6 oktober 2010 Joost Renzenbrink zoekt informatie over het bedrijf van P.J. Adrian. Hij schrijft: “Volgens familieoverlevering was mijn overgrootvader Fridrich (Frits) Kaiser (1874-1968) al in 1898 financieel partner in de nieuw gevestigde P.J. Adrian en Co Rijwielhandel, later “Le Velo” genoemd. Zij verkochten Raleigh fietsen en een eigen merk P.A. (P. Adrian). Philip Johannes Adrian was een bekende wielrenner en schaatser. Later werd P.J. Adrian (de eerste?) voorzitter van de ANWB.
In 1904 kocht Frits Kaiser de helft van de aandelen van de vrouw van Adrian en in datzelfde jaar begon de heer F.J. Visscher als bedrijfsleider voor de twee eigenaren. Naast de verkoop van motorfietsen (Indian en Douglas) sinds 1913, verkochten zij auto’s van Citroën vanaf 1925. Ondertussen was het bedrijf in 1917 verhuisd naar de Zeestraat 52. In 1935 schakelde het bedrijf, met een nevenvestiging in Amsterdam, over op het verkopen van alleen nog auto’s. Frits was als aandeelhouder commissaris en secretaris van het zeer kleine bestuur. P.J. Adrian was zelf ook directeur van de Haagsche Automobiel Maatschappij, opgericht in 1900. Het is onduidelijk of Frits hier ook bemoeienis mee had. De Haagsche Automobiel Maatschappij deed mee aan de Parijs-Den Haag-in-één-dag-race in 1907 met een auto van het merk Delahaye. Dit was de auto van Adrian en Frits en twee andere heren reden mee. Op deze autotocht naar Parijs kreeg Frits Kaiser blindedarmontsteking. Hij wilde zich niet door een Franse dokter laten behandelen en ging met die blindedarmontsteking terug naar NL.”
De vraag van Joost is of al deze informatie ook klopt.
Van de autotocht van Parijs naar Den Haag bestaan nog een krantenknipsel en foto's. Overgrootvader F.Kaiser zit voorin naast de bestuurder.
13 februari 2011: Henk Schuuring heeft Adrian uitgezocht en het verhaal lijkt redelijk te kloppen. Ook heeft Adrian aan een recordrit Parijs -Den Haag meegedaan georganiseerd door het blad Auto-leven in 1921 welk hij won. (Waarschijnlijk op basis als groot ervaringsdeskundige door regelmatig ophalen auto's). Formeel moet er ook een recordrit in 1914 zijn uitgeschreven, maar omdat hier niet veel van terug te vinden is, kan het zijn dat deze door bijzondere omstandigheden niet door is gegaan. *)
De rit gereden in 1907 was niet in wedstrijd verband doch er werd simpel een auto opgehaald welk men in snelle tijd volbracht en wat diende voor publiciteit Adrian met H.A.M. en reclame voor Delahaye. Overigens trok dat jaar de Peking-Parijs rally veel aandacht van de andere activiteiten weg.
Links de afbeelding uit de Auto die zich beperkte tot een korte mededeling met foto. Het missen van de persoon Frits Kaiser in artikelen bladen en kranten wil niet zeggen dat zijn aandeel niet belangrijk was, maar verkoos hij bewust om buiten de publiciteit te blijven. Kortom gestelde verhaal klopt in zeer grote lijnen, aandeel Frits Kaiser kan waarschijnlijk nog gevonden worden in de Koninklijke Bibliotheek bij notariële oprichtingsakten van desbetreffende bedrijven.
*) Die rit is wel degelijk doorgegaan, want in het blad "De Revue der Sporten" van 9 juni 1914 staat een uitgebreid verslag van deze rit te lezen. Ook deze rit was uitgeschreven door Auto-Leven en georganiseerd door P.J. Adrian. De reporter, Leo Lauer, reed mee met een Laurin & Klement, bestuurd door dhr. Sligting (van de importeur Sligting, Houwing & Co te Apeldoorn-Amsterdam). Het was de bedoeling de rit binnen de gestelde tijd van 13 à 14 uur te volbrengen. Zij deden er 14 uur en 48 minuten over.
