logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

Hino Nederland N.V.

Circus Hino v/h N.V. Automobiel Fabriek Nederland

door Paul Vlemmings

“Volgend jaar wil de directeur J.C.M.A.M. Deuss jr. van de Automobiel Fabriek Nederland (geen typisch Japanse naam) in Vlissingen al 8.000 Hino personenauto’s assembleren, die voor de hele Euromarkt bestemd zijn. Deze Hino-activiteiten binnen de EEG zullen zich vooral tot de Benelux uitstrekken.” Aldus Sicco de Jong in Elsevier van 2 juli 1966. Het zouden er echter geen 8.000 worden. Bij lange na niet.

De geschiedenis van Hino begint in 1910 met de oprichting van de Tokyo Gas- en Elektriciteitsmaatschappij. Al in 1913 wordt de eerste truck geproduceerd. Na een aantal fusies wordt in 1942 de automobieltak verzelfstandigd tot Hino Heavy Industries. Zo’n tien jaar later (1953) wordt de eerste personenauto gebouwd onder licentie van Renault. Pas in 1961 rolt de eerste eigen personenwagen van de band: de Hino Contessa. Hierbij wordt nog wel gebruikgemaakt van de van Renault overgenomen techniek van een achterin geplaatste motor en aandrijving op de achterwielen.
In 1962 staat deze door de Italiaan Giovanni Michellotti ontworpen wagen voor het eerst op Europese bodem. De (het) salon van Turijn had die primeur. Hoewel de wagen in ons land nog niet leverbaar is, wordt er toch waarderend over de achterwiel aangedreven en dito gemotoriseerde aanwinst geschreven. “Hino is een der Japanse fabrieken, die een kleine auto (900 cc) vervaardigen, een karretje dat er technisch waarlijk nog niet zo onappetijtelijk uitziet. Omdat het voorlopig toch niet te leveren is, vervelen we u niet met de bijzonderheden.
Maar het leuke is en het is psychologisch goed te zien, dat Hino door de beroemde carrosserie-ontwerper Michellotti een pracht van een koets heeft laten ontwerpen, zodat iedereen die de Japanse auto bekijkt, stomverwonderd staat en denkt: hoe is ’t mogelijk, dat ze in Japan al zover zijn.” Om even later te verzuchten: “… wij hadden iets dergelijks ook bij onze vrienden uit Eindhoven van DAF ook graag aanschouwd.” [1] In 1966 werden deze waarschijnlijk onbedoeld profetische woorden overigens alsnog werkelijkheid, met de introductie van de eveneens door Michelotti ontworpen DAF 44. En in de jaren negentig flirt vrachtwagenproducent DAF nog kort met Hino, maar tot een samenwerking komt het uiteindelijk niet.


van Parijs via Nijmegen naar Vlissingen
Het debuut van Hino in Nederland is eind 1965; het is daarmee de vierde Japanner in ons land na Isuzu en Nippon (al in 1963) en Toyota (1964). Eerder dat jaar heeft de Nijmeegse Citroëndealer Deuss op de autosalon in Parijs de vertegenwoordiging voor de Benelux van het merk losgepeuterd. Deuss is niet alleen Citroëndealer (een bedrijf dat hij van zijn vader overneemt): zijn geld verdient hij vooral door de verkoop van kant-en-klare benzinepompen met vergunning aan de diverse oliemaatschappijen. Bij de introductie van de Hino op donderdag 11 november 1965 in het Amsterdamse Hilton hotel worden ook ambitieuze plannen bekendgemaakt.
Voorlopig zullen de Hino’s compleet uit Japan worden geïmporteerd. Maar inmiddels zijn er concrete plannen om in de Vlissingse Sloehaven een heuse assemblagefabriek te bouwen. Vanuit die fabriek zullen de Hino’s hun weg vinden naar geheel West-Europa. Het zijn overigens niet de eerste plannen van Hino om in Europa een dergelijke fabriek op te zetten; al in 1963 circuleren er plannen om dat te doen in Rome. Dat de Japanners op zoek zijn naar assemblagemogelijkheden komt door de hoge invoerrechten waarmee de Europese landen de eigen industrie beschermen. Bijkomend voordeel zijn de lagere transportkosten.

