voor BSA met een vestiging op de Houtrustweg 56a te Den Haag.
Eind 1931 verhuisde Moos naar een nieuw pand aan de Haagse Weteringkade 130, hoek Lekstraat, van waaruit hij zowel de BSA-motorfietsen als de BSA-automobielen verkocht. John Moos overleed op 20 november 1957 te Den Haag.
BSA-vestiging op de Weteringkade, hoek Lekstraat te Den Haag
Tekst Rutger Booy met gebruikmaking van onderstaande bronnen:
Wallast M.: Historisch overzicht van de Nederlandse Automobielindustrie, 1979
Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland, 1993
Bakker, Jan: artikel in het Conam Bulletin 04-1, mei 1994
Website: auto-en-vervoer.infonu.nl
1) Waarschijnlijk was dit de Nationale Automobieltentoonstelling (of Haagsche Salon) in de Haagse Dierentuin. Dat jaar was er geen Rai-tentoonstelling voor auto's.