Het bedrijf, dat zes generaties van vader op zoon is gegaan, is in 1775 met een ‘wagenmakerswinkel’ begonnen op de historische plek in het centrum van het dorp (toen Heerenstraat) met Willem van Trigt. Willem van Trigt, zoon van Gozen van Trigt, werd geboren in 1746 in Echteld (Betuwe-Gelderland) en ‘emigreerde’ in 1775 naar ’s‑Gravenzande om zijn geluk en zijn vakkennis te beproeven.
Willem, bijgenaamd Willem Kanon, was een vurig patriot en heeft zich in die begintijd goed staande kunnen houden in het overwegend prinsgezinde ’s-Gravenzande. Willem trouwde op 20 november 1778 met Quirina Jacoba de Wilde. De meeste ‘Van Trigten’ in ’s-Gravenzande, zo niet alle, zijn afstammelingen van deze oervader ‘Willem de Eerste’ (1746-1834).
Willem’s zoon Jan (1783-1867) nam later de wagenmakerij aan de Heerenstraat (nu Langestraat) over en na Jan ging het bedrijf vervolgens naar zijn nakomelingen Maarten (1824-1890) en Huib (1866-1949). Een tweede zoon van Maarten (Jan van Trigt) en een broer dus van Huib, begon voor zichzelf aan de Zuidwind, maar de zaak is daar in 1918, na het overlijden van Jan, opgehouden te bestaan. Een derde zoon (Willem Johannes) trok naar Scheveningen om daar een carrosseriebedrijf te beginnen (klik).
De ‘H’ in de naam ‘H. van Trigt & Zonen’ komt van Huib. Huib trouwde in 1904 met de jonge weduwe Antje Lalleman. Antje Lalleman had al een zoon (Willem Hendrik) uit haar huwelijk met de in 1901 op jonge leeftijd overleden Willem ‘t Hart (smid op de Hoflaan / Gravenstraat en de voorganger van Arie Hoogkamer). Uit het huwelijk van Huib en Antje kwamen later Maarten (in 1908) en Johan (in 1913). ‘Zonen’ in de naam ‘H.van Trigt & Zonen’, staat dus voor Willem Hendrik ‘t Hart, en Maarten en Johan van Trigt. In 1934 trok Huib zich terug en werd het bedrijf overgenomen door zijn genoemde drie zonen. Vooral na de Tweede Wereldoorlog is het bedrijf uitgegroeid van een ambachtelijke wagenmakerij tot een carrosseriefabriek die binnen en buiten het Westland weidse bekendheid heeft gekregen.
Nadat Maarten van Trigt in 1962 komt te overlijden en Johan van Trigt zich een aantal jaren later uit het bedrijf terugtrekt, wordt het bedrijf verder geleid door de familie ’t Hart. Op het laatst is de leiding in handen van Hendrik ‘t Hart, de jongste zoon van de in 1988 overleden Willem Hendrik ‘t Hart.
(Als Johan van Trigt in 2001 komt te overlijden, zet de lijn van de tak ‘Van Trigt’ zich dan voort – lós van het bedrijf en ook niét meer in ’s-Gravenzande - via de schrijver (Mzn.) van dit ‘verhaal’)
Vanaf 1775 stond het bedrijf dus in de dorpskern (‘een onroerend goed aan de westzijde van de Heerenstraat, zich uitstrekkende tot aan den Agterweg’). In het begin lag er nog een stuk open grond en wat tuinland met enkele schuren achter het huis met ‘wagenmakerswinkel’. Ernaast bevond zich het boerenbedrijf van Van Straalen. Ze maakten in die tijd voornamelijk tuinbouwkarren, boerenkarren, paardenwagens, kruiwagens en speciale wagens, waaronder koetsen voor de rijkere kooplieden.
Rond 1920, toen de automobiel de wereld aan het veroveren was en het paard als trekkracht begon te verdringen, werden er geleidelijk ook cabines en laadbakken voor de eerste Fords, Chevrolets en andere niet meer bestaande merken gemaakt. Wagens en karren werden in die dagen gebouwd van hout en in het verlengde hiervan de cabines en laadbakken voor de eerste vrachtautomobielen vanzelfsprekend dus ook. ‘In den beginne’ waren het eigenlijk niet meer dan gemotoriseerde houten koetswerken met een achterbak! Alles was handwerk en werd met handgereedschap gevormd. Een enkele machine (draai- en wielenbank) werd ook met de hand, of met de voet aangedreven. In 1918 kreeg Huib van Trigt een Hinderwetvergunning voor het plaatsen van een ‘elektromotor met lintzaagmachine van 5pk’, en de eerste mechanisatie deed z’n intrede. Later kwamen er meer machines, die alle in de zgn. ‘achterzaak’ werden geplaatst, en aanvankelijk met een centrale elektromotor via drijfriemen werden aangedreven.
Vanaf het allereerste begin is de werkplaats met woonhuis diverse malen verbouwd en naar achteren uitgebreid. In 1939 werd het voorste gedeelte aan de Langestraat afgebroken om plaats te maken voor het huidige pand dat nog immer zich prominent verheft in het dorpscentrum. Het gebouw is er nog, maar sinds november 2004 is ‘Carrosseriebedrijf Van Trigt BV’ (v/h ‘Fa. H.van Trigt & Zonen’) er weg. Het complex, doorlopend tot aan de Sand-Ambachtstraat, was al geruime tijd voor hedendaagse begrippen te inefficiënt en te krap geworden. Uitbreiding van de activiteiten naar grotere projecten werd hierdoor belemmerd, en zeker niet in de laatste plaats mede door de steeds moeilijker geworden bereikbaarheid en toegankelijkheid van het bedrijfspand, middenin het in de laatste jaren steeds smaller geworden ‘Breeje Durp’ van weleer.
Op het industrieterrein de ‘Nieuwe Waterweg’ in Maassluis, waar sinds enkele jaren Van Trigt al een modern schadereparatiebedrijf voor bedrijfswagens had en waar voldoende ruimte en expansiemogelijkheden aanwezig waren, was ten langen leste voor ‘Van Trigt’ dan ook een logische en strategische beslissing om haar carrosseriebouwactiviteiten geconcentreerd voort te zetten, maar inmiddels is het bedrijf in 2009 ook in Maassluis opgehouden te bestaan.
Tekst Henk van Trigt Mzn., Weert (oud - ’s-Gravenzander)