ambitieuze plannen
In Vlissingen wordt van het havenschap een terrein van 40.000 m2 gepacht. Daarop moeten uiteindelijk twee assemblagehallen verschijnen. In de eerste hal van 1.500 m2 zullen vanaf begin maart 1966 de eerste trucks van de band lopen. Totaal dat jaar zo’n 300. De eerste personenwagens zullen op z’n vroegst in 1967 van de band komen. Tot die tijd zullen ze rechtstreeks uit Japan geïmporteerd worden. De totale assemblageruimte meet uiteindelijk 7.500 m2. Ook komt er een magazijn van 5.000 m2, kantoorruimte, een testbaan met een lengte van één kilometer en een ‘modern’ servicestation (uit de berichtgeving valt helaas niet op te maken wat er met servicestation bedoeld wordt). Voor de distributie van de geassembleerde Hino’s is voorzien in een distributiecentrum in Antwerpen. Er zijn inmiddels ook al 25 dealers in Nederland aangesteld. Binnen vijf jaar verwacht men 1.500 vrachtauto’s en 10.000 personenwagens per jaar te kunnen assembleren. Er wordt gestart met 60 tot 80 man, met in het begin assistentie van Japanse technici. Binnen vijf jaar moet het aantal werknemers groeien tot 300 à 400. Bij de gemeente Vlissingen is inmiddels een zestigtal woningen aangevraagd voor de personeelsleden.

hino-1966-hinoPubliciteitsfoto 1966.
 
Het vehikel voor deze plannen is de N.V. Automobielfabriek Nederland (later wordt dit Hino Nederland N.V.). Jan Deuss wordt voorzitter van de Raad van Bestuur van deze vennootschap. Als andere leden van de Raad worden genoemd de heren J. van der Pijll en A.C. den Boer. Vader Deuss wordt president-commissaris en A. Jongens uit Heemskerk wordt algemeen directeur. Over de financiering zijn de berichten minder eenduidig. Enkele spreken over een financiering met geheel Nederlands kapitaal. De AMRO Bank zou er voor vijf miljoen gulden in zitten. Andere berichten spreken echter over een investering van één miljoen gulden door Hino Motors A.G. Zwitserland. De directe investeringen in de assemblagefabriek in Vlissingen bedragen 2,2 miljoen gulden. Het totale maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is vijf miljoen gulden.
Vooruitlopend op de definitieve bouw wordt in november 1965 gestart met een noodvestiging in Vlissingen. Begin 1967 zal dan de assemblage in de definitieve fabriek van start moeten gaan. Gestart wordt met de assemblage van trucks en bussen. Motoren en chassis komen rechtstreeks uit Japan. De cabines worden in eigen beheer vervaardigd. De overige onderdelen worden betrokken van Nederlandse toeleveranciers en van elders uit Europa.
Naast de fabriek hoopt men in de toekomst ook te kunnen beschikken over een eigen kaderuimte. Daar kunnen dan de producten uit Japan worden ingevoerd en de geassembleerde automobielen weer worden verscheept. Voor die aan- en afvoer zijn inmiddels contracten gesloten met de Mitsui-Lijn uit Japan en rederij Wallenius uit Zweden. Voor het transport naar het distributiecentrum in Antwerpen wordt gebruikgemaakt van platte dekschuiten.

