Sieberg heeft in 1945 en 1946 al jeeps ingevoerd. Dit waren gebruikte jeeps uit geallieerde dumpvoorraden. In 1946 zijn de eerste Universal Jeeps ingevoerd om de mogelijkheden voor de landbouw en industrie te demonstreren.
Na de oorlog kwamen de bedrijfsactiviteiten bij de firma H.C.L. Sieberg pas goed op gang toen in 1946 een kavel van 1420 jeeps uit een Amerikaanse dump bij Reims na lang onderhandelen kon worden gekocht. De jeeps konden op korte termijn worden geleverd. Later in het jaar kocht Sieberg nog een kavel van 935 stuks uit een dump in Noord-Frankrijk. Verder is nog een kavel van 109 stuks bekend afkomstig van een dump gelegen in Duitsland.
Directeur L.F.J. Mählmeijer ging in mei 1946 naar Willys-Overland in Toledo om zich te verzekeren van voldoende toelevering van reserveonderdelen. Tijdens het bezoek kreeg hij uitgebreid voorlichting van salesmanager Charles S. Dennison over de civiele versie van de jeep die reeds tijdens de oorlog was ontwikkeld voor toepassingen in de landbouw en industrie. Het eerste productiemodel rolde in juli 1945 van de assemblagelijn in Toledo. De officiële benaming is Willys Universal Jeep model CJ 2A; in Nederland werd de civiele versie bekend als de 'vredesjeep'. Vele gegadigden hadden reeds serieuze belangstelling getoond.
De Nederlandse overheid was door het tekort aan deviezen uiterst terughoudend en gaf aanvankelijk alleen toestemming om enkele vredesjeeps te importeren voor demonstraties in het land en proefnemingen. Begin augustus 1946 kwamen de eerste vier in Rotterdam aan. Nog dezelfde week loste het eerste binnenschip uit Frankrijk 328 oorlogsjeeps bij het Gemeentelijke Handelsentrepot van Amsterdam. Op 14 augustus 1946 toonde Sieberg de nieuwe vredesjeeps aan de districtsvertegenwoordigers voor het Tropenmuseum in Amsterdam. Begin oktober 1946 was een vertegenwoordiging van het Ministerie van Landbouw aanwezig bij een belangrijke demonstratie op landgoed De Olmenhorst in Lisserbroek (Haarlemmermeer). Het ministerie beschouwde de vredesjeep als een landbouwwerktuig en had eind 1946 de import van twee contingenten van ieder 200 stuks toegestaan. Het duurde echter nog tot februari 1947 voordat de eerste zending in Rotterdam werd gelost en met binnenschepen naar Amsterdam werd overgebracht. Het merendeel van deze jeeps kreeg een bestemming in de landbouw.
De (gekleurde) illustratie is de voorpagina van een folder die de fa. H.C.L. Sieberg in 1948 heeft uitgegeven van de Jeep-line op dat moment. De folder is gevouwen en heeft vier pagina's waarvan de voorste het meest interessant is. De binnenpagina's bevat een nadere omschrijving van de voertuigen die op de voorpagina worden aangeboden. Daarnaast een stuk dat uit de folder kan worden geknipt om de importeur het voornemen tot aanschaf kenbaar te maken, mits een aankoopvergunning is of wordt aangevraagd. De datering 1948 is dan onvermijdelijk, omdat per 1 januari 1949 de vereiste aankoopvergunning niet meer nodig was en de Willys Jeepster in 1948 werd geïntroduceerd.
De folder is ook verschenen in de vorm van een reclamebulletin met een geperforeerde strook voor melding aan de importeur. De voertuigomschrijving ontbreekt erin, maar er is kwalitatief goed papier gebruikt zodat het geheel er wat beter uitziet dan de folder.
Een proef in 1948 om de Universal Jeeps in Amsterdam te assembleren bleek niet rendabel en bleef beperkt tot ruim 100 exemplaren. Daarna betrok Sieberg de Universal Jeeps uit België. De assemblage gebeurde bij het constructiebedrijf S.A. Ateliers de la Dyle in Leuven, een bedrijf dat vooral bekend was van de bouw van spoorwagons. De Universal Jeeps kwamen niet alleen terecht in de landbouwsector, maar ook in het bedrijfsleven en bij de overheid.
De Gebroeders Kronenburg in Culemborg maakte een Nederlandse versie van de brandweerjeep. De wagen werd in augustus 1947 bij de brandweer van Amersfoort beproefd en in het daaropvolgende jaar aangeschaft.
De folder "Wij op het land met onze Jeep" verscheen in 1948. Op de achterzijde werden twee toepassingen vermeld die voor de Nederlandse markt waren ontwikkeld.
Advertentie uit het weekblad De Boerderij van 1949 waarin de Universal Jeep door Sieberg wordt aangeprezen. De meeste advertenties voor jeeps (zowel dumpjeeps als de civiele uitvoeringen) zijn echter door dealers in plaatselijke kranten.
Collage van de folder die H.C.L. Sieberg NV in 1949 heeft uitgegeven van de personenauto's die toen door hen werden gevoerd. De rechtsvorm van Sieberg werd in 1949 een NV en dat blijkt ook uit de voorkant van de folder. De folder toont een afbeelding van een Willys Universal Jeep, model CJ-2A waarvan de laatste exemplaren in 1949 zijn ingevoerd.
Advertentie uit het Bovag Blad 1950. Deze Jeepmotoren waren afkomstig uit een bij de kust van Italië getorpedeerd schip en hadden forse schade opgelopen. Deze motoren zijn door Sieberg gerevideerd; de meeste ervan zijn naar Zweden geëxporteerd.
Hieronder drie pagina's uit een Bedrijfswagenfolder van Sieberg, de datum is waarschijnlijk 1950 of 1951. Daarna gebruikt Sieberg de gestileerde S in de vorm van een personenwagen als logo. Voor 1950 kan niet in verband met het model Universal Jeep CJ-3A die voor de zgn. Jeep-A-trench staat afgebeeld. De folder is in de vorm van een strip gemaakt.
Met dank aan Jan Hogendoorn