Daniël Touw, geboren te Roosendaal in 1899 als zoon van een smid, start op 1 september 1928 een kachelmakerij en autoplaatwerkerij aan de Lindebaan 14-16. Het bedrijf maakt vooral plattebuiskachels. Soms komt er een klant voor reparatie van plaatschade aan zijn auto. Dat verandert echter snel als de automarkt vanaf het einde van de jaren twintig explosief begint te groeien. Spoedig ontwikkelt het bedrijf van Touw zich tot een schadeherstelbedrijf met klanten uit de hele regio. Daarnaast neemt de vraag naar vrachtwagens met gesloten en open laadbakken toe. Kooplieden die eerst nog met paard en wagen met hun handelswaar langs de deur trekken, schakelen vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw over op bestelwagens. In die tijd neemt ook het vervoer van groepen dagjesmensen snel toe en ontstaat er vraag naar op maat gebouwde bussen, voorzien van fraaie belettering en bekleding. Touw start in 1940 met zijn auto-beklederij en voegt zeven jaar later carrosseriebouw toe aan zijn bedrijfsactiviteiten; de kachelmakerij is dan al opgedoekt. De handelsnaam wordt gewijzigd in Carrosseriefabriek D. Touw.
In 1956 begint Touw ook een autospuitbedrijf. Het carrosseriebedrijf wordt met ingang van 1 januari 1962 ingebracht in de firma D. Touw en Zonen, G.E.C. (Gerard) Touw en H.J.H. (Harry) Touw. Daan Touw treedt in 1975 uit de zaak. Het bedrijf verhuist in juli 1991 van de Lindebaan 14-18 naar de Marconilaan-Noord 63, waar het nu nog steeds is gevestigd. Daan Touw jr. volgt in 1995 zijn vader Gerard en oom Harry op als directeur en eigenaar van Carrosserie Touw bv. Het carrosseriebedrijf is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een gerenommeerde fabrikant van brandweervoertuigen.
In de loop van de tijd heeft het productieprogramma niet alleen bestaan uit bestelwagens voor het vervoer van onder andere bier, ijsbiscuit en wasgoed, maar ook uit veewagens, ambulances, takelwagens en begrafenisauto's. Daarnaast bouwt Touw vele bussen in fraaie, gestroomlijnde vorm, waarmee hij deelneemt aan binnen- en buitenlandse concoursen en automobieltentoonstellingen zoals de RAI in Amsterdam. Deze autobussen worden voornamelijk geleverd aan afnemers in Noord-Brabant en Zeeland, onder meer aan de firma's Gebr. Bruins in Oosterhout, Gebr. Hurks in Breda, Marijnissen (Blauwe Vogel) in Roosendaal, Van Dijk in 's-Hertogenbosch en Eindhoven, Maes in Sint Jansteen en Van Raak in Baarle-Nassau. Touw vervaardigt gespecialiseerde cabines voor diverse Bergse transportbedrijven, zoals Van Egeraat, Meeus en Bernaards Transport, maar ook voor DAF in Eindhoven. Verder maakt het bedrijf complete opleggers, open en gesloten laadbakken in aluminium en nog zeer veel carrosserieën voor Bruijnzeel Kasten Vervoer en genoemde transportbedrijven.
De zaak floreert, maar als aan het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw de massaproductie van touringcars op gang begint te komen, keldert de vraag naar bussen van de meer gespecialiseerde carrosseriebedrijven. Touw gaat op zoek naar nieuwe markten en besluit zich te gaan toeleggen op de bouw van vrachtwagentrailers en brandweervoertuigen, waarmee in 1972 al een begin is gemaakt. Men start met de opbouw van brandweercarrosserieën voor de Gebr. Kronenburg in Hedel en daarna voor de firma Bikkers in Rotterdam. Na het faillissement van deze laatste firma in 1983 start men in eigen beheer met de verkoop van complete brandweervoertuigen in diverse uitvoeringen. Met name de specialisatie in brandweervoertuigen is een succes geworden. De orders voor brandweerwagens komen soms van ver over de grens. Zo mag Touw in 2003 een tankautospuit leveren aan de brandweer van het Antilliaanse eiland Sint-Maarten. Dit levert de nodige publiciteit op, want de tankautospuit moet per schip vervoerd worden, bovendeks voorzien van een speciale coating, die beschermt tegen de invloed van zeewater. Carrosserie Touw bouwt jaarlijks zo'n tien tot twaalf brandweervoertuigen, in hoofdzaak tankautospuiten.
Bron: Bergen op Stoom, productiebedrijven in de gemeente Bergen op Zoom van 1800 tot 1950, eindredactie Willem Heijbroek, uitgave Stichting Industrieel Erfgoed Bergen op Zoom, 2009