Hino 19660924 hinoAdvertentie september 1966

hino 1966 assemblageDe Hino in 1966. 

een en al feest

Op de BedrijfsautoRAI van februari 1966 maken de eerste drie Hino trucks hun debuut. Een KM zescilinder drietonner met kantelkabine, een KC 7,5 tonner en een tientons TH. De levering start in maart van dat jaar, waarbij dan ook de Contessa 1300 personenwagen leverbaar wordt. Omdat de assemblage in Nederland nog van start moet gaan, worden de eerste wagens nog volledig geassembleerd uit Japan betrokken. Twee maanden later is het weer feest. Op 27 april 1966 wordt de eerste steen voor de nieuw te bouwen fabriek gelegd door commissaris van de koningin mr. J. van Aartsen. De planning is nog steeds dat begin 1967 de assemblage in de definitieve fabriek zal starten. Inmiddels zijn er ook plannen voor de vestiging van eigen garagebedrijven in Goes, Middelburg, Terneuzen en in Vlissingen
zelf. Voor de uitbouw van deze (onroerend goed) activiteiten wordt R.J. Zijlstra (secretaris van de gemeente Vlissingen) aangetrokken. Er worden naar verwachting van Deuss zo’n 150 à 200 trucks gebouwd in 1966. Trots wordt gemeld dat de productie voor de eerste drie maanden al is verkocht.

HINO-truckassTruck assemblage.

hino truck assemblageTruck assemblage.

In mei 1966 is het dan zover. De eerste Hino trucks worden geassembleerd in de voorlopig nog provisorische assemblagehal in Vlissingen. Het resultaat van die nijverheid wordt op 13 juni van dat jaar feestelijk gepresenteerd. Het decor voor deze presentatie is de golfplaten noodloods op een verder nog maagdelijk braakliggend terrein. De plannen blijven groots. Maar liefst 8.000 personenwagens bestemd voor Europa zullen in 1967 in de fabriek geassembleerd worden. Tot zover het goede nieuws. Eind van het jaar 1966 wordt duidelijk dat Toyota (inmiddels eigenaar van Hino) vergaande plannen heeft. De personenwagenproductie bij Hino wordt op termijn gestaakt, waardoor Hino zich voortaan zal toeleggen op bedrijfswagens en autobussen.

Hino 1966 06 13 hinoPresentatie van de eerste in Nederland geassembleerde Hino truck op 13 juni 1966. (bron: GVN/NCAD). 

stand gered, Hino Nederland N.V. overleden

Ondanks de aankondiging van de teloorgang van de personenwagenproductie, wordt op de RAI van februari 1967 een primeur voor Nederland gepresenteerd: de Hino Contessa 1300 coupé.

