De Eerste Friesche Carrosseriefabriek H.J. Yntema, Workum
Obe IJntema (1852-1923) werkte als meesterknecht in de wagenmakerij van Andries Deinum in Workum. De twee konden goed met elkaar opschieten, zodanig dat Obe in 1876 de zaak overnam. De oude wagenmakerij groeide uit tot rijtuigenmakerij en later tot de fabricage van carrosserieën voor automobielen. Na het overlijden van Obe IJntema nam zijn zoon Haantje Jan Yntema (let op de veranderde schrijfwijze van de naam) de zaak over.
Uit ‘De Auto’ van 9 november 1922:
We leven op het oogenblik in een tijdperk, waarin “de hand des tijds zware builen slaat” en veel, wat vast leek als een rots en hard scheen als graniet, in puin is verbrokkeld. En juist in zoo’n periode doet het een mensch goed, wanneer hij weer eens een zaak ontmoet van ouderwetsche degelijkheid, een firma, die, zooals de Eerste Friesche Carrosseriefabriek, al meer dan 120 jaren aan den tand des tijds weerstand heeft geboden, een oude zaak dus en toch een firma met nieuwerwetsche begrippen, die van een frisschen geest getuigen.
Dat de heer Yntema iemand is, die met zijn tijd medegaat, blijkt wel uit het feit, dat hij bij de opkomst van het automobilisme direct zich is gaan toeleggen op het bouwen van carrosserieën, waarbij de meer dan honderdjarige ervaring der firma op rijtuiggebied een waarborg was voor solied en technisch hoog- staand werk.
Zoodra men te Workum het Zuideinde betreedt, ziet men al uit de verte waar men wezen moet, aangezien er bijna altijd eenige wagens voor den ingang van het pand staan. Het bedrijf zelf beslaat twee perceelen, die plm. 13 Meter breed en 30 Meter diep zijn. Het eene is geheel ingericht voor de reparatie, den verhuur en den verkoop van wagens; hier vinden we ook draaibanken, boor- en zaagmachines enz. In het tweede pand is het eigenlijke hoofdbedrijf gevestigd, n.l. de carrosseriefabriek met annex de bekleederij en de schilderswerkplaats.
In de carrosseriefabriek staan steeds een aantal wagens in verschillende stadia van bewerking. Bij ons bezoek konden wij een keurige landaulette-limousine bewonderen, die juist gereed was gekomen en door haar fraaie lijnen en solide afwerking zeer zeker kan wedijveren met veel goeds, wat wij in den laatsten tijd op dit gebied alzoo gezien hebben. Waar de heer Yntema uitsluitend werkt met geschoold personeel en zijn prijzen zoodanig zijn gesteld, dat hij zelfs met Duitschland kan concurreeren, terwijl last not least de bekende Friesche degelijkheid een niet te verwaarloozen factor is, zijn wij overtuigd, dat deze firma op carrosseriegebied nog veel van zich zal doen spreken.
Eind 1934 ging H.J. Yntema failliet, maar begin 1935 maakte zijn zoon Obe Yntema een doorstart, zie onderstaande twee berichten:
Meer lezen over het rijtuigverleden van Yntema? Zie de website van Hippomobielerfgoed.nl.