Een interview begin 2017 afgenomen door Fons Alkemade
In 2016 meldden zich bij de Conam per mail de heren Wim en Kees Christiaanse. Zij hadden oude documentatie gevonden van het bedrijf van hun vader, carrosseriefabriek Christiaanse te Haarlem. Begin 2017 heeft Fons Alkemade de heren opgezocht voor een interview en om de documenten te bekijken.
De geschiedenis van carrosseriebedrijf Christiaanse
Aan beide kanten van de familie zaten wagenmakers: de familie Vosse uit Heemstede en de familie Christiaanse uit Noordwijk. Kees: “Mijn vader [A.J. Christiaanse, geboren in 1898] is op 18-jarige leeftijd vertrokken naar Brussel want hij had wel in de gaten dat de wagenmakerij geen toekomst had. Hij ging daar werken bij een carrosseriefabriek. Daarvandaan is hij teruggekomen en toen heeft hij volgens mij nog een tijdje bij Spyker gewerkt in Amsterdam en ook bij carrosseriebouwer Schutter en Van Bakel. En daarna is hij voor zichzelf begonnen in de Lange Herenstraat in Haarlem. Dat heeft hij gedaan tot 1940.” Een broer van A.J. Christiaanse, Henk, was trouwens voor de oorlog nog steeds wagenmaker in Noordwijk: hij bouwde nog een enkele boerenwagen, maar repareerde bijvoorbeeld ook kruiwagens.
Het gezin woonde tot het begin van de oorlog boven de zaak, op nummer 36. Toen duidelijk werd dat de vlakbij gelegen fabriek van Beijnes – waar onder andere treinstellen werden gebouwd – doelwit zou worden van bombardementen, verhuisde men naar Heemstede. Vader Christiaanse sloot toen zijn zaak want hij wilde niet voor de Duitsers werken. Hij vond een baan als houtvester in de Keukenhof. Ongetwijfeld werd hij daarvoor mede aangenomen omdat hij als carrosseriebouwer een grote kennis had van hout. Wim vertelt dat er in de carrosseriebouw vooral iepenhout werd gebruikt.
Kees: “Toen de oorlog voorbij was in 1945 heeft hij met moeite zijn bedrijf weer teruggekregen van de Engelsen.” Maar vader was gewend geraakt aan het ‘vrije’ werken in de Keukenhof en zag het eigenlijk niet meer zo zitten, daar in die Haarlemse werkplaats vlak bij het station van Haarlem. Door een toeval is hij in 1950 in contact gekomen met een Duitse fineerfabriek die op zoek was naar iepenhout voor meubelen en begon hij te handelen in hout. Het carrosseriebedrijf hield hij wel aan, ook al leed het elk jaar weer verlies. Het idee was dat de oudste zoon, Dik, de zaak ging overnemen. Dat is ook gebeurd en het was deze Dik die het bedrijf later heeft verplaatst naar een nieuw pand aan de Cruquiusweg in Heemstede. Toen Dik later ging emigreren naar Canada, verkocht hij de zaak aan een firma in Rotterdam en uiteindelijk kwam het carrosseriebedrijf, nog steeds met de naam Christiaanse, in Nieuw-Vennep terecht. Later is dat bedrijf failliet gegaan.
De broers Kees en Wim kennen het bedrijf alleen van na de oorlog. Zij weten nog hoe de medewerkers, echte vaklieden, stalen geraamtes in elkaar zetten met elektrische lasapparatuur. Daarna werden daar gebogen houten platen – die met een wals gevormd waren – tegenaan bevestigd. De werkplaats was niet groot en een deel van het werk gebeurde daarom op straat. Op de vliering boven de werkplaats was het onderdelenmagazijn: bouten, moeren, enz. Op nummer 26 van de Lange Herenstraat is op een bepaald moment nog een spuiterij geopend. Het hout was waarschijnlijk opgeslagen bij houtzagerij De Eenhoorn in Haarlem en voor de belettering van de auto’s werd een specialist ingehuurd.
