22 augustus 2011: Al heel veel jaren is Frans Vrijaldenhoven op onderzoek uit geweest hoe men bij Glaeser in Dresden in 1935-’36 de vierdeurs-cabriolets op de lange Chevrolet-chassis (van de Limousines) gebouwd heeft. Hij schrijft dat er namelijk drie mogelijkheden waren:
a) compleet in Dresden gebouwd
b) alleen de ruwbouw op het chassis gemonteerd en dan aan de GM-Montagefabrieken gestuurd ter afwerking
c) de cabriolet-panelen door Glaeser vervaardigd en die in kisten verzonden naar de GM-Montagefabrieken in Antwerpen, Kopenhagen of Stockholm. (De Zwitserse GM-fabriek in Biel zou voor de Duitse cabriolets geen interesse gehad hebben, aangezien men daar een groot aantal bekende carrosseriefabrieken had)
Recentelijk kreeg Frans de bevestiging dat de mogelijkheid c) toegepast werd. In totaal zouden er in 1935 en ’36 slechts 177 van deze cabriolets gebouwd zijn, waarvan er voor zover bekend slechts een viertal over zijn, t.w. in Denemarken, Zweden, Duitsland en bij ons in Drenthe. In de toenmalige sfeer “koopt Duitse producten” is men in Dresden gestopt met de fabricage van cabriolets op Amerikaanse chassis. Op bijgaande foto’s ziet men links zo’n Chevrolet in 1936 op de RAI en daaronder Frans Vrijaldenhoven bij een pas afgeleverd exemplaar, dat door zijn vader moest worden “ingereden”.