Pennock was een Nederlandse fabrikant van rollend materieel en tevens carrosseriebouwer, gevestigd in Den Haag van 1886 tot 1954. De fabriek was gevestigd aan het Bleijenburg, later aan de Brinkhorstlaan en nog later aan de Weteringkade.
advertentie 1909
Zadelmaker Johannes Boon had een bedrijf in Rijswijk waar hij koffers en rijtuigen fabriceerde. Hij overleed in 1877, zijn weduwe zette de zaak voort en nam Johannes Jacobus Pennock Lzn., geboren 4 augustus 1949 te Dordrecht, in dienst Deze 28-jarige was van beroep rijtuig- en zadelmaker. Hij kreeg de technische leiding van het bedrijf. Het bedrijf heette daarna de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Rijtuigen en Tramrijtuigen J. Boon (KNFRT) en ging voortaan ook paardentramrijtuigen bouwen.
In 1883 werd het bedrijf omgezet in een naamloze vennootschap onder de naam Nederlandsche Fabriek van Rijtuigen en Tramrijtuigen (NFRT). Dit bedrijf kreeg twee directeuren: Pennock en Haije, maar in 1884 verliet Pennock het bedrijf en werd Haije tot enig directeur benoemd. Pennock verhuisde naar Den Haag en verbond zich aan de rijtuigenfabriek van Jacob van den Berg aan het Bleijenburg, die hij in 1886 onder zijn eigen naam voortzette.
Pennock bouwde carrosserieën voor zowel tramrijtuigen als personenauto’s, vrachtauto’s en autobussen en later nog enkele brandweerwagens en ambulances. Voor de Haagse Tramweg Maatschappij bouwde hij paardenmaterieel en voor de Stoomtram Maatschappij Oostelijk Groningen werden veel goederenwagons geleverd. En voor de Twentsche Elektrische Tramweg Maatschappij zeven stuks elektrische trammotorwagens.
Pennock heeft rond 1900 zelfs een stoomomnibus gebouwd die een half jaar gereden heeft tussen Den Haag en Wassenaar. De ervaringen met dit voertuig waren zodanig dat men hier niet mee door is gegaan.
In 1903 verhuist het bedrijf naar de Binckhorstlaan in Den Haag. Personenauto’s werden verbouwd op basis van onder meer Delahaye, Lagonda, Austin, Minerva en Armstrong Siddeley. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde Pennock carrosserieën voor de Story, een elektrisch aangedreven wagentje. Autobussen werden onder meer gebouwd op het chassis van Scemia en Studebaker. Na de bevrijding heeft Pennock veel bussen voor de HTM aangepast en zelfs wrakken herbouwd.
In 1949 kreeg Pennock op het Scheveningse Concours van Koetswerken voor een Pennock Healey de prijs voor het beste Nederlandse koetswerk. Pennock leverde in 1952 een Austin Sheerline (Princess) aan het Nederlandse Koninklijk huis. Men had in die tijd al veel moeite om het hoofd boven water te houden en in 1954 na het overlijden van de laatste directeur werd het bedrijf geliquideerd.
In het fabrieksgebouw aan de Weteringkade vestigde zich daarna de bussenbouwer König, die echter met het oorspronkelijke bedrijf niets te maken had. Wel gebruikte hij materialen en werktuigen van Pennock die tot de overgenomen inboedel van het pand behoorden. Ook nam hij het personeel van Pennock in dienst en noemde hij zijn bedrijf aanvankelijk Carrosseriefabriek König v/h Pennock. Al in de begin jaren zestig werd de fabriek gesloten.