Ook uitdeukwerk werd gedaan bij Christiaanse evenals en het bouwen van trailers. Die laatste zorgden af en toe wel voor problemen want de Lange Herenstraat was niet breed en de ingang van de werkplaats ook niet. Met behulp van een krik werd een trailer dan ‘omgezet’ zodat hij de bocht kon maken.
Af en toe werd de opbouw van een DAF truck gedaan. Wim: “De DAF-fabrieken leverden de auto’s af als chassis met een frontje en verder niks. Een werknemer van vader ging dan met de trein en een kistje onder zijn arm naar Eindhoven en dan werd zo’n chassis opgehaald. Hij had dat kistje nodig om op te zitten. Hij was dik ingepakt, geen voorruit. Zo reden ze naar Haarlem toe; dat mag allemaal niet meer.”
Wie de overgebleven nota’s doorneemt, ziet dat er vooral Amerikaanse auto’s werden opgebouwd: Chevrolet, Ford, Chrysler. En ook grotendeels voor lokale firma’s, zoals wasserijen maar ook een vishandel in Volendam. De nota’s geven een mooi beeld van de werkzaamheden die werden verricht. Zo kom je dingen tegen als ‘knalpot gelast’ of ‘wielkast gemaakt van iepenhout’ of ‘spatscherm gelast’. Op de achterkant van sommige nota’s kom je dan een calculatie tegen, gewoon met de hand geschreven. Er is ook nog een blocnote waarop de gewerkte uren zijn genoteerd. Af en toe werden ook klussen gedaan voor carrosseriebouwer Mudde in Amsterdam; vader Christiaanse kende Mudde persoonlijk en leende zelfs geld van hem.
Veel medewerkers waren er niet. Er was een Tinus Kracht, de chef, en ene Spee, die goed kon uitdeuken (of was het lassen?) en nog een Teun. Ook moeder Christiaanse werd trouwens wel eens ingeschakeld, als er nog schilderwerk lag dat snel af moest. Wim en Kees deden ook wel klusjes: vegen, opruimen. Soms gingen ze mee met de handkar vol planken naar de Bakenessergracht, naar de zaag- en schaafinrichting aldaar. Op de planken was door Jan Pols op planken vormen getekend, waarbij hij zorgvuldig de noesten had ontweken. De oudste dochter, Mien, zat op het kantoortje.
Wat ook nog opduikt in het archiefje is een kasboekje van de Wagenmakers-Patroonsvereniging Haarlem. Vanaf 1916 verenigde zich een deel van de eigenaren van wagenmakerijen en koetswerkbedrijven en vader Christiaanse is daar op een bepaald moment ook lid van geworden. In de crisistijd van de jaren dertig waren er nog maar zeven leden.
Van de firma Christiaanse resten foto’s, oude nota’s en herinneringen. Het pand in Haarlem staat er nog wel; er zit nu een fietsenzaak in. Een lintzaag die daar ooit gestaan heeft, schijnt nu bij een carrosseriebouwer in Nieuw-Vennep te zijn. En wie weet, duikt er ooit nog eens een product van Christiaanse op. En dat toch best eens kunnen want tot veler verbazing kwam er begin 2017 bij de Conam bericht binnen uit Tsjechië van een man die een Oldsmobile te koop aanbood. De carrosserie van deze kleine vrachtauto bleek ooit te zijn gebouwd door de firma Th. Janssen uit Santpoort, bij Haarlem. Volgens de broers heeft een Theo Janssen uit Santpoort hun vader ooit geld geleend om zijn bedrijf op te zetten in de jaren twintig.
Bronnen:
- interview van Fons alkemade met Kees en Wim Christiaanse op 25 januari 2017
- Christiaanse-archief bij het NCAD
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het NCAD Magazine voorjaar 2018
Christiaanse is eind 1989 overgenomen door Stokvis Carrosserie te Nieuw-Vennep, die op zijn beurt in 2006 is overgenomen door Karhof te Purmerend.
Hieronder nog enkele carrosserieën gebouwd door Christiaanse