Onderstaand artikel is eerder gepubliceerd in het Conam Bulletin jg. 6 nummer 2, 1996
Door Willem Kooijmans
NOVIOMAGUM, een goed bedoeld experiment
Machinefabriek W.A. Hoek, Schiedam
Willem Adriaan Hoek, grondlegger van de Machine- en Zuurstoffabriek W. A. Hoek N.V. te Schiedam, werd op 14 september 1870 geboren te Goes. Hij behaalde in Bingen (Dld.) zijn ingenieursdiploma en vestigde zich op 32-jarige leeftijd in Rotterdam. Hier construeerde hij in 1907 een stoomvrachtwagen en dat betekende tevens de grondslag voor het bedrijf. Deze stoomvrachtwagen, zijn eerste uitvinding, had als bijzonderheid een stoomketeltje van kleine afmeting en gering gewicht, maar met een groot verwarmend oppervlak en een buitengewoon snelle stoomontwikkeling als gevolg van de geringe waterinhoud en zeer sterke circulatie. Een en ander was eenvoudig te demonteren en kon als een soort vulkachel vanaf de bestuurderszitplaats met cokes worden gevuld.
Allan, Rotterdam - Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmaterieel
Eerste Amsterdamsche Banden-, Rijwielen- en Motorrijwielenfabriek
Brillant
In het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam komen we op de RAI tentoonstelling van februari 1904 De Eerste Amsterdamsche Banden-, Rijwielen- en Motorrijwielenfabriek van Willem de Koff voor de eerste keer tegen. De Koff presenteert daar naast Baden, Badania en Brillant rijwielen ook 3 p.k. motorrijwielen. Het merk van deze motorfietsen wordt echter niet gemeld.
Telegraaf 19 februari 1904
In 1955 bedacht de heer Nan Helder uit Rotterdam: “Ik heb al lang zin in een klein sportwagentje, liefst in Italiaanse stijl, maar dat is me veel te duur.” En dus dacht hij: “Waarom zou ik zelf zo’n ding niet maken?”
En zo begon Nan Helder, in het dagelijks leven luidsprekerspecialist, met de bouw van een eigen sportwagen. De basis voor zijn eigenbouw was een tweecilinder DKW F7 uit 1938. Hij sloopte de DKW tot er niets meer van over was dan de motor en de middenbalk. In een schuurtje achter in de tuin van zijn woning aan de Schieweg 225 voorzag hij, met hulp van carrosseriebouwer Jan Bouwhuis en de 21-jarige lasser Wim Brouwer, het kale chassis van een geheel vlakke bodem en een modern gelijnde aluminium carrosserie.
Na anderhalf jaar sleutelen kwam de sportauto van Nan Helder op de weg. De auto heeft dan het kenteken NG-11-36. Het Vrije Volk van 9 oktober 1956 schreef daar onder andere over:
Daar zijn heel wat uren inspannende arbeid in gaan zitten, zoveel uren dat de heer Helder, als hij het normale arbeidsloon en de bijkomende sociale lasten had moeten betalen, voor hetzelfde geld in een dure Rolls-Royce had kunnen rijden...
Maar nu het karwei klaar is, mag het resultaat gezien worden en hebben zelfs de deskundigen alle reden er hun petje voor af te nemen. Vanmorgen vroeg was de laatste fase bereikt. Vanuit de tuin werd de nieuwe sportauto over een stel planken dwars door de woning gerold en zo verscheen het voertuig dan op straat, met grote belangstelling begroet door een hele schare meelevende buurtbewoners. De dag van vandaag zal wel heengaan met het afstellen; de proefrit is voorlopig op morgen bepaald.
In 1978 begonnen Roel Nannings en Lesley Skinner een garage- annex carrosseriebedrijf in Nijmegen, gespecialiseerd in restauraties van oldtimers. In 1987 begonnen zij aan de ontwikkeling van een eigen automerk onder de naam Roles. Deze naam is een samenvoeging van Roel en Lesley.
In het voorjaar van 1990 presenteerden ze in het t.v.-programma De Hoogste Versnelling een roadster, de Roles XS-3. De basis van de auto vormde een van doosprofielen en plaatstukken gelast chassis, met mechanische componenten van een Mini en een polyester cabrioletcarrosserie die veel leek op een Volkswagen Golf in het klein. Het was een stadsautootje, voor een modaal gezinnetje, dat een op vijftien reed en licht en wendbaar was. Het mat ongeveer 3,5 meter en woog 680 kilo. De topsnelheid van het model lag op 145 kilometer.
Op hetzelfde, goedgekeurde chassis werd een tweede auto ontworpen, de Cityhopper. Het was een open jeepje dat veel weg had van een Mini-Moke, maar de techniek van Fiat bezat.
Veel auto’s werden er niet gebouwd. Bij de nacalculatie van de projecten bleek dat een verkoopprijs gevraagd moest worden die alles behalve concurrerend was, zodat men besloot het project voorlopig in de ijskast te zetten. Daarna was er nog sprake van een elektrisch aangedreven variant, maar verder is hier niets van bekend. Het autobedrijf bestaat nog, maar Skinner is kennelijk niet meer betrokken in de firma.