Tekst Adriaan Kriek
advertentie maart 1910
advertentie augustus 1910
advertentie augustus 1910
advertentie december 1910
advertentie juli 1911
advertentie 1912
Pennock fabriek 1912
Personenauto's werden gebouwd op chassis van onder meer Delahaye, Lagonda, Austin, Minerva en Armstrong Siddeley
advertentie juli 1912
advertentie november 1912
carrosserie op een FIAT, 1913
advertentie oktober 1914
Pennock carrosserie op een Packard
advertentie 1916
advertentie 1916
advertentie 1916
advertentie uit: 'Nederlandsch Fabrikaat 1917 nr. 1'
advertentie maart 1919
advertentie 1919
advertentie 1919
werktekening Fiat Bestelwagen 1920
advertentie 1921
advertentie voor de Transformabel 1921
Een Scemia autobus van de Haagsche Tramweg Maatschappij (HTM) met carrosserie van Pennock (1924) ()
Publiciteitsfoto van een Studebaker Special Six uit 1926 met carrosserie van Pennock
advertentie januari 1927
advertentie oktober 1928
advertentie augustus 1929
advertentie december 1930
advertentie 1930
Carrosserie op een Fiat
advertentie januari 1931
advertentie april 1931
advertentie 1932
advertentie 1933
advertentie februari 1934
advertentie april 1934
Carrosserie op een BMW 315 1935 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
advertentie 1935
advertentie 1936
advertentie 1936
advertentie uit 1938 voor een Graham
advertentie uit 1938 voor een Nash met carrosserie van Pennock
advertentie uit 1939 voor een Nash
Wachten voor de gesloten overweg, voordat het viaduct in 1942 aan de Weteringkade werd geopend.
In de tweede wereldoorlog bouwde Pennock carrosserieën voor de Story (een elektrisch aangedreven wagentje). Na de oorlog leverde Pennock o.a. drie sport carrosserieën op Škoda basis carrosserieën en een extravagante carrosserie op een Talbot Lago.
Werktekening voor een Delahaye 1946
Delahaye uit 1946
Carrosserie op een Delahaye 135MS 1947 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
Carrosserie op een Delahaye 135m 1947 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
Carrosserie op een Delahaye 135m 1947 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
advertentie 1946
Delage D6 met Pennock carrosserie
De Delage D6 bestaat nog steeds en is gerestaureerd, zie foto hieronder.
Carrosserie op een Delage D6 1948 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
Een Pennock Delahaye 135MS. Ook deze auto bestaat nog steeds
Carrosserie op een Delahaye 135MS 1948 / Concours d’Elégance paleis Soestdijk 2022
Speciale carrosserie op basis van een Healey Warwick type B uit 1948, gebouwd voor de directeur van A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij. In 1949 kreeg deze auto op het Scheveningse Concours van Koetswerken de prijs voor beste Nederlandse koetswerk
Dezelfde Healey Warwick gefotografeerd op de Oranjesingel in Nijmegen
advertentie april 1948
advertentie mei 1948
advertentie uit 1949 in de Autokampioen voor een Delahaye met Pennock carrosserie
Het pand van Pennock aan de Weteringkade 155 in 1950.
advertentie maart 1950
advertentie april 1950
advertentie uit 1950 voor een Alvis "Fourteen" met Pennock carrosserie
advertentie maart 1950
advertentie mei 1950
Deze foto en hieronder een Talbot Lago van 1950
Werktekening van de Talbot-Lago uit 1950
Carrosserie van Pennock op een Austin A40 Dorset
Werktekening van een Austin A70 uit 1950
Werktekening van een Austin A70 uit 1950
werktekening van een Kaiser-Frazer uit 1950
Het uiteindelijk resultaat
Delahaye circa 1950
Skoda Convertible met Pennock carrosserie op de RAI-tentoonstelling van april 1950
Pennock carrosserie op een Skoda 1102 van 1951
advertentie 1951
Pennock leverde in 1952 een Austin Sheerline (Princess) aan het Nederlandse Koninklijk Huis. Men had rond deze tijd veel moeite het hoofd boven water te houden. Autobussen werden gebouwd op chassis van onder meer Scania en Studebaker.
Vier-persoons cabriolet op 2,5-liter Alfa Romeo chassis, maart 1952
advertentie februari 1952 met de Talbot Lago uit 1950
Pennock heeft ook een tweetal cabriolet versies gemaakt op basis van de door Molenaar geassembleerde Morris Minor.
Foto's hierboven en hieronder: in 1952 bouwde Pennock als eerste in Nederland een uitschuifbare carrosserie op een Bedford chassis. In de normale stand onderscheidt de wagen zich op het eerste gezicht van geen enkele andere bestelwagen van deze grootte. De tank boven de cabine is bestemd voor water en komt uit in de wastafel. De Bedford was besteld door een buitenlandse regering en ingericht voor een medische dienst in tropisch gebied.
De laadruimte uitgeschoven tot bijna het dubbele van zijn oorspronkelijke breedte. Om te voorkomen dat de carrosserie op de veren schommelt kan deze met vier telescopische steunen worden vastgezet. Bron: De Auto van 11 september 1952.
advertentie 1954
Overname door de firma König in juni 1954. Einde van een tijdperk