De Swaab Special
In 1956 reed de bekende coureur Jaap Luyendijk, vader van de latere Indy 500 winnaar Arie Luyendijk, in Nederland en waarschijnlijk ook in Engeland enkele races met een Fiat Ermini. Toen Luyendijk senior in 1958 naar Zuid-Afrika emigreerde, moest hij van de Ermini af en plaatste een advertentie.
De Ermini werd overgenomen door John Swaab en de Nederlandse racer Henk van Zalinge. Ze haalden de 1098cc viercilindermotor met dubbele bovenliggende nokkenassen eruit om deze te gebruiken voor een auto van eigen ontwerp. De aluminium carrosserie, die gebaseerd was op de Ferrari 500, werd gemaakt door een bedrijf genaamd Rijnplaat. De auto kreeg de naam HVZ Hirondelle, maar stond ook bekend als de ‘Swaab Special’. Henk van Zalinge en John Swaab openden in centrum Amsterdam een Speed Shop waar ze op kleine schaal racewagens bouwden.
Hierboven de foto bij het bericht uit Het Vrije Volk d.d. 18 februari 1958: Dit is de 29-jarige Amsterdamse garagehouder en autorenner John Swaab bij het geraamte van de ‘Swaab Special’, een nieuw racewagentje in de 1100cc-klasse, dat de heer Swaab geheel alleen bouwt: Hij hoopt, dat de Ermini-motor (De Italiaanse versie van de Simca) het wagentje, waarmee hij nog dit jaar in wedstrijden wil uitkomen, een snelheid zal geven van ongeveer 200 kilometer per uur.
John Swaab reed meerdere races met de auto tot de Ermini cilinderkop barstte en niet meer te repareren bleek. John bestelde een nieuwe kop bij Ermini, maar die werden niet meer gemaakt. Daarop bouwde hij zelf een kopie van deze cilinderkop, inclusief het gietwerk. Maar dit lukte niet en dus werd de Ermini-motor vervangen door een DKW-motor.
Wat er begin jaren zestig met de Hirondelle/Swaab Special gebeurde is niet bekend, maar in 1963 of 1964 kocht Raymond van Bree de restanten van de racewagen. Hij vertelt: “Mijn broer zei dat hij op de hoogte was van een Ferrari onder een set banden. We gingen kijken en er was inderdaad een aluminium body die leek op die van een Testa Rossa."
"De man die het ding bezat was bereid om het in te ruilen voor een grote BM, een boot. We hebben er een gevonden voor 200 gulden en zo kreeg ik de auto. Er was een kaal motorblok en een ruwe gegoten kop met dubbele bovenliggende nokkenassen bij. Ik had geen idee wat voor soort motor het was en een vriend heeft ze samen met de krukas in een greppel gegooid. Ik vermoed dat ze er nog steeds liggen omdat de greppel even later werd gedempt.”
“Ik had niet veel geld, maar wilde een wegversie van de auto maken. En dus knipte ik koplampen uit en maakte ik een rand van aluminium en met perspex glazen. Mijn vader had een nieuwe auto en hij vertelde in zijn garage dat ik op zoek was naar een nieuwe motor. Ze hadden toevallig een Skoda Octavia van een Engelsman die de rekening niet kon betalen. Die kon ik voor 100 gulden meenemen. Ik zette de Skoda-motor erin en keerde de versnelling om. Ik vond een Abarth-uitlaat met dubbele eindpijpen. Ik gebruikte ook de meters van de Skoda en maakte een radiatorrooster van roestvrij staal. Mijn moeder heeft het interieur gedaan. Toen het klaar was heb ik er trots Ferrari-insignes op gezet - je doet gekke dingen als je jong bent!”
“Toen kwam er iemand naar me toe die de auto herkende als een Swaab. Daardoor kwam ik erachter dat John Swaab de man was om mee te praten en belde hem op in Amsterdam, maar hij wilde er niets mee te maken hebben en ik sprak nooit meer met hem. Maar ik wilde de auto nog steeds op kenteken hebben. Met een tijdelijke kentekenplaat ging ik naar de inspectie waar de auto op de remmen werd afgekeurd."
"Ik veranderde alles, ging opnieuw naar hen toe en werd opnieuw afgewezen. De derde keer bij de inspectie vielen ze over delen in de achterwielophanging die van hout gemaakt waren. Ik hoefde niet terug te komen, vertelde de inspecteur me. Maar ik zette door en de vierde keer had ik geluk, want toen waren er twee jonge jongens om de inspectie uit te voeren. Ze waren net van school gegaan en vonden het geweldig. Zo heb ik mijn kentekenplaten gekregen.”
“Ik reed er toen ongeveer acht maanden mee voordat ik het beu was dat iedereen me van alles vroeg. En dus heb ik de Swaab weer verkocht. Ongeveer vijf jaar later kwam er een buurman naar me toe die me vertelde dat hij de auto in Gouda had gezien. We zijn daarheen gegaan en hebben hem gevonden, maar nu zonder kenteken. De eigenaar beweerde dat het er nooit een kenteken bij geweest was, maar ik wist wel beter. Daarna heb ik nog nooit meer iets gehoord. Ik denk dat de auto in Zwitserland terecht is gekomen.”
Dat laatste klopt niet, want aan het eind van de jaren zeventig werd door Cees Lubbers uit Zwolle de Hirondelle gevonden in de buurt van Bourtange in de provincie Groningen. Hij kocht de auto voor 2100 gulden en zette de auto weg met de intentie hem ooit te gaan restaureren. Dat gebeurde uiteindelijk in 2010 en in juli 2016 stond de Hirondelle op het Concours d’Elégance bij Het Loo.
Er zijn nog een paar foto's van de in een erg trieste toestand in wat de jaren tachtig of negentig moet zijn. Maar nu is er nog steeds een enorme kloof in de geschiedenis van de Swaab na Raymond van Bree.
Deze Swaab Special staat ook bekend als Hirondelle nummer 2. Lees hier meer over de verdere geschiedenis van deze auto en de deelname aan de Blériot race
Tekst Jeroen Booij en Rutger Booy
Foto's verschillende bronnen
Bronnen:
Het automobiel
Jan Lammerse
Dit artikel is eerder in drie delen gepubliceerd (in het Engels en in een aangepaste vorm) op PostWarClassic.com