De Franse fabrikant Somua had in 1914 het merk Schneider overgenomen (maker van de bekende Parijse autobussen). Deze chassis waren populair bij fabrikanten van voertuigen voor gebruik bij gemeenten, zoals veegauto's, sproeiwagens, vuilniswagens, en dergelijke. Bijvoorbeeld Laffly en Scemia kochten de chassis van Sumoa, zetten er hun eigen carrosserie op en verkochten deze als Laffly-Schneider en Scemia-Schneider of als Scemnia-Sumoa en Laffly-Sumoa.
Een aantal van deze Scemia chassis werden gekocht door de Haagsche Tramweg Maatschappij (HTM) die er bij Pennock een 24-persoons bus carrosserie op liet zetten (klik hier voor een uitgebreide beschrijving). Volgens een van de advertenties hieronder zijn er tien aan de HTM geleverd en drie aan de Centrale Auto Omnibusmij. Ergens moeten er nog minstens vijf geleverd zijn want in oktober 1926 telde het Nederlandse wagenpark achttien Scemia Auto-Omnibussen.