In het Bovag-blad van mei 1951 stond deze introductie van de Triro-Bestelwagen:
"Sinds enige tijd is in ons land een nieuwe bestelwagen aan de markt, nl. de TRIRO-driewieler, een Duits product van de TRIRO-fabriek te Möckmühl in Württemberg.
De alleen-vertegenwoordiging van deze wagens voor ons hele land is in handen van de N.V. Internationale Automobiel Maatschappij te Den Haag.
De krachtbron is de Triumph tweeslag dubbelzuiger-motor met een slagvolume van 248 cc. Het vermogen bij 3500 omw./min. is 9 pk. De motor is in rubber opgehangen en heeft geforceerde luchtkoeling, door middel-van een turbinewiel, dat op de krukas is gemonteerd. De verhouding benzine-olie van de mengsmering is 20 : 1. Doordat de uitlaat achter het onderstel uitmondt, ondervindt de bestuurder geen hinder van de uitlaatgassen. De meervoudige natte-platenkoppeling is zeer zwaar uitgevoerd en de versnellingsbak heeft drie versnellingen voor- en één achteruit. De cardanas is voorzien van twee schijfkoppelingen en drijft, via het differentieel de beide achterwielen aan. De TRIRO is dus een voorbeeld van een driewielige bestelwagen met aandrijving van de achterwielen in plaats van het voorwiel. De mechanische voetrem werkt op alle drie de wielen en de handrem werkt onafhankelijk op beide achterwielen.
De stuurinrichting is van het systeem Z.P.-Ross (worm en sector). De voorwielvering is uitgevoerd met twee sehroefveren en hier is ook een schokbreker gemonteerd. Aan de achterkant bevinden zich twee half-eliptische langsveren, die van voren draaibaar en van achteren schuivend zijn uitgevoerd. De toepassing van kleine banden (6.00 x 9) heeft een gunstige stabiliteit en wegligging en een geringe hoogte van de laadbak boven de grond tot gevolg; de laadhoogte is namelijk slechts 65 cm.
Tot de elektrische installatie behoren onder andere een 6-Volts Bosch dynamo met spanningregulator, een accu, een Bosch startmotor, twee koplampen, dubbele achterlichten, een stoplicht, controlelampjes voor de dynamo en het grote licht, de claxon en de richtingaanwijzers. Ook zijn er elektrische ruitenwissers gemonteerd. De dynamo zit opzij van de motor en wordt door een V-snaar aangedreven. De accu is onder de zitting gemonteerd. De onderbreker is van de cabine uit te bereiken.
De inhoud van de brandstoftank is 13 liter. De Bing carburator heeft een luchtfilter en het vlotteren geschiedt van de cabine uit. Als brandstofverbruik wordt opgegeven 1 : 20 en als maximale snelheid bij volle belasting 50 km/uur. De TRIRO wordt geleverd met een open en een gesloten laadbak.
Het eigen gewicht van dit nuttige bestelwagentje is laag, namelijk 480 kg. De nuttige lading is afhankelijk van de opbouw en varieert van 450 tot 550 kg. De totale lengte en breedte zijn respectievelijk 4,15 en 1,55 meter, de wielbasis is 2,93 en de laadhoogte, zoals reeds gezegd, 0,65 meter. De lengte, breedte en hoogte van de laadbak van het type 500 E zijn respectievelijk 2,01, 1,46 en 0,35 meter. Van het type 500 B zijn deze afmetingen respectievelijk 1,62, 1,24 en 1,09 meter. Tot de overige uitrusting behoren een reservewiel met band, een compleet stel gereedschappen, sleutels, een crick, een achteruitkijkspiegel en een snelheidsmeter met km-teller. Aan de ophanging van het voorwiel is, wat de uitvoering betreft, de nodige aandacht besteed. Dit was mogelijk; door het wegvallen van de voorwielaandrijving. Er is hier namelijk een zwaar geconstrueerde vork toegepast met lagering aan beide zijden van het voorwiel.
Doordat hier het voorwiel niet wordt aangedreven kan dit naar beide zijden ver worden doorgedraaid, wat natuurlijk zijn voordelen heeft.
In de cabine is plaats voor twee personen, die ruim kunnen zitten. De TRIRO, waarvan de afwerking zeer gunstig is, heeft in standaarduitvoering een zwart onderstel met lichtgroene bovenbouw. Levering in andere kleuren is, tegen extra betaling, mogelijk."
De Triro werd gemaakt van 1950 tot en met 1953, maar niet bekend is hoelang de I.A.M. deze driewieler heeft geïmporteerd.
Aanvulling 13 maart 2013: Volgens een overzicht van het CBS uit december 1951 (uit de collectie van Frans Vrijaldenhoven) zijn er in 1951 21 stuks geïmporteerd.