Carrosseriefabriek wed. G. Smulders in Tilburg
door Frans Kense
Wat is het verschil tussen een wagenmaker en een carrosseriefabriek? Een plaats als Tilburg telde in 1928 totaal veertien wagenmakers en in 1934 zeventien wagenmakers plus vier carrosseriefabrieken. Die toename had een aantal oorzaken. De vele Brabantse stoomtramwegmaatschappijen konden in de jaren dertig de concurrentie niet aan met de ‘wilde’ busmaatschappijen en besloten op korte termijn al het railvervoer te vervangen door eigen autobussen. Met name gebeurde dit door de uit een fusie ontstane ‘Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten’ (kortweg BBA) die een honderdtal autobussen, maar ook vrachtwagens nodig had.
Daarnaast steeg, ondanks de economische malaise in de jaren dertig, het aantal vervoermiddelen in Brabant exorbitant. In 1930, na 25 jaar kentekens vanaf 1905, stond het aantal verstrekte kentekens voor auto’s en motorfietsen op 25.000. In 1940 was het aantal verstrekte kentekens 57.000, dus ruim een verdubbeling in tien jaar tijd! Zelfs al gaan we ervan uit dat de helft van de kentekens voor motorfietsen was, dan nog is het aantal personenauto’s, autobussen en vrachtwagens in Brabant met 16.000 toegenomen in die tien jaar. Een ware goudmijn voor de toenmalige carrosseriebedrijven. Want maar weinig autofabrikanten waren bereid en/of in staat om een opbouw voor een bestelwagen, vrachtwagen of autobus te leveren.
fors marktaandeel
Gezien de honderden bewaard gebleven foto’s van gerealiseerde voertuigen van carrosseriefabriek Smulders in Tilburg moeten zij een fors marktaandeel hebben gehad in het maken van klantgerichte opbouwen. Smulders heette oorspronkelijk Carrosseriefabriek Fa. Wed. G. Smulders. Het bedrijf werd opgericht door Gerard Smulders (1831-1897) en bleef na het overlijden van de weduwe in 1911 tot 2007 bestaan als firma W. G. Smulders.
Uit de Hinderwetvergunningen blijkt dat men in 1919 al afstand nam van de traditionele houtbewerking en begon met een eigen smederij. Met een vooruitziende blik heeft men de productieruimte in 1930 fors uitgebreid. Het grote succes lag dus in de jaren dertig, waarin naar schatting minstens één voertuig per maand werd geproduceerd door maximaal vijftien werknemers.
na de oorlog
In de naoorlogse periode was de productie kleinschaliger, met als specialisatie het bouwen en repareren van vrachtwagencarrosserieën, met tussendoor herstel van schade aan particuliere auto’s.
In 1997 verdween het bedrijf uit de Hasseltstraat en werd onderdeel van Remmers Carrosseriefabriek, ook in Tilburg. Bijgaande afbeeldingen geven een indruk van de afgeleverde wagens en daarmee van de veelzijdigheid van het bedrijf in de jaren dertig.
Foto's hierboven: Een sportwagen waarover in april 1934 in het tijdschrift Ford Wereld stond vermeld: “Twee-persoons sportwagen met dickey-seat gebouwd op een Ford V-8 de Luxe chassis. Deze kan een snelheid van 150 km per uur bereiken en blijft daarbij muurvast op de weg liggen.”
Bronnen:
De foto’s zijn afkomstig uit de collectie ‘Krelis Swaans (heemkunde Klein-Hasselt) - familie Smulders’
en Ford Wereld 1931/1932
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Conam Bulletin jaargang 25, nummer 2 (juli 2015)