De Hirondelles van Henk van Zalinge
Aanvankelijk nam Henk van Zalinge deel aan motorraces. In 1953 begon hij in Bussum met de bouw van wedstrijdsportwagens. De basis voor zijn eerste product was het chassis van een vooroorlogse Alfa Romeo 6C-2300. De wielbasis van deze lange sedan werd zestig centimeter ingekort tot 2,53 meter. De versnellingsbak van de Alfa werd vervangen door een Cotal-versnellingsbak met elektrische voorselectie-schakeling.
Hoewel Van Zalinge zijn brood verdiende in de plasticindustrie en hoewel hij nog nooit aluminium of staalplaat bewerkt had, lukte het hem zelf een lage, gestroomlijnde carrosserie te kloppen over een raamwerk van dunne buis en profielmateriaal. Waarschijnlijk sneuvelde de originele Alfa Romeo-motor, die al een lange staat van dienst had, bij een van de eerste optredens. In de nationale racerij is de auto dan ook bekend geworden als Alfa-Riley-special, omdat de Alfa-motor werd vervangen door een 2,5 liter Riley-motor. Henk van Zalinge reed gedurende seizoen 1954 succesvol met deze auto, maar begon toch vast aan een volgend project. Dat werd de eerste Hirondelle.
Hirondelle nummer 1
Deze auto had een eigen chassis en een bij de firma Rijnplaat geklopte aluminium carrosserie. De anderhalve liter racemotor, met per cilindergroep twee bovenliggende nokkenassen, was afkomstig van Porsche. Achter de motor zat aanvankelijk de versnellingsbak van een MG TD. De achteras was van Opel. Versnellingsbak en achteras waren niet bestand tegen het geweld van de motor, zodat de eerste race geen succes werd. Van de versnellingsbak werd daarom slechts het huis behouden en de achteras werd geheel vervangen. De inbouw achterin van een omgekeerde Porsche-versnellingsbak bleek een zodanige verbetering, dat de auto in deze vorm vele successen heeft behaald. De in eerste instantie HVZ gedoopte auto was voor een flink deel gefinancierd door Hans Tak en gedurende het raceseizoen van 1955 reden hij en Henk van Zalinge er om beurten mee. Later zouden ook bekende coureurs als Rob Dooyes, Rob Slotemaker en Gijs van Lennep ermee racen.
Samen met John Swaab opende Henk van Zalinge in centrum Amsterdam een Speed Shop waar ze op kleine schaal racewagens gingen bouwen.
Hirondelle nummer 2, ook wel Swaab Special genoemd
In 1956 reed de bekende coureur Jaap Luyendijk, vader van de latere Indy 500 winnaar Arie Luyendijk, in Nederland en waarschijnlijk ook in Engeland enkele races met een Fiat Ermini. Toen Luyendijk senior in 1958 naar Zuid-Afrika emigreerde werd zijn Ermini overgenomen door John Swaab en de Nederlandse racer Henk van Zalinge.
Lees hier het verhaal van de Swaab Special
De Bleriot-Race
In 1959 werden de Hirondelles nummers 1 en 2 gebruikt in een recordpoging, de Bleriot-race van Londen naar Parijs. Deze race werd georganiseerd door de Daily Mail ter herdenking van de vlucht die Louis Blériot maakte door in 1909 als eerste het kanaal over te steken in zijn eendekker-vliegtuig. De Britse krant daagde de Fransman destijds uit om de overtocht te maken (wat hen duizend pond kostte). En vijftig jaar later besloten ze een soortgelijke uitdaging aan te gaan, maar nu van Marble Arch in hartje Londen naar de Arc de Triomphe in het centrum van Parijs. Het prijzengeld vertienvoudigde in vijf decennia: 10.000 pond!
Deelnemers waren vrij om hun eigen vervoer te kiezen, op voorwaarde dat ze de oversteek per vliegtuig deden. Een Nederlandse equipe, bestaande uit Rob Slotemaker, Hans Hugenholtz senior en Henk van Zalinge schreef zich in met twee Hirondelles en een Fokker S14 Jet Trainer, met als piloot Jas Moll.
Rob Slotemaker en Hans Hugenholtz startten om 8.30 uur met de Hirondelle nummer 1 in Marble Arch en arriveerden op Northolt airport om 8.43. Daar stapte Hans Hugenholtz over in de Fokker, om 8.44 uur gingen ze de lucht en landden om 9.18 in Le Bourget. Daar sprong Hans Hugenholtz in de Hirondelle/Swaab Special met Hans van Zalinge achter het stuur om even later, om 9.32 in te klokken bij de Arc de Triomphe.
Bij elkaar één uur, één minuut en 25 seconden om van centrum Londen naar centrum Parijs te komen - gemiddeld 381.49kmh! Ze hebben echter niet gewonnen. Geloof het of niet, maar van de 168 deelnemers kwamen ze als 26e aan.
Hirondelle nummer 3
Henk van Zalinge ging intussen door met het bouwen van Hirondelles. Het derde exemplaar werd door het Haarlemse bedrijf Vermeulen voorzien van een aluminium carrosserie. Opdrachtgever Boots stopte met racen voordat de Hirondelle gereed was, zodat hij in voltooide staat werd verkocht aan Hans Alofs uit Zandvoort. Weer later reed David van Lennep ermee.
Hirondelle nummer 4
De vierde Hirondelle, een Formule Junior, werd in 1960 gebouwd en in 1961 voor het eerst in races ingezet. Dit exemplaar had wederom een DKW-motor. De versnellingsbak was afkomstig van een Fiat 1100. Henk van Zalinge laste een buizenchassis waarover een ranke, puntige aluminium carrosserie kwam. De auto was beslist snel, maar kon internationaal toch niet meekomen.
Bovendien was de tijd van formulewagens met de motor voorin, voorbij. In september 1961 liep de auto bij een internationale race op Zandvoort direct na de start forse schade op bij een ongeval. Hij bleef echter uitkomen in nationale races.
Na jaren stilstand zag men de Hirondelle Formule Junior verschijnen in de historische racerij. De auto trok de aandacht in races op Zandvoort en op Most, in Tsjecho-Slowakije.
Hirondelle nummer 5
Voor de Duitser Bunte werd een Hirondelle gebouwd met een Porsche-motor achterin. Bunte was er succesvol mee, maar hij verongelukte in de auto tijdens een heuvelklim. Er circuleren geruchten dat deze Hirondelle werd gerepareerd en zich momenteel in Portugal bevindt.
In totaal zijn er waarschijnlijk zo’n vijftien Hirondelles gebouwd, alleen waren de latere Hirondelles geen eigen producten, maar aanpassingen van bestaande modellen. Henk van Zalinge was nauw betrokken bij de Alexis-Daf, waarmee Daf zijn experimenten in de Formule Drie begon. Na het afsluiten van zijn actieve periode als wedstrijdrijder bleef hij betrokken bij het autoracen als instructeur en als technicus. Later richtte hij zich in zijn Bussumse werkplaats op het bouwen van contrabassen. In de jaren negentig verhuisde hij naar Frankrijk, waarna hij de autosportwereld voor gezien hield. Henk van Zalinge overleed in 2006
Tekst: Jeroen Booij en Rutger Booy
Bronnen:
Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland. Uitgeverij Waanders, 1993
Het Automobiel nr. 7 van oktober 1980
Bron foto’s:
PostWarClassic.com
Dit artikel is eerder in vier delen gepubliceerd (in het Engels en in een aangepaste vorm) op PostWarClassic.com