Carrosserie op een Chevrolet voor bodedienst Poppen, midden jaren dertig. (Bron foto: Gronings Archief).
Jan Cornelis Otten startte in 1848 aan het Loeg 37 te Muntendam met de fabricage van kruiwagens. Via hondenwagens, wagens voor de paardentractie en rijtuigen voor de rijke boeren kwam men tot de carrosseriebouw voor de auto. Enkele van de in die tijd vervaardigde koetsen zijn nog te zien in het Rijtuigmuseum in Leek.
In 1857 kreeg Jan Cornelis hulp van zijn oudste zoon, die eveneens Jan Cornelis heette. Onder diens leiding groeide het bedrijf gestaag. In 1880 werkte men reeds met vijf mensen in het bedrijf. De crisisjaren rond 1920 kwam het bedrijf redelijk ongeschonden door. De gebroeders Jan Cornelis en Barend Otten (kleinkinderen van Jan Cornelis senior) besloten na de crisisjaren over te schakelen van constructies in hout naar ijzer en startten als de gebroeders Otten met de carrosseriebouw. Ze bouwden fraaie carrosserieën op allerlei trucks en zelfs een enkele autobus werd er gefabriceerd. Ook een paar ambulances en enkele brandweerwagens zagen het daglicht in Muntendam. Na een paar jaar kwamen er steeds minder opdrachten voor brandweerwagens binnen, zodat men noodgedwongen op zoek ging naar andere werkzaamheden.
In 1938 kregen de gebroeders Otten de eerste opdracht voor de bouw van een caravan. Opdrachtgever was de Groningse rijwielhandelaar Wiekel, die zelf het onderstel leverde. Voorlopig bleef het bij de bouw van deze ene caravan, want in 1940 werd het bedrijf door de oorlog bijna volledig lamgelegd. Door de Duitsers werd men belast met het maken van klompzolen voor versleten klompen. Zij kregen het recht te beslissen of de versleten klompen van de Muntendammers voorzien moesten worden van klompzolen of dat men in aanmerking kwam voor een bon, waarop men nieuwe klompen aan het gemeentehuis kon verkrijgen.
In de winter van 1948 besloot men voor eigen gebruik een caravan te bouwen. Tijdens de eerste caravantentoonstelling (Goed Kamp) in 1950 te Amsterdam lieten de gebroeders Otten hun mogelijkheden op caravangebied zien. Tot hun verrassing zagen ze dat ze met hun eigen ideeën en vindingen op de goede weg waren. De winter daarop bouwden de Ottens reeds zes caravans. Met de stijging van de conjunctuur nam de vraag naar caravans toe. Het maken van carrosserieën werd meer en meer naar de achtergrond verschoven en in 1959 werd besloten zich definitief toe te leggen op de caravanbouw. Uiteindelijk bedroeg de productie ca. 250 caravans per jaar. Door familieomstandigheden werd de productie in Muntendam gestopt en zo eindigde in 1970 een markant familiebedrijf. Er is nog steeds een grote groep fans van de Otten Caravan, het is een caravan geworden voor de echte liefhebbers van historische caravans. Momenteel zijn er nog ca. 1000 caravans van dit merk in Nederland te vinden.
Tekst Adriaan Kriek
Met dank aan:
- Armand Bastin, archivaris NCAD
- Stichting Archief Muntendam