De Cadillac dealer uit Delft met de toepasselijke naam Cadillac Garage verhuisde naar Amsterdam, naar de Stadhouderskade nummer 29, vanaf dat moment heette het bedrijf Cadillac-House. De importeur van Cadillac was K. Landeweer uit Utrecht. Het aantal Cadillac’s in Nederland was niet zo groot en Cadillac-House ging zelf een merk erbij importeren. Het werd de Glide, nu een volkomen vergeten merk dat door The Batholomew Compagny uit Peoria in Illinoise gebouwd werd. De wagens waren uitgerust met een 40pk, 6 cilinder motor van het fabrikaat Rutenber.
Het merk heeft bestaan van 1903 tot en met 1920.
Eén van de wagens werd als chassis geïmporteerd en daarop bouwde Cadillac-House zelf een carrosserie. Het werd een voor die tijd modern ogende open toerwagen waarbij de linnenkap in ingeklapte toestand helemaal in een omhulsel verdwijnt. Cadillac-House noemde het model “Ceha” (C-H van Cadillac-House). Door het blad Auto-Leven werd de wagen omschreven als het “Post-War” model. Het geheel zag er veelbelovend uit maar Glide had zijn langste tijd gehad en verdween in 1920. Cadillac-House heeft het in 1919, na de oorlog nog geprobeerd met het Engelse merk GN maar is in het zelfde jaar nog ter ziele gegaan.
tekst: Ed Beekman (Conam Bulletin 19-3, d.d. september 2009)
Het merk heeft bestaan van 1903 tot en met 1920.
Eén van de wagens werd als chassis geïmporteerd en daarop bouwde Cadillac-House zelf een carrosserie. Het werd een voor die tijd modern ogende open toerwagen waarbij de linnenkap in ingeklapte toestand helemaal in een omhulsel verdwijnt. Cadillac-House noemde het model “Ceha” (C-H van Cadillac-House). Door het blad Auto-Leven werd de wagen omschreven als het “Post-War” model. Het geheel zag er veelbelovend uit maar Glide had zijn langste tijd gehad en verdween in 1920. Cadillac-House heeft het in 1919, na de oorlog nog geprobeerd met het Engelse merk GN maar is in het zelfde jaar nog ter ziele gegaan.
tekst: Ed Beekman (Conam Bulletin 19-3, d.d. september 2009)