Bronnen:
Lammerse, Jan: Autodesign in Nederland. Uitgeverij Waanders, 1993
www.dauto.nl
artikel in NRC d.d. 6 april 1990
Wil Ton uit Utrecht deed begin jaren vijftig een opleiding als plaatwerker en volgde daarna een werkjaar bij de fabriek van Panhard in Frankrijk. In de werkplaats van Panhard werkte hij vooral aan de bouw van racewagens van dit merk. Terug in Nederland liet het idee van een racewagen hem niet los. In het garagepand van zijn vader was alles beschikbaar, naast gereedschap ook voldoende om carrosserieën te maken. Er was ook genoeg ruimte om zelf een kleine tweezitter te bouwen. Medio jaren '50 is het zover. Met als basis een Panhard Dyna uit 1950 bouwde Wil de carrosserie zelf. Een test moest uitwijzen of er in geracet mocht worden, de 2-cilinder motor bleeks geen belemmering. Wil kreeg in 1955 de goedkeuring van de Rijksdienst voor het Wegverkeer op de zelfgebouwde 'racewagen'. Een reis naar Italië volgde (foto hierboven).
Bericht uit Het Nieuwsblad van Friesland, 9 augustus 1950:
Twee smeden te Dokkum, werkzaam in de smederij Bontekoe, nl. de heren E. de Vries en L. Bontekoe, hebben sinds eind October van het vorig jaar hun vrije tijd besteed aan het fabriceren van een auto, waaraan ze het merk “Vribon” hebben gegeven. De N. Dock. Cour. meldt hierover: “De Vribon is een heuse auto, van alle moderne snufjes voorzien. De motor zit achterin. De wagen heeft van achteren slechts één wiel. Het model is vlot en de afwerking is zeer fraai. De beide ondernemende smeden hebben zonder tekeningen of hulp van anderen de wagen kant en klaar gekregen”.
Bitri scooters werden gemaakt bij de Nederlandse Scooterfabriek N.V. te Dokkum (1955-1964).
In 1956 bouwde Hans Hoen uit Gorredijk een kleine driewieler.
Op 7 augustus 1956 schreef de Friese Koerier hierover:
H. Hoen, Gorredijk, maakte zélf een auto
(Van een onzer verslaggevers)
GORREDIJK — ln precies twee jaar tijd heeft de heer H. Hoen, in Gorredijk, in een schuurtje achter zijn huis een autootje gemaakt, waar hij, zijn vrouw en de beide — nog kleine — kinderen precies in kunnen. Het is een aardig, klein wagentje op drie wielen, dat de heer Hoen eigenhandig in elkaar heeft gezet.
Het is gemaakt van aluminiumplaat van ongeveer 1½ mm dikte; er zit een 200 cc tweetakt Sachs motor in en een versnellingsbak uit een motorbakfiets, met drie versnellingen voor- en één achteruit. Verder is de auto precies als een fabriekswagen, met alle pedalen voorin. Alleen gaat het starten door middel van een handle, maar die kan de bestuurder ook van zijn plaats af bedienen. De verlichting geschiedt door een dynamo met een accu. De topsnelheid is ongeveer 60 km en het benzineverbruik ca 1 op 25. Voorin zijn twee zitplaatsen en achterin nog een, waar de beide kinderen nu nog precies in passen Hoe dat later moet ziet de heer Hoen dan wel weer; hij is nu al blij genoeg dat zijn werkstuk na twee jaar klaar gekomen is.
Wie het laatst lacht....
Hij was trouwens geen beginneling op het gebied van auto's en motoren. In de eerste plaats is hij plaatwerker en lasser bij Volma, waardoor hij al verstand heeft van metaalbewerking en in de tweede plaats heeft hij vroeger voor zijn broer eens een heel nieuwe carrosserie gebouwd op een afgekeurde D.K.W., waarmee zijn broer nog vier jaar melk heeft gevent. Zelf had hij enkele jaren daarna een tweedehands Fiatje gekocht en weer helemaal bruikbaar gemaakt. Twee jaar geleden was dat echter totaal af en na het verkocht te hebben, vatte de heer Hoen het plan op zelf een nieuwe wagen in elkaar te zetten.
Twee jaar lang heeft hij het grootste deel van zijn vrije tijd in het schuurtje achter zijn huis doorgebracht met passen en meten en construeren. Uiteraard bestond er bij collega's en buren grote belangstelling voor dit werkstuk en er zullen er misschien ook wel bij geweest zijn, die een zwaar hoofd hadden in de gelukkige afloop van dit experiment. Maar de heer Hoen lacht het laatst..
Vijf weken geleden hebben zijn vrouw en hij de eerste proefrit gemaakt met de wagen en verschenen vrijdag is het laatste streekje lak er op gekomen. Het is een enorm werk geweest om deze met-de-hand-gemaakte auto klaar te krijgen, maar het resultaat van het werk rijdt trots langs 's heren wegen.
Bron foto’s:
Tresoar
Friese Koerier
Feike Damstra, Snits