afb 3 Hino 2015 05 09 afbeelding 4
Ook worden de eerste verkoopcijfers bekend. In de laatste maanden van 1965 zijn zeven wagens op de markt gezet. Het jaar 1966 wordt afgesloten met 144 verkopen. Het aantal dealers in Nederland is inmiddels gestegen van 25 naar 70. Van een feest is echter geen sprake. Daags voor de opening van de RAI op 16 februari is de stand van Hino nog leeg. Volgens Hino zelf omdat ze ruim baan geven aan andere standhouders om hun wagens naar binnen te rijden. Volgens anderen vanwege geruchten dat er financiële moeilijkheden zijn. Op het nippertje echter wordt de stand betaald en kan stand nummer 6 worden ingericht.
Volgens commissaris Deuss sr. zijn ze daar om half acht ’s avonds voor de opening mee klaar. Diezelfde dag wordt echter ook het faillissement aangevraagd door drie gedupeerde leveranciers (Handelsonderneming Ruys, Nijgh en Van Ditmar Reclame en transportonderneming Van Gend & Loos) en de AMRO Bank. Deuss junior laat nog weten dat van een faillissement geen sprake is en dat de bouw van de fabriek in Vlissingen geen enkel gevaar loopt. Na de eerste steenlegging is er echter geen enkele andere steen meer gemetseld.
Op de dag van de opening probeert een van de toeleveranciers van Hino Nederland nog beslag te leggen op de kersvers ingerichte stand, maar dat mislukt omdat die stand door een bank is gefinancierd. De rechtbank in Arnhem spreekt diezelfde dag nog het faillissement uit van de heer J. Chr. Deuss te Nijmegen, enig firmant van Hino Nederland. Saillant: hoewel steeds gesproken is over Hino Nederland N.V., blijkt dat de ministeriële goedkeuring voor het oprichten van deze vennootschap nog steeds niet is verleend! Vandaar het persoonlijke faillissement van Deuss jr. De totale schuld blijkt uiteindelijk 5½ miljoen gulden te bedragen.
De curatoren vragen ontslag aan voor de ongeveer veertig man personeel bij de fabriek in Vlissingen en de verkoopafdeling in Nijmegen. De geruchten over het aanstaande Hino-faillissement zijn in de dagen ervoor al aanleiding voor de nodige stappen. De exportmanager van Hino Motors Japan is met enkele medewerkers inmiddels aangekomen in Nederland. Ook Toyota importeur Louwman en Parqui wordt ingeschakeld. Hun zusterbedrijf G.I.V.A. (Gecombineerde Import Van Automobielen) wordt belast met de import- en serviceactiviteiten voor Hino in Nederland. Zij zullen ook de nog niet geassembleerde trucks in elkaar zetten en nog een honderdtal Hino-auto’s overnemen die nog aan de haven in Rotterdam staan (er zijn ook berichten dat het over 200 auto’s zou gaan). Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat G.I.V.A. ook de assemblageactiviteiten in Vlissingen gaat overnemen. Wat nog wel wordt overgenomen, is blijkbaar een stapel folders. Met stift wordt hierin afzender Hino Nederland N.V. onzichtbaar gemaakt en met een stempel wordt de naam van de nieuwe importeur vermeld.

afbeelding 4 hinoDe aangepaste folder

na de vuile was weer in de olie
Voor het personeel is het faillissement aanleiding een boekje open te doen over de gang van zaken bij de Automobielindustrie Hino Nederland. Van de voorgestelde, en door de accountant goedgekeurde, administratie wordt slechts dertig procent uitgevoerd, zo wordt beweerd. Voor het overige wordt het een janboel, een verzameling kladpapiertjes. Ook krijgen velen geen aanstellingspapieren en als de kassier toevallig met vakantie is, wordt geen salaris uitbetaald. De bestelling van een eerst op stel en sprong hoogst noodzakelijke hefbrug wordt een week later alweer doodleuk geannuleerd. En als toeleveranciers klagen over het uitblijven van betaling, meldt de directie dat er al betaald is, wat later weer niet waar blijkt te zijn. In oktober 1966 ligt daardoor de productie stil, omdat er geen benzinetanks en banden meer zijn. Leveranciers trekken zich terug en ook Hino Japan stuurt een telegram met daarin de eis alle schulden te voldoen, want anders wordt de band verbroken (januari 1967). Kortom, zo worden enkele werknemers geciteerd: “Je werkte in een dollehuis.”, “We stonden voortdurend voor schut” en “Je durfde nergens meer je gezicht te laten zien.” [2]. In de Metaalkoerier, het blad van de Algemene Nederlandse Bedrijfsbond voor de Metaalnijverheid en Electrotechnische Industrie, wordt het bondig samengevat: “Wie het verhaal hoort moet aan een circus, een operette denken.”
Ook het dealerfront reageert. Zo vertelt garagehouder Van Rijssel uit Rijswijk: “Ik had twee Hino’s besteld. Deuss belde me op en zei: Ze zijn onderweg. Betaal je meteen? Ik zeg: natuurlijk handje contantje. Ik maak het geld telefonisch over. Maar ik kreeg geen auto’s. Twee weken later ben ik met mijn zoon zelf naar Vlissingen gegaan. Ik heb zo’n beetje moeten inbreken in een loods om tenminste nog één wagen te redden. De volgende dag waren ze failliet. Naar mijn 7000 gulden kan ik fluiten.” [3].
De curator zal bij de afwikkeling van het faillissement nog melden dat er grote kredieten zijn verleend omdat men dacht van doen te hebben met een Naamloze Vennootschap (die er dus uiteindelijk nooit is gekomen) en omdat de indruk werd gewekt dat de Japanse Hino-fabrieken volledig achter het bedrijf stonden.

hini 1966 07 02 hinoTweemaal misleiding in beeld: het was geen N.V. en Hino Motors A.G. was niet betrokken. (bron: Elseviers Magazine, 2 juli 1966).

De vraag blijft of er ooit een aanvraag is gedaan voor het oprichten van een N.V. En, zo ja, wat de reden is geweest voor het uitblijven van een ministeriële goedkeuring daarvan. Van de eerste berichten over de vennootschap, augustus 1965, tot aan de faillissementsaanvraag in februari 1967 zit een periode van maar liefst anderhalf jaar. Zo langzaam malen ambtelijke molens ook in die tijd toch echt niet.
Ook de rol van Hino zelf blijft wat mysterieus. Financieel zijn ze niet betrokken, maar er worden wel onderdelen voor de assemblage geleverd. Tegenover de totale schulden van 5½ miljoen gulden staat bij het afsluiten van het faillissement slechts 230.000 gulden aan baten! De afwikkeling van het in 1967 aangevraagde faillissement duurt tot juli 1972. Het persoonlijk faillissement van Deuss wordt dan opgeheven. De faillissementservaring is voor Deuss echter geen reden om niet onverdroten verder te gaan. Hij pakt zijn oude stiel weer op en richt samen met zijn vader en met zijn zus dit keer JocOil (Johannes Own Company) op. Later wordt dit bedrijf omgedoopt in Transworld Oil. Met dit bedrijf en met zijn eigen bank (First International Curaçao Bank) zal John Deuss, zoals hij inmiddels genoemd wordt, nog vaak de pers en de rechtbank halen. Ook de naam Hino blijft nog geruime tijd aan hem verbonden. Paardenman Deuss (“Ik kon me na een drukke dag heerlijk bij de paarden ontspannen.” [4]) geeft een van zijn viervoeters de naam Hino Contessa en haalt daarmee nog enkele jaren de sportkolommen.

308 wagens inclusief stuiptrekking
Met G.I.V.A. als nieuwe importeur houdt Hino het nog bijna twee jaar in Nederland uit. Het eerste G.I.V.A.-jaar (1967) levert nog 140 verkochte Hino-personenwagens op. In 1968 daalt dit tot slechts zestien verkochte exemplaren. Er volgt er nog zegge en schrijven één in 1969. Daarna houdt het definitief op. Met die ene stuiptrekking uit dat laatste jaar meegerekend, komt het totaal aantal Hino-personenwagens op de weg dus 308. Het aantal verkochte vrachtwagens is onbekend, maar zal een fractie hiervan zijn. En daar dan weer een fractie van is daadwerkelijk in Nederland geassembleerd. Met dank dus aan de nooit opgerichte Automobiel Industrie Hino Nederland N.V.

noten:
[1] Limburgs Dagblad, 17 november 1962.
[2] Provinciale Zeeuwse Courant, 25 februari 1967.
[3] Elseviers Magazine, 4 maart 1978.
[4] Idem.

bronnen:
- de genoemde artikelen gevonden via delpher.nl, elsevier.nl, geheugenvannederland.nl en krantenbankzeeland.nl
- B.H. Heldt: 80 Jaar Nederlandse automobielindustrie (Peters, Deventer, 1976)

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Conam Bulletin nr. 3, september 2015 onder de titel 'Het Hino Debacle'.

Hino sloehaven vlissingenDe opslag in de Sloehaven te Vlissingen.

hino-contessa-1500Advertentie oktober 1966.

hino-File3647-hinoAdvertentie februari 1967.