Het mislukte Belcar-avontuur heeft de Scheveningse autohandel Van Beekum en Oosterveer NV niets dan schulden opgeleverd, die de firma denkt te kunnen aflossen middels de winst uit de productie van een kleine sportauto. Voortbordurend op het eerder gemaakte Belcar-chassis last bedrijfstechnicus Han van der Blij wederom een buizenchassis in elkaar, nu voor een vierwieler met een voor de achteras geplaatste Rotax tweetaktmotor. Meubelmaker Stapel vervaardigt voor het eerste prototype uit hout en triplex een mal. De polyester carrosseriedelen zijn afkomstig van de Haarlemse firma Edilon. Februari 1957 verschijnt Edilon ermee op de kunststofbeurs Macro Plastic in de RAI, teneinde de mogelijkheden van polyester als materiaal voor de auto-industrie te promoten. Het prototype met de onvoltooide carrosserie draait proefronden op Zandvoort. Hoewel daar de perfecte wegligging van de auto met middenmotor blijkt, slaat men voor de definitieve uitvoering een andere weg in. Van der Blii maakt een nieuw chassis met een tweecilindermotor, die net als veel andere mechanische componenten afkomstig is van de BMW 600. Op het chassis komt een stalen binnenbeplating. Meubelmaker Stapel maakt een nieuwe houten mal, de vervaardiging van de definitieve polyester carrosserie wordt overgelaten aan het Oldenzaalse kunststofbedriif Plasticon. Gietwerkindustrie Faassen maakt Uit gietaluminium de voorruitomliisting en de grille, plaatwerker Lambooy de hardtop, vreemd genoeg uit plaatstaal.
De financiële basis van Puck van Beekums autohandel wordt, nu er ook flinke geldsommen in de ontwikkeling van de Citeria moeten worden gestoken, steeds wankeler, Van Beekum dicht het ene gat met het andere. Zijn bankier, de Zuidhollandse Bank, wordt ongeduldig waardoor de presentatie voor pers en tv versneld plaatsvindt op maandag 17 november 1958. De Citeria wordt voor een tv-uitzending op zijn kant door de deuropening van studio Irene gedragen. De perspresentatie vindt met veel tamtam plaats op het Zandvoortse circuit, in aanwezigheid van prominenten als Stirling Moss en Carel Godin de Beaufort. De auto krijgt een positief onthaal en lijkt goede kansen te hebben, tot enkele dagen later initiatiefnemer Van Beekum wordt gearresteerd. Er blijken vier valse wissels voor een totaalbedrag van 427.000 gulden te zijn geïnd, wat Van Beekum komt te staan op tweeënhalf jaar gevangenisstraf. Hij vraagt daarop zijn faillissement aan en de twee Citeria-prototypes gaan naar de Delftse autosloper Westdorp aan de Brasserkade. Het eerste prototype doet nog enige tijd dienst als transporter op het sloopterrein, maar gaat uiteindelijk verloren. Het Citeria presentatiemodel wordt compleet verkocht aan iemand die de auto enkele jaren gebruikt, dan concludeert dat de inruilwaarde nihil is en hem daarom in een hoek van de garage opslaat. Halverwege 1991 heeft deze eigenaar de Citeria volledig gerestaureerd. De auto nu in een staat zoals die bij de eerste presentatie had moeten zijn.
(Bron: Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland. Uitgeverij Waanders, 1993, ISBN 90.6630.372.7)
Op 18 november 1958 berichtte Het Vrije Volk over de Citeria:
CITERIA: derde personenauto van vaderlandse bodem
(Van onze verkeersredacteur)
Terwijl Nederland en de wereld wachten op de productie van Se DAF, terwi.il in de Achterhoek een jonge ingenieur een bescheiden Nederlandse scootmobiel heeft geconstrueerd, die zijn weg nog moet zoeken, verschijnt aan het vaderlandse firmament plotseling een nieuwe, een derde Nederlandse personenauto.... Het is de Citeria, een kleine tweepersoons sportwagen, naar het Engelse type, met een Duitse motor en een Italiaans uiterlijk... Koetswerk: plastic, model: cabriolet en afneembare hardtop tegelijk, prijs: ƒ7450.
Achter de Citeria staat geen grote fabriek. Een automobielhandel in Den Haag, Van Beekum en Oosterveer, heeft het initiatief genomen tot de constructie, waartoe de N.V. Citeria is opgericht.
De fabriekshal (achtduizend vierkante meter) staat er, de machines moeten nog komen. Niettemin hoopt men over een maand of vier, vijf met de aflevering van de eerste exemplaren te beginnen. Niettemin verwacht men er spoedig tien per week te maken en streeft men naar een jaarproductie van 2500. Natuurlijk denkt men daarbij ook aan export.
Ontwerper is de heer L. J. van Beekum (32), die al zeventien jaar on het vak is, -voornamelijk als technicus. Hij heeft begrepen, dat serieproductie niet mogelijk was voor een kleine fabriek. Hij wilde komen met iets exclusiefs, een niet te dure sportwagen. Een jaar heeft hij geëxperimenteerd op het circuit van Zandvoort. Hij vond mensen, die zijn project financieren willen.
Als motor hoopt hij te gebruiken de BMW 600, maar niet helemaal zeker is, dat die ter beschikking komt. In dat geval zal hij andere Duitse motoren gebruiken: Horex of Zündapp.
De motor is viertakt, twee cilinder, boxer, geforceerd luchtgekoeld en achterin geplaatst. Vermogen 30 pk; verbruik 1 op 16 a 1 op 22, gewicht 495 kg.
De krachtbron meet dus slechts 600 kubieke centimeter, maar daarmee weet de Citeria volgens de opgave toch een maximumsnelheid, van 145 km per uur te halen, met een kruissnelheid van 110 km per uur.
Het smakelijk uitgevoerde interieur geeft ruimte aan twee volwassene en eventueel twee kinderen of wat bagage. De plastic carrosserie rust op een metalen frame van getrokken naadloze buizen, een technische functie heeft de kunststof niet. Het plastic hulsel wordt geleverd door Plasticon te Oldenzaal. De voornaamste voordelen heten te zijn licht gewicht en sterkte.
Sober versierd
Maandag is de Citeria ons getoond op het circuit van Zandvoort. Een aller charmantst donkergroen wagentje, sober versierd met brede randen om voorruit en grille, van een metaal, dat veel corrosiebestendiger moet zijn dan chroom: hydronalium.
De kenmerken van de sportwagen zijn aanwezig: afneembare kap, vrijwel verticaal stuur, grondversnelling, twee deuren. Er zijn vier gesynchroniseerde versnellingen vooruit, één achteruit. De rijkwaliteiten leken ons bij een zo klein motorvolume zeer goed. Ten slotte de naam. 'Citeria' is gebaseerd op het woord citaat. De wagen, zegt de ontwerper, zal een citaat zijn uit de historie van de automobiel. Men mag met belangstelling tegemoetzien of dit Nederlandse citaat met uitheemse klank binnenkort veel zal worden aangehaald en of het ook op de wereldmarkt zal kunnen klinken.