logo 1
Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie

Gezocht: proefschrift over de ontwikkeling van de auto in Den Haag

VB 231 239
27 maart 2019: Marja Langenberg is bestuurslid van de SHIE -Stichting Haags Industrieel Erfgoed. Op dit moment werkt zij aan een artikel over de geschiedenis van de Haagsche Automobiel Garage in de Van Beverningkstraat 229-239 in Den Haag. Volgens informatie (van de heer Van Diemen (Van Diemen's Autobedrijf)) is er een proefschrift over de ontwikkeling van de auto in Den Haag, geschreven door een helaas overleden medewerkster van de Universiteit Leiden. Bij het Haags Gemeentearchief is het niet bekend. Wie kan haar daaraan helpen?

1 april 2019: Nico van Dijk meldt dat dissertaties worden bewaard in de bibliotheek van de universiteit waar de promotie plaats vond en in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

2 april 2019: vie Henk Schuuring kregen we de volgende reactie: "Proefschriften werden naar mijn weten bewaard in zowel de faculteitsbibliotheek als de centrale universitaire bibliotheek. Tegenwoordig zal dit vast ook digitaal gebeuren. Een telefoontje naar de centrale en faculteitsbibliotheek van de universiteit zal waarschijnlijk helpen om uit te vinden hoe je in het systeem zoekt, toen ik er studeerde ging dat nog via een kaartenbak.....overigens zal je als gewoon publiek niet altijd zomaar zaken op kunnen vragen, ook deze bibliotheek werkt met een lidmaatschap.
Als een proefschrift om de een of andere reden niet meer bekend is, heeft de auteur hem meestal zelf ook nog wel en de meesten zijn wel bereid om deze te delen. Aangezien het hier om een overleden persoon gaat is die kans echter kleiner, misschien familieleden?
Als het proefschrift een ISBN nummer heeft is deze ook geregistreerd bij de KB.
Tot slot worden proefschriften en andere publicaties tegenwoordig vaak gedeeld via Academia.edu (maar dit is wel op vrijwillige basis en meestal van recenter materiaal, dus geen volledig overzichtswerk). Ik weet niet of dit platform ook toegankelijk is voor niet-wetenschappers."

16 juli 2019: Robert van Kesteren reageert: “De panden in de Haagse van Beverningckstraat komen mij zeer bekend voor als mijn geboortehuis dat er vlak naast stond, nummer 247. Die is op de foto, die vermoedelijk uit 1911 0f 1912 is, niet zichtbaar. Er staan nog schuttingen omdat ons huis pas in 1920 gereed kwam. Je kijkt hier nog uit op de tuinen aan de van Boetzelaerlaan.
Adolphus van Gaalen had een stalhouderij en kocht in 1912 zijn eerste auto als taxi-ondernemers, een Humber. Hij had zonen waarvan mijn opa van moederszijde de Alto oprichtte achter in de tweede van Beverningckstraat. Zijn broers Jaap en Frits hadden deze garagepanden in bezit via een erfenis en exploiteerde het taxi- en garagebedrijf de Statengarage tot circa 1970 toen een neef Frits Vrijmoed de zaak overnam.
Ik heb veel bij de poort gespeeld, een zware deur met het bord ‘Deuren op de haak i.v.m. dichtslaan, dank U’. Er stond meestal een kustwind en de zware deur knalde enorm.
Voorbij de poort waren boxen, heel vroeger met oliegestookte verwarming, goten voor waterafvoer bij het autowassen met gietijzeren roosters. Op het dak stonden vreemde zinken afvoerpijpen i.v.m. stankoverlast.
Na de poort stond in de eerste box rechts een Bugatti 57 tweedeurs Gangloof te wachten op restauratie. Dat gebeurde op een dag in 1972. Hij was van ene meneer Esser die de donkergroene kleur liet vervangen door zwart bij een spuiterij in de Simonstraat in Scheveningen. Later is hij wit gespoten en stond bij Louwman in Raamsdonkveer, het koepelgebouw.
Het uiterste rechtse pand had nog lang het opschrift van de HAM en was in mijn tijd dat ik er woonde (1950-1981) smeerstation. Eens kwam er een deel van een Engelse bellenwagen door de vloer. Mijn opa had de brug vergeten. De bel (ex legerambulance ) stak door de kamervloer.
In de andere huizen woonden de families Luijer en Piët. Vader Piët was een kolenhandelaar met een oude Bedford. De garage aan de rechterkant was verhuurd aan een arts Labick van Pabst die een Peugeot 302 had met chauffeur, de legendarische Hagenaar Jan Thör.
De huizen waren erg onpraktisch met drie etages en zolderruimten. Je moest erg lange trappen op die steil waren. Ik weet nog precies wie er onderverhuurders(-sters ) waren. Er is veel aan verbouwd.
Saillant detail: Eind 1942 werd alles er uitgeknikkerd en auto's in beslaggenomen. De chauffeursorganisatie NSKK kwam er in en tot slot woonde de SS de panden geheel